Als koningen regeren eeuwigheid

In Openbaring 22: 4 staat: “En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.” Als allen die in het boek des levens staan, zullen regeren als koningen, wie zijn dan de onderdanen?

In Openbaring 22: 15 staat dat de rechtvaardigen recht hebben op de boom des levens en dat zij de stad (het nieuwe Jeruzalem) mogen binnengaan. “Maar buiten (de stad?) bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen leefheeft en doet.” Zijn er op de nieuwe aarde dan ook ongelovigen? Kunt u deze tekst verklaren?

Beste vraagsteller, 

Naar aanleiding van je eerste vraag het volgende: je zult deze woorden in verband moeten brengen met wat we in het eerste hoofdstuk van de Bijbel lezen. Toen God de mens naar Zijn beeld schiep, stond de Heere voor ogen dat hij als onderkoning zou heersen over de werken van Zijn handen. Ten gevolge van de zondeval beantwoordt de mens op geen enkele manier meer aan deze roeping van Godswege. In plaats van als een koning te heersen over de werken van Gods handen is hij een soort uitbuiter geworden.

We plukken er vandaag op allerlei manieren de wrange vruchten van. De mens heerst niet meer zo over de schepping dat deze een afspiegeling is van de wijze waarop God Zelf dat doet. Hierin vertoont hij Gods beeld niet meer. Ook vandaag lijkt dit doel van God met de mens ver weg. In deze door de zonde gestempelde wereld kan dit ook onmogelijk werkelijkheid worden. Op de nieuwe aarde zal dit doel uiteindelijk toch bereikt worden. Dan zal de mens heersen over zijn medeschepselen op de manier die God bij de schepping van de wereld al voor ogen stond. Het gaat hier niet over de ene mens die heerst over de andere. Het gaat hier om het heersen over de vogels in de lucht, de vissen in de zee en de dieren op de aarde en over de gehele aarde (vgl. Genesis 1:26). Alle dreiging die kan uitgaan van het geschapene voor de mens zal er niet meer zijn. Hij hoeft niet meer op de loop voor welk wild dier ook. Hij zal er over heersen als een koning!

Je tweede vraag gaat over Openbaring 22: 15. Woorden van vergelijkbare strekking komen voor in Openbaring 21: 8. Daar worden in Openbaring 22: 15 alleen nog “de honden” aan toegevoegd. Als je beide verzen naast elkaar legt, wordt meteen duidelijk wat de bedoeling is. In Openbaring 21:8 heet het dat de daar genoemde zondaren die nooit de toevlucht tot de Heere Jezus Christus hebben genomen, zullen zijn in de poel van vuur en zwavel, terwijl in Openbaring 22:15 wordt gezegd dat ze buiten het nieuwe Jeruzalem zullen zijn. Die woorden geven op een indringende wijze aan dat zij die in de zonde hebben volhard geen deel zullen hebben aan het heil dat in het nieuwe Jeruzalem wordt genoten. Zij hebben geen toegang tot de heilige stad. Waar ze wel zijn, wordt in Openbaring 21: 8 beantwoord: hun lot is de tweede dood; zij zijn in de poel van zwavel en vuur. Deze mensen zijn dus niet op de nieuwe aarde, maar in de verlorenheid. Erg aangrijpend. Alle reden om ernst te maken met het woord van de Heiland: strijdt gij om in te gaan (Lukas 13: 24)! 

Ik hoop dat ik hiermee je vragen afdoende heb beantwoord. Met een hartelijke groet, 

Ds. H. Peet

Dit artikel is beantwoord door

Ds. H. Peet

• Geboortedatum:
  15-01-1964
• Kerkelijke gezindte:
  Christelijk Gereformeerd
• Woon/standplaats:
  Sliedrecht (Eben-Haëzer)
• Status:
  Actief

105 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven