Rekenkundige of boetvaardige gelovige

In onder andere Johannes 6:37, Handelingen 16:31 en Romeinen 10:9-13 wordt gesproken over tot de Heere Jezus gaan, in Hem geloven, Hem aanroepen en belijden als Heere. Ik begrijp dat je dat alleen kunt doen als de Heilige Geest je trekt en dat je zoveel van je zonde moet kennen om te weten dat je de Heere Jezus nodig hebt. Nu is mijn vraag waar ik mee worstel: als ik nu op mijn knieën val, naar de Heere Jezus ga in gebed, mijn zonden belijd en Hem belijd als mijn Heere en geloof dat Hij mij niet uitwerpt, ben ik dan gered? Niet om wat ik doe, maar omdat ik geloof en erop vertrouw wat de bovengenoemde teksten mij dat beloven en ik doe wat er gevraagd wordt.

Achtergrond: soms krijg ik het gevoel dat ik moet vertrouwen op wat de Heere Jezus zegt en naar Hem moet gaan en als ik dat doe, dan kan ik erop vertrouwen dat ik gered ben (want de Heere Jezus belooft mij dat Hij mij niet uitwerpt). Maar aan de andere kant staat er ook in Romeinen 8:16 dat de Heilige Geest getuigt dat we een kind van God zijn en dat is dan iets waar ik op moet wachten voordat ik weet of ik gered ben (en ik weet ook niet hoe de Heilige Geest dat dan in mij getuigt). Een vraag aan ds. Harinck...

Beste vraagsteller,

Bij het lezen van je vraag kwam direct bij mij naar boven: wat denkt die man wiskundig en verstandelijk! Je maakt  er een kloppend en rekenkundig geheel van. Ik doe wat God vraagt en dan moet God doen wat Hij belooft. Maar zo werkt het niet in het Koninkrijk Gods. Hoewel God altijd nakomt wat Hij belooft en we Hem moeten zoeken in de weg die Hij ons wijst, zo is onze verhouding tot God niet die van een mens die daardoor rechten bezit. We slaan dan een belangrijk stuk over, namelijk van onze zondigheid, strafwaardigheid en onwaardigheid. Een bedelaar die bij ons aanklopt met rechten, zal bij ons geen gevoelens van barmhartigheid opwekken. Zo ook bij de Heere niet.

Het is goed dat je Gods Woord serieus neemt en God en Zijn genade zoekt in de weg die Hij in Zijn Woord ons wijst. Maar klop niet aan als rechthebbende, maar als mens in nood, die alleen op genade kan hopen. De teksten die je aanhaalt zijn bedoeld voor verslagen harten om te bemoedigen en de weg naar de redding te leren. Daarom begrijp ik dat je met je rekenkundige benadering vastloopt. Maar dat is niet erg. Je wordt dan hopelijk als een kind, die het niet meer weet en in de door u aangehaalde beloften de hand van vader vastgrijpt.
   
Je spreekt verder over zekerheid te mogen weten dat Gods genade je deel is. In iedere geloofsdaad is zekerheid. Inden je werkelijk arm en hulpeloos tot Christus kwam, zou de ontvangst door Jezus en de ervaring van Zijn liefde en de verzoenende kracht van  Zijn bloed, zo veel zekerheid meebrengen dat je zegt wat we lezen in onze Catechismus: "Nu is niet alleen anderen, maar ook mij vergeving van zonden en het eeuwige leven geschonken".

Tot besluit: je hebt geprobeerd rekenkundig en door te doen wat God vraagt tot zaligheid te komen. Probeer het nu eens zoals de boetvaardige moordenaar aan het kruis.
  
Gods zegen toegebeden,
Ds. C. Harinck