Slordige viering van Pascha

Ds. A. van der Zwan / Geen reacties

05-07-2021, 12:04

Vraag

Vandaag hebben wij als gezin gelezen uit 2 Koningen 23. In de verzen 22-23 staat: “En de koning gebood het ganse volk, zeggende: Houdt den HEERE, uw God, Pascha, gelijk in dit boek des verbonds geschreven is. Want gelijk dit Pascha was er geen gehouden, van de dagen der Richteren af, die Israël gericht hadden, noch in al de dagen der koningen van Israël, noch der koningen van Juda.”

Dit gebod was erg belangrijk toen het volk van Israel uit de woestijn ging. Nu weet ik wel dat ze de Baäl dienden na Salomo. Maar het verbaast mij nog meer dat David en zijn zoon Salomo die toch Godvrezende mannen waren dit tijdens hun regeertijd niet gedaan hebben. Volgens de Bijbel met Uitleg heeft Hizkia het wel gedaan (uit 2 Kronieken 30) maar niet volgens Gods richtlijnen. Mijn vraag is waarom Salomo en David geen Pascha gehouden hebben. Is daar een antwoord erop?


Antwoord

Ik vind het een mooie vraag, omdat die gelegenheid biedt om verschillende lessen met elkaar te delen. De eerste les gaat echter, verrassend genoeg, niet over de oudtestamentische koningen en hun omgang met het Pascha, maar over onszelf en ons lezen van de Bijbel. Wat voor een predikant bij de preekvoorbereiding geldt, geldt ook voor elke Bijbellezer in het algemeen: wat is het nodig om nauwkeurig te lezen wat er staat. Het is mijzelf ook al meerdere malen overkomen dat ik een tekst oppervlakkig las en conclusies trok, die ik vervolgens weer moest bijstellen na de tekst nog eens rustig, woord voor woord, gelezen te hebben.

In dit geval loont het de moeite om in 2 Koningen 23 vers 22 goed te letten op het woordje “gelijk”. Wie dat over het hoofd ziet, leest inderdaad zoiets als: “Want dit Pascha was niet gehouden van de dagen der Richteren af...” Maar dat staat er dus niet. Wat de Bijbelschrijver wil zeggen is: zo’n Pascha-viering als er onder Josia is geweest, was sinds de tijd van de Richteren niet meer voorgekomen! De tekst zegt niet dat het Pascha al eeuwen achterwege was gebleven, maar dat Josia de eerste in lange tijd is geweest die de viering precies op die wijze heeft laten plaatsvinden, zoals dat was voorgeschreven in de wet van Mozes.

Wat naast het nauwkeurig lezen van de teksten ook helpt, is het vergelijken van Schrift met Schrift. In dit geval: leg naast 2 Koningen 23 eens het verslag van dit Pascha dat de schrijver van 2 Kronieken 35 ons heeft nagelaten. Die gaat, gedetailleerder dan de schrijver van 2 Koningen, in op de wijze waarop Josia het Pascha heeft laten plaatsvinden. Bijvoorbeeld: op de vastgestelde datum, de veertiende van de eerste maand (2 Kron. 35:1). Daarin was Josia stipter dan bijvoorbeeld Hizkia, die onder druk van bepaalde omstandigheden wel Pascha gevierd had, maar eigenlijk een maand te laat (2 Kron. 30:2-3). En zo waren er meer onderdelen van het feest, die bij Josia strikter en stipter waren uitgevoerd dan tijdens eerdere Pascha-vieringen.

Als nu de Bijbel over deze viering onder Josia zulke lovende woorden spreekt, ligt daar vervolgens voor ons nog een andere les in. Namelijk: wat is het in het dienen van de HEERE belangrijk om gehoorzaam te zijn aan Zijn Woord en er niet ‘de kantjes van af te lopen’. Soms wordt met een beroep op het Evangelie van Gods genade in Jezus Christus al te relativerend gesproken over de noodzaak van heiligheid en gehoorzaamheid in het dienen van God. Het geloofsvertrouwen wordt zo allesbepalend, dat de gedachte aan bekering en levensheiliging haast als onbelangrijk wordt weggezet. Het is toch allemaal een kwestie van genade? En wie op de Heere Jezus vertrouwt, wordt toch sowieso zalig?

Laten we ook in onze tijd de woorden van Psalm 19 ter harte nemen: “Hij die op U vertrouwt, Uw wetten onderhoudt, vindt daarin grote loon.” Geen loon naar werken, maar wel genadeloon voor één, die geleerd heeft dat geloof en gehoorzaamheid een ‘Siamese tweeling’ vormen. Koning Josia is er een sprekend voorbeeld van. En ik ben ervan overtuigd dat het mede daarom de Heilige Geest behaagd heeft ons in te lichten over Josia’s Pascha-viering. Om ons op te wekken net zoveel ernst te maken met Gods inzettingen als hij. Niet om er iets mee te verdienen. Maar om “door ’t geloof in Christus, die te doen uit dankbaarheid” (berijming 10 Geboden vers 9).

Ds. A. van der Zwan

Lees meer artikelen over:

Pascha
Dit artikel is beantwoord door

Ds. A. van der Zwan

  • Geboortedatum:
    27-02-1972
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Dordrecht-Centrum
  • Status:
    Actief
28 artikelen
Ds. A. van der Zwan

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik heb een vraag over de prediking van zonde en genade... Ik heb daar ook niks op tegen natuurlijk, maar wat ik wel een beetje mis in de preek is het leven na de ellende, om het zo maar te zeggen. Ik ...
Geen reacties
05-07-2005
Aan ds. H. Veldhuizen. Ik reageer naar aanleiding van uw antwoord op een vraag. Ik las dat u onjuiste informatie geeft over de Islam en dat vind ik jammer. Het is belangrijk om een juist beeld te hebb...
Geen reacties
05-07-2010
Laatst had ik een gesprek met een christelijke man over trouw zijn. Hij is een goede bekende van me. Het schokte mij te horen dat hij aangaf niet monogaam te kunnen/willen zijn. Dat hij weet dat het h...
4 reacties
05-07-2010
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering