Doop is inlijving in het lichaam van Christus

Ds. G.A. van den Brink / Geen reacties

11-09-2023, 16:04

Vraag

Aan ds. Van den Brink. Het is gevaarlijk om met een goed onderlegde theoloog in discussie te gaan, maar omdat ik uw antwoord 'Ruim toelatingsbeleid Heilige Doop' verwarrend vind, waag ik het toch. Overigens zijn uw antwoorden altijd tot zegen, ook voor mij, maar deze keer kan ik u niet goed volgen. In uw antwoord over de doop zegt u dat we door de doop als Gods kinderen bij de Kerk/kerk worden ingelijfd. Ik kan dit niet in de Bijbel terugvinden en ook niet in de aangehaalde artikelen/vragen en antwoorden uit de belijdenisgeschriften.

Nu ben ik een voorstander van de geloofsdoop, maar het is niet mijn bedoeling om over het theologische verschil tussen geloofsdoop en kinderdoop een knuppel in het hoenderhok te gooien. Het zou mijns inziens ook ongepast zijn om dit hier te doen. Wat mijn punt is dit: alleen het geloof in de Heere Jezus maakt ons tot leden van Zijn gemeente. Ik weet dat u daar achter staat. Wanneer u echter zegt dat we door de doop in de kerk/Kerk worden ingelijfd, zou dat verbondsautomatisme zijn: eens in het verbond, altijd in het verbond, want God is trouw; Hij laat niet varen wat Zijn hand begon. Maar in het genadeverbond bevinden zich alleen diegenen die waarlijk de Heere Jezus als Verlosser hebben aangenomen.

Nu snap ik dat kinderen in gelovige ouders geheiligd zijn, dat vind ik ook een mooie gedachte die tot uitdrukking komt in de kinderdoop. Maar de doop is (zegt ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis) een teken en zegel van het werk van de Heere Jezus en bewerkt dus zelf niet het 'lidmaatschap' aan Christus. Anders zouden we net zoals vroeger in de Roomse kerk bij een dreigend overlijden van het kind in de baarmoeder, de buik van de zwangere moeder moeten besprenkelen en bovendien heel gehaast onze kinderen na de geboorte moeten laten dopen, anders gaan ze verloren. Hoe functioneert dan ook het dopen van een kind waar de doopgetuige en niet de ouders de doopvragen beantwoordt? Want een kind is toch niet geheiligd in iemand anders dan de gelovige ouders? In het Woord staat toch ook: Wie gelooft en zich laten dopen, zal behouden worden en wie niet gelooft zal verloren gaan. Daar staat niet: wie niet gelooft en zich niet heeft laten dopen zal verloren gaan. Wanneer ik kijk naar het tweede sacrament, het Avondmaal (of broodbreking), dan is het ook niet zo dat je door het deelnemen aan het Avondmaal deel krijgt aan de Heere Jezus: je hebt al deel aan Hem en door het sacrament is dat zichtbaar.

Misschien lijkt het toch wel een theologische discussie te worden over kinder- en geloofsdoop, het heeft natuurlijk ook te maken met de verschillende verbondsvisies, maar daar gaat het me eigenlijk niet om. De vraag is simpel: kan je beweren dat de waterdoop je inlijft in de Kerk (en zelfs kerk)? De kerk bestaat uit alle waargelovigen; Israël bestond uit een volk: gelovige en niet gelovige mensen. Daar zit best een essentieel verschil.


Antwoord

Beste vragensteller,

Ik onderscheid drie vragen:
-Hoe kan de doop ons inlijven in de gemeente, dat is – in het lichaam van Christus?
-Kunnen wij uit het verbond (en dus: uit de kerk) vallen?
-Hoe kan de doop worden bediend aan een kind waarvan de ouders zelf geen ja-woord kunnen geven omdat zijzelf ongelovigen zijn? Ik heb de optie van een doopgetuige genoemd, maar jij wijst erop dat zo'n kind niet volgens 1 Korinthe 7:14 "in Christus geheiligd" is.

Vraag 1: evenals het sacrament heeft de kerk een uiterlijke en een innerlijke zijde; we spreken zodoende over de zichtbare en de onzichtbare kerk. En evenals bij de doop (en het avondmaal) is het goed om beide aspecten zo nauw mogelijk op elkaar te betrekken. We laten daarom alleen tot de uiterlijke kerk toe degenen van wie wij oordelen dat zij innerlijk tot de kerk behoren. Mensen ontvangen het voorrecht om bij de zichtbare kerk te behoren, als wij geloven dat zij deel uitmaken van de onzichtbare kerk. Wie zijn geloof uiterlijk belijdt, wordt beschouwd als iemand die innerlijk geloof bezit (Handelingen 8:37-38). Zodoende geldt dat de doop diegenen inlijft in de zichtbare kerk die reeds onzichtbaar tot de kerk behoren. Op dit punt verschil ik niet van mening met de baptisten (het meningsverschil ligt bij de vraag of ook kleine kinderen tot de onzichtbare kerk kunnen behoren). Allen en die alleen worden tot de uiterlijke kerk toegelaten, van wie wij op grond van het oordeel der liefde mogen vertrouwen dat zij tot het geestelijke lichaam van Christus behoren (1 Kor. 12:12-13, 27).

Nu de tweede vraag. Ik heb zojuist gesproken over ‘het oordeel der liefde'. Dat is (zoals men dat noemt) een waarschijnlijkheidsoordeel. Alleen God kent degenen die de zijnen zijn (2 Timotheüs 2:19), wij peilen niemands hart. Dus wij kunnen ons vergissen. Wij kunnen mensen toelaten tot de doop, waarvan later blijkt dat zij toch geen geloof hadden. We zien dit bij Simon de magiër (Handelingen 8:13,21). In zo'n geval verandert ons oordeel over deze persoon, maar niet de geestelijke staat van de persoon. Simon had nooit tot het genadeverbond behoord en in Gods oordeel ook niet tot de kerk behoord. Als wij een kind dopen, beschouwen wij (!) dat kind als een kind van het genadeverbond, als een lid van de kerk, als heilig in Christus. Maar misschien moeten wij later ons oordeel bijstellen. Dit betekent niet dat het kind uit het verbond valt, of dat Gods genadeverbond veranderlijk is, maar dat het kind niet tot verbond en kerk heeft behoord. Ursinus en Brakel zeggen dat als iemand uiteindelijk onbekeerd sterft, hij zelfs nooit gedoopt is geweest.
 
Nu nog je derde vraag. Ik begrijp en erken je bezwaar. Thomas Boston wilde dan ook alleen die kinderen dopen van wie de directe ouders gelovigen waren. Andere theologen (onder anderen Samuel Rutherford, Franciscus Ridderus) zeiden dat de belofte ook geldt als je grootouders of nog vroegere voorouders gelovigen waren. De opvatting van Boston heeft (naar mijn mening) de sterkste bijbelse papieren, maar ik ben liever te mild dan te streng in het oordeel der liefde. Daarbij, als een gemeente decennialang een verkeerde dooppraktijk heeft gehad, moet je daar als kerkenraad anders mee omgaan, dan wanneer de gemeente de bijbelse doopvisie kent en daarmee instemt.

Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink

Lees ook: 'Vraag na doopdebat'

Lees meer artikelen over:

kinderdoop
Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.A. van den Brink

  • Geboortedatum:
    05-01-1974
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Actief
242 artikelen
Ds. G.A. van den Brink

Bijzonderheden:

Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.

Bekijk ook:

 

 

 

 

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik ben een meisje van 19 en mijn cyclus is erg onregelmatig. Het laatste half jaar hou ik het bij en varieert het van de 25 dagen tot 43 dagen. Wel is mijn menstruatieperiode altijd hetzelfde (eerste ...
Geen reacties
11-09-2009
Mijn man en ik zijn nu zo'n negen maanden getrouwd. We willen allebei heel graag kinderen, maar tot nu toe is het nog steeds niet gelukt. Terwijl we wel de temperatuur bijhouden en zeker weten dat er ...
Geen reacties
11-09-2004
Ds. Heikamp. Waarom dragen de vrouwen tegenwoordig geen hoeden meer tijdens zendingsdiensten en -bijeenkomsten? Als het woord van God centraal staat en opengaat, is een hoofddeksel toch een eerbiedige...
Geen reacties
11-09-2017
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering