Pleiten op Gods beloften niet brutaal

Het antwoord op “zoeken en niet vinden” van ds. Budding is zo anders dan het bij ons in de Gereformeerde Gemeenten geleerd wordt. Pleiten op Gods beloften en dergelijke klinkt mij heel brutaal in de oren... Mij is geleerd dat we nergens recht op hebben, alleen maar moeten smeken en bidden om het te krijgen. Vanwaar die grote verschillen?

Ik heb niet zo helder voor de geest in wat voor verband ik over “zoeken en niet vinden” gesproken heb. Maar “pleiten op wat God belooft” is niet brutaal. Het is juist heel erg om dat niet te doen. De beloften van God zijn in de doop aan je voorhoofd verzegeld en worden je in het Evangelie verkondigd. Het is Zijn keus dat je gedoopt bent in de Naam van de drie-enige God.  De HEERE belooft: “Ik zal het stenen hart uit uw vlees weg nemen en Ik zal u een vlesen hart geven.” Hij belooft dat “de doden zullen horen de stem van de levende God, en die ze gehoord hebben, zullen leven.” Hij roept het jou toe: “Wendt u naar Mij toe en wordt behouden.”

Hij komt naar je toe als een belovend God. Wat is het dan vreselijk om de belofte van God niet serieus te nemen, alsof Hij het niet meent. God is machtig en gewillig om Zijn beloften in je leven te vervullen. Niet omdat je het  waardig bent of dat je iets verdiend hebt. Integendeel. Je hebt de dood verdiend. Maar omdat Christus dat heeft verdiend. God vervult Zijn beloften uit de volheid van Christus en om Christus’ wil. Hij roept je toe: “Al wat u ontbreekt, schenk Ik zo gij ’t smeekt, Mild en overvloedig.”

Wees toch niet langer ongelovig. Maar “geloof in de Heere Jezus Christus en je zult zalig worden.” Lees ook eens Dordtse leerregels, hoofdstuk 1. Dat is ook de belijdenis van de Gereformeerde Gemeenten.

Ds. D. J. Budding