Verbonden uit Efeze

Ds. P. J. den Admirant / 1 reactie

22-04-2013, 10:00

Vraag

Kan iemand mij uitleggen wat er bedoeld wordt met "verbonden" in Efeze 2:11-14 en welke verbonden zijn dat dan? En zijn die dus nu ook voor ons als gelovige?


Antwoord

In de brief aan de gemeente van Efeze spreekt de apostel de gemeente herhaaldelijk aan op hun afkomst: de gemeenteleden waren overwegend afkomstig uit de volken. Heidenen, mensen die niet bij het volk van Gods belofte behoorden. "Ook u", horen we in 1:13. Nadat hij sprak over wij die al eerder onze hoop op Christus gesteld hebben. Het wonder dat God zich ook over de heidenchristenen heeft ontfermd wordt in hoofdstuk 2 sterk benadrukt. Ook u heeft Hij medelevend gemaakt (2:1).

Vanaf vers 11 wordt dat nog sterker door de apostel benoemd: Men moet de eigen afkomst niet vergeten: voorheen heidenen. Ze werden door mensen uit de besnijdenis (Israël) met enige verachting "onbesnedenen" genoemd: mensen die het teken van Gods verbond niet dragen, er niet bijhoren. En zo was dat in feite ook. Vijf dingen worden over het verleden van deze heidenchristenen gezegd. Ze waren (voordat hun het evangelie verkondigd was en zij tot geloof gekomen waren):

1. zonder Christus
2. zonder burgerrecht
3. zonder de beloften van de verbonden
4. zonder hoop
5. zonder God.
 
Dat mogen ze nooit vergeten om juist te waarderen en te blijven waarderen dat God zich nu over hen ontfermd heeft en in Christus nabij heeft gebracht. Zelfs zo nabij dat beiden (gelovigen uit Israël en de volken) door Christus toegang hebben in één Geest (dat wil zeggen: bij de hand genomen door de Geest) tot de Vader (2:18).
 
De woorden vreemdelingen van de verbonden van de beloften (2:12) moeten we niet zo opvatten alsof er vele verbonden zijn, of op z'n minst twee. Hier gaat het om één verbond. Het verbond dat God met Abraham en met Israël gesloten heeft, en telkens weer opnieuw heeft bevestigd. "Verbonden" (meervoud) ziet op de verschillende momenten waarop God Zijn verbond met Israël heeft bevestigd. De beloften van het verbond (en alle verbondsherhalingen) komen hier op neer: Om u te zijn tot een God (Genesis 17:7 en 8); Ik ben de HEERE, uw God (Exodus 20:1) en alles wat daarin begrepen is: Zijn hulp, bescherming, genade, vergeving, trouw, goedheid en zegen.
 
De vraag of deze "verbonden" nu ook voor de gelovigen uit de volken gelden, kunnen we voluit met "ja" beantwoorden. Mits we maar niet vergeten dat Israël als eerst volk van Gods verkiezing speciale beloften kreeg: het land Kanaán en de bescherming in dit land. Dat geldt niet op dezelfde manier voor de gelovigen uit de volken. Er zit dus in de beloften van het verbond ook een aspect dat betrekking had op dit ene volk: Israél.
 
Wel moeten we zeggen dat de schrijver van de brief aan de Hebreeën de belofte van een eigen land niet alleen op Kanaän betrekt, maar zelfs vooral op het eeuwige leven. Hij spreekt dan over Abraham die meer verwachtte dan het land dat hij nooit in bezit gehad heeft. Het bleef voor hem een vreemd land. Hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan de Bouwmeester en de Architect God zelf is (Hebreeën 11:10). In die zin zijn ook de gelovigen van het NT op weg naar Kanaän.
 
Nu de gemeente nabijgebracht is mag het tot het huisgezin van God behoren. Voor gelovigen uit de volken gelden dus dezelfde beloften van nabijheid, bescherming, vergeving en eeuwig leven. Daarom kunnen beloften die aan Jozua gedaan zijn (Jozua 1:5) in Hebreeën 13: 5 op de gemeente van het NT betrokken worden: God zal de Zijnen niet vergeten en niet verlaten.
 
Paulus gaat in Efeze 2 heel ver. Het gaat hierbij niet om 'vervangingstheologie': de kerk is in de plaats van Israél gekomen, maar om de eenheid van de gemeente uit Israël en de volken. Door God gemaakt tot één nieuwe mens (Efeze 2: 15).
 
Samengevat: Het gaat in Efeze 2: 12 om één verbond, het verbond van Gods genade. Het meervoud ziet op de momenten waarop God het verbond bevestigd en hernieuwd heeft. De gelovige uit de volken hebben deel aan dezelfde kern van het verbond: Gods genadige liefde, bescherming en vergeving.

Ds. P. J. den Admirant

Tags in dit artikel:

efezeverbondvervangingsleer
Dit artikel is beantwoord door

Ds. P. J. den Admirant

  • Geboortedatum:
    05-12-1954
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Inactief
45 artikelen
Ds. P. J. den Admirant

Bijzonderheden:

In 2020 met emeritaat.


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
1 reactie
MUS
23-04-2013 / 13:30
In Christus delen we in het verbond met Israel. Daarom is Abraham ook een vader van alle gelovigen genoemd. Er is (helaas) geen verbond gesloten met de kerk... (Rom 9-11)

Terug in de tijd

Ik zit met m'n handen in het haar rondom een liefdesrelatie. Drie maanden geleden heb ik (29 jaar) via via contact gekregen met een vrouw (24 jaar). Na wat heen en weer gebel en geapp is het tot een e...
1 reactie
22-04-2015
Moet je perse een persoonlijke openbaring hebben voor je mag geloven dat Christus ook voor jou gestorven is? In de Bijbel staat toch: Die gelooft zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden? Mag ...
Geen reacties
22-04-2005
Ik heb een vraag hoe het komt en wat ik eraan kan doen om weer meer Zijn stem te horen. Het lijkt nu wel of alles qua Bijbellezen en bidden op de achtergrond komt. Zelf lees ik de Bijbel nog wel en oo...
2 reacties
22-04-2011
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering