Gave van profetie

Ds. C. den Boer / Geen reacties

13-11-2006, 00:00

Vraag

Ik heb een vraag over de gave van profetie en het krijgen van een profetie. Paulus zegt dat wij hier naar moeten streven, alleen zie ik dit in veel kerken niet gebeuren. Wanneer je het daar hebt over profetie en het ontvangen van een profetie wordt er vaak sceptisch tegenover gestaan. De enige manier waarop je erachter kan komen wat God zegt is, volgens hen, door de Bijbel te lezen. (De bijbel is de enige waarheid, en een profetie zal altijd in lijn moeten zijn wat er in de Bijbel staat.) Maar... wanneer er gezegd wordt dat je er alleen achter kan komen wat God zegt als je de Bijbel leest, wordt er dan wel gestreefd naar het verkrijgen van de gave van profetie? Ikzelf ervaar namelijk in mijn eigen leven hoe waardevol het is om een profetie te ontvangen in mijn eigen gebedsleven, maar ook wanneer ik voor, en met, anderen bidt.

ADVERTORIAL

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een gezin van Egyptische christenen te kopen, die wij uitdelen ter plaatse. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden. 

Doet u mee?

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

Antwoord

Paulus stelt de gave van de profetie boven die van de glossolalie. Vgl. 1 Kor.14:1vv; Rom. 12:7 (profetie voorop). Maar honoreert overigens de gave van de profetie ten zeerste; zie bijv. Ef.3:5; 4:11; 1 Thess.4:15; 5, 19,20.

De profetie in het NT is niet als die van het OT. De profeet in de bedeling van het OT geeft direct het Woord van God door (over verleden, heden en toekomst). Maar in het NT is het tijdperk van de directe openbaringen met de zending van Jezus Christus en de apostelen (inclusief het apostolisch getuigenis in de Schrift) afgesloten. Paulus zelf profeteerde ook (Rom.11:25; 1 Kor.15:51; 2 Kor.12:1vv; 1 Thess.4:13vv).

-De profeet in het NT-ische gemeente legt in bezieling -gedreven door Gods Geest- het Woord van God en Zijn heilplan uit; hij sticht en vermaant/vertroost daardoor de gemeente; hij trekt daaruit ook conclusies, vol van pastoraal vermaan voor de leden van de gemeente. (Hand.13:1, 2: samen met leraars; 1 Kor.14:3, 31). Het is een momentaan gebeuren, d.w.z. gebonden aan de inspraak van de Geest.

-De profeet in de NT-ische gemeente vertolkt ook de wil van God in concrete situaties. Voorbeelden: de uitzending van Barnabas en Paulus (Hand.13:1, 2); Agabus (voorspelling van een hongersnood: Hand.11:27vv; voorspelling van wat Paulus te wachten stond: Hand. 21:10v).


-Ook was de gave van de profetie soms aan vrouwen gegeven (zie Hand.21:9: vier dochters van Filippus). Vgl. 1 Kor.11:5vv.

Paulus waarschuwt op dit punt tegen wanorde (1 Kor.14:29vv: men moet op zijn beurt spreken). Ook waarschuwt hij tegen falsificatie; men moet niet denken de wijsheid in pacht te hebben (2 Thess.3:11vv: ongeregeld wandelen met een beroep op profetie) en misbruik (vgl.2 Thess.2:2; 1 Joh.4:1). De profetie moet rusten in het geloof van de gemeente. Ze moet ook de toets van de beoordeling door de gemeente aan de hand van de in Gods Woord gegeven waarden en normen kunnen doorstaan (1 Kor.14:29vv; 1 Thess.5:21).

Calvijn schrijft in zijn uitleg van 1 Kor.12: “De profeten zijn ten eerste uitleggers der Schrift” en “ten andere zijn zij met niet gewoon verstand en behendigheid begaafd om op de tegenwoordige nood der gemeente zorgvuldig acht te geven, opdat zij bekwamelijk spreken: en aldus zullen zij ons tolken zijn van de Goddelijke wil.” Van deze gave van de profetie zijn volgens Calvijn “thans nog enige sporen of schaduwen” over. Maar overigens is zij spoedig na de tijd van de apostelen verdwenen en vindt hij die voor onze tijd niet meer nodig. Zo ook Bijbelverklaarders als William Hendriksen, Warren W. Wiersbe.

Het is jammer, dat Calvijn dit zo stelt. Maar we moeten niet vergeten, dat zich al spoedig in de kerk het gevaar van geestdrijverij voordeed (denk aan Montanus en zijn profetessen). Ook in de tijd van Calvijn waren er de wederdopers die zich beriepen op “inwendig licht”; zo werd bijv. in Munster door hen het Koninkrijk van God uitgeroepen en gingen zij naakt op straat lopen).

In de Londense vluchtelingen gemeente van Joh. A Lasco kwam echter de profetie weer voor.

Dit alles overziende zou ik willen zeggen, dat het ook in onze tijd mogelijk en gewenst is, dat gelovigen de gave van de profetie beoefenen. Wij moeten dit niet zien als het voorspellen van de toekomst. Wel kan een gelovige die in de vrijmacht van Gods Geest profetisch bezield is, bij het licht van Gods Woord (daar niet buiten en daar niet bovenuit) en door de verlichting van Gods Geest innerlijk overtuigd worden van een weg die hij en/of de gemeente in opdracht van God moeten gaan. Daar mag trouwens ieder kind van God om vragen. De profetie moet evenwel altijd ‘getoetst’ worden:

-Door je af te vragen: is dat wat ik op het oog heb, wat ik begeer of wat ik meen aan anderen te moeten zeggen, in overeenstemming met het geschreven Woord van God?

-Door je af te vragen: bedoel ik er de eer van de Heere en het welzijn van mijn naaste mee?

-Is er vrede in mijn hart, als ik bij mijzelf ervan overtuigd ben, dat iets naar Gods wil is? En: vrede is meer dan alleen: een goed gevoel.


-Kan ik er vrijmoedig met anderen over spreken?

Kohlbrugge heeft ons eens de raad gegeven om elke dag een hoofdstuk of twee/drie uit de Bijbel te lezen. Dan zal er veel van wat we lazen in onze herinnering wegzakken. Maar in de nood haalt de Heere vaak een woord naar boven waardoor hij ons troost en de weg wijst. “Ik ben in geen nood geweest, of er was een Woord van God dat er mij uithielp”, aldus Kohlbrugge. Zo krijg ik soms tijdens mijn gebed een “tekst” uit de Bijbel op het hart gedrukt, die mij ondersteunt in het besluit om een weg te gaan, waarvan ik geloof, dat die Gods weg is.

In die zin mogen wij ernaar staan om deze gave te ontvangen en die te beoefenen. Maar vergeet niet om een en ander met medegelovigen te overleggen (denk aan 1 Kor.14:29).

Ds. C. den Boer

Ds. C. den Boer

Ds. C. den Boer

Tags in dit artikel:

gaven van de Geest
Geen reacties

Terug in de tijd

Mijn man en ik zijn een christelijk huwelijk begonnen. Wij wilden samen de Heer gaan dienen in de zending of in eigen land. We hebben een verschillende achtergrond. Hij is op zijn vijftiende tot geloo...
1 reactie
13-11-2020
Een vraag over tussentijdse bloeding. Aanstaande zondag hoor ik pas weer ongesteld te worden, maar vanaf afgelopen maandag verlies ik elke dag een beetje bloed, heel vreemd. Het doet verder geen pijn,...
Geen reacties
13-11-2007
Geloven christenen dat God bestaat, of weten (sommige?) christenen dat God bestaat?
2 reacties
13-11-2015
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering