Vraag
Onze dochter is aan het begin van het schooljaar van school veranderd. Ze zat in de brugklas op een christelijk vmbo. Ze had het daar niet goed naar haar zin en voelde zich er niet thuis. Er was grof taalgebruik, er werd gevloekt en allerlei scholieren hingen nogal eens rond op straat. Daarom na een jaar toch gekozen voor een (veilig) reformatorische vmbo, waar ze nu in de tweede klas zit van de theoretische leerweg.
Tot onze grote verbazing is het hier eigenlijk niet beter gesteld met het taalgebruik. Er wordt net zo hard gevloekt en gescholden hier. Ook wordt er door de halve klas gerookt en er zijn zelfs al heel wat klasgenoten van 14 (!) jaar die elke week alcohol drinken... Schokkend vinden wij dit als ouders. We hadden toch een ander beeld bij een reformatorische school! De kledingvoorschriften worden heel belangrijk gevonden, net als het gebruik van de Statenvertaling, die qua taalgebruik toch wel ver af staat van de taal die nu gesproken wordt. Deze punten worden steeds herhaald. Dat is waar de school voor staat. Maar over roken, drinken, vloeken en ander grof taalgebruik hoor ik nooit iets, net als over de manier van omgaan met elkaar, die ook niet altijd even christelijk is (liegen, roddelen, kwaadspreken, leraren pesten, spijbelen).
Wat mij opvalt is dat er voor deze zaken op de ‘gewone’ christelijke middelbare school veel meer aandacht is, dan op de reformatorische middelbare school. Het “gij geheel anders” zie ik dus eigenlijk alleen terug in de rokjes waarin de meiden allemaal lopen. Maar is dát nou echt waar het allemaal om draait, om het uiterlijk? Het is toch vele malen belangrijker dat het evangelie ook hier op begrijpelijke wijze verkondigd wordt en dat de leerlingen het evangelie leren begrijpen en mogen groeien in hun geloof, wat zichtbaar wordt in hun doen en laten?!
We kenden het reformatorische onderwijs niet, maar we zijn echt heel verbaasd en ook wel geschokt eigenlijk, dat het bijna nog wereldser is dan op een gewone christelijke middelbare school. Gaat het zo nou op alle reformatorische scholen vragen wij ons af? Ik heb eerlijk gezegd liever een dochter die niet rookt, drinkt en vloekt en dan een broek aan heeft, dan een dochter die braaf een degelijke rok aandoet, maar die stiekem rookt, drinkt en vloekt...
Antwoord
De teleurstelling is goed te begrijpen. Uw verhaal is helaas nogal herkenbaar... Denk aan de getuigenissen van de buschauffeurs die de refo-leerlingen mogen rijden en ondertussen heel wat onstichtelijks te horen krijgen. De automobilisten die bijna kilometers lang achter over de hele weg zwalkende (korte) rokjes en rokers mogen rijden, omdat het niet of nauwelijks wordt vergund fatsoenlijk te passeren. Ja, de refo-jeugd kan het bont maken. De ouders misschien nog bonter. Waar staan we nu werkelijk voor? U schetst een somber beeld... Wat een voosheid. Wat zouden wij anders moeten zijn! Leesbare brieven van Christus.
Op de vraag of alle refo-scholen zo zijn kan ik echter geen antwoord geven. Soms vrees ik. Maar we mogen niet generaliseren. Iemand schreef eens: “Met een minimum aan kennis hebben we vaak een maximum aan oordeel.” Dat kan en mag niet. Ik wil hopen dat er ook andere verhalen te vertellen zijn.
Probeer zelf eerlijk over de dingen te spreken met uw kind(eren) en met anderen, in het bijzonder de leidinggevenden en leerkrachten van de school. Maak duidelijk -gehoorzaam horend naar het Woord- hoe voor u een christelijk leven er uit ziet. En: leef zelf dat leven!
Vergeet niet voor de scholen te bidden. Er zijn ook leerkrachten die onder het beeld dat u schetst lijden en heel graag een verandering ten goede zouden zien.
Kand. G. A. van Ginkel
Dit artikel is beantwoord door
Kand. G.A. van Ginkel
- Geboortedatum:13-01-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Maartensdijk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Pastoraal werk te Veen, Wijk (bij Heusden) en Groenekan.
