Peterschap

Ds. M.F. van Binnendijk / Geen reacties

13-04-2013, 11:16

Vraag

Ik ga nu al twee jaar naar de kerk. Ik heb een seculiere moeder en een roomse vader die (zo als zo vaak tegenwoordig) wel gedoopt is maar (bijna) niets met het roomse geloof doet. Het is wel zo dat ik een peetvader/oom heb. Ik ben niet gedoopt. Ik ben nu 23 en mijn ouders hebben een overlijdensverzekering. Dus mocht er wat gebeuren, dan heb ik geen losser nodig zoals ik gisteren las in Ruth. Dus zoveel waarde heeft dat nu niet meer. Mijn vraag is nu: hoe zit het nu met dat peetouderschap in de kerk? (zowel rooms als protestant) en wat wordt daarover gezegd in de Bijbel? Komt dat inderdaad van het losser-idee vandaan? En heeft elk kind altijd een peetvader of peetoom? En is dat in de Nederlandse wet geregeld?

ADVERTORIAL

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een gezin van Egyptische christenen te kopen, die wij uitdelen ter plaatse. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden. 

Doet u mee?

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

Antwoord

Het peterschap (vrouwelijk equivalent: meterschap) is de hoedanigheid die een (doop)peter en doopmeter op zich nemen. Het woord peter is afgeleid van het Latijnse pater (vader), zoals meter afgeleid is van mater (moeder). Bij de doopplechtigheid wordt vanouds over een nieuwe geboorte gesproken met een vader en moeder in het geloof. Grootouders, ooms en tantes worden meestal gevraagd peter of meter te zijn. Bij een rooms-katholieke doop worden doorgaans twee getuigen gevraagd: een (mannelijke) peter of peetoom en een (vrouwelijke) meter of peettante. Deze peetouders zijn samen de doopborgen. Behalve hun functie als getuigen, wordt hen ook gevraagd "een bijzondere zorg en aandacht" te besteden aan de christelijke opvoeding van het kind, in het bijzonder wanneer het kind zijn beide ouders zou verliezen. Soms wordt het kind naar de peetoom of peettante genoemd, vooral als de naam tijdens de doop wordt vastgesteld. Het omgekeerde komt ook voor: dan spreekt men oneigenlijk van 'peetoom' of 'peettante' als een kind naar iemand genoemd is, terwijl er van doop geen sprake is.

Peterschap komt ook voor in protestantse kringen, zelfs in families die niet belijdend christelijk zijn. Dit is vooral het geval in Angelsaksische landen en in koninklijke families. In België is de koning meestal peter van een zevende zoon, de koningin wordt meter van een zevende dochter van een familie.

In de Rooms-katholieke traditie is een peter of meter doorgaans een doopgetuige, waarbij zij de verplichting aangaan om náást en indien gewenst ná de biologisch eigen ouders mede zorg te dragen voor de christelijk opvoeding. Dit laatste komt overigens in bepaalde protestantse en anglicaanse gemeenten, net als bij de kerk van de Nazareners, tot uiting doordat naast de ouders óók de gemeente gevraagd wordt haar ja-woord uit te spreken over het gedoopte kind, om ouders en kind in de christelijke opvoeding bij te staan. Bij de rooms-katholieke doop liggen taken en verantwoordelijkheden van de peetouders vast in het kerkrecht en is nauwkeurig omschreven en aan voorwaarden verbonden (Canon 872-874).

Vanouds kwam het voor dat bij overlijden van de ouders het kind naar een van de peetouders zou gaan, maar dat komt zelden nog voor. Daarvoor in de plaats (en ook daarnaast) is er de voogdij, die niet kerkelijk, maar juridisch (notarieel) wordt vastgelegd. (Zo kon het voorkomen dat een kind van rooms-katholieke ouders weliswaar een peter en meter hadden, maar bij overlijden van de ouders toch onder voogdij van in de acte vastgelegde voogden werd gesteld).

Een peter en meter zijn doorgaans geen directe familie of echtpaar. Peetoom kan broer van vader zijn, terwijl de meter een zus van moeder kan zijn. De traditie laat zien dat peters en meters bij verjaar- en andere hoogtijdagen hun petekind extra (financieel) verwennen, te beginnen met het betalen van het doopfeest en de doopjurk. Tegenwoordig wordt aan het peter- en meterschap doorgaans alleen een symbolische waarde toegekend.

Gezien de scheiding van kerk en staat in 1816 is er dus geen Nederlandse wetgeving die peter- en meterschap regelt. Wel heeft de wetgeving voorzien in notarieel vastgelegd voogdijschap.

Inzake opvoeding is er een lans te breken voor het peter- en meterschap. Omdat een kind opgroeit met -naast de eigen ouders- een vertrouwd stel, zullen zij vooral in de puberteit van hun petekind van grote waarde kunnen zijn, wanneer er woorden zijn met de ouders of als er spanningen zijn en de drempel naar een peetoom/-tante veel lager is.
 
De Bijbel kent geen peter- en meterschap. Wel kent de Bijbel het leviraatshuwelijk (Deuteronomium 25:5), dat op een gruwelijke manier tot uiting komt in Genesis 38 (waar Onan het verzaken van zijn plicht als losser met de dood moet bekopen), maar manifesteert zich op een fantastische en geweldige manier bij Boaz, wanneer als hij de weduwe Ruth tot zijn vrouw neemt (Ruth 4). Het leviraatshuwelijk (zwagerhuwelijk), kortweg leviraat, is de samenlevingsvorm van een man met de weduwe van een overleden broer, wanneer uit dat huwelijk geen kinderen zijn geboren. Het woord komt van het Latijnse levir wat "broer van de echtgenoot" betekent.
 
In religieuze of culturele context spreekt men soms van een leviraatsplicht om weer te geven dat de man slechts een zeer beperkte of geheel geen keuze heeft. Het eerste kind wordt dan geacht een kind van de overleden broer te zijn. Op deze wijze zorgt men ervoor dat de nalatenschap en de naam van de overleden broer niet verloren gaat. Tevens wordt met deze samenlevingsvorm de oude dag van de kinderloze weduwe verzekerd, waar kinderen belangrijk zijn voor verzorging op hoge leeftijd. Deze gewoonte leefde dan ook bij het joodse nomadenvolk uit het Oude Testament

Een losser (Hebr. go'el) is in Bijbels principe dus doorgaans de zwager van een weduwe, die -wanneer zij kinderloos achterblijft- er zorg voor draagt dat er nog kinderen komen, die niet alleen (in hun ouderdom) de zorg van hun ouders op zich nemen, maar waarbij de oudste ook naamdrager is van zijn overleden vader, zodat het geslacht niet uitsterft en (in oudtestamentisch opzicht) de lijn naar de Messias openblijft.

Ds. M.F. van Binnendijk,
Rotterdam

Ds. M.F. van Binnendijk

Ds. M.F. van Binnendijk

  • Geboortedatum:
    30-11-1963
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Stadskanaal
  • Status:
    Actief
  • Bijzonderheden:

    Lees ook: het weblog 'Dominee in de bajes'

Tags in dit artikel:

peetouders
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik loop al een tijdje met de vraag: Waarom geloven? Waarom is het feit van geloven alleen zo belangrijk dat het al het leed van de wereld rechtvaardigt? Waarom mogen we niet weten dat God bestaat? Hij...
1 reactie
13-04-2016
Wij verwachten ons eerste kindje en moeten nadenken over een aantal vragen m.b.t. de hielprik. Zo moeten we beslissen of we ook willen weten of ons kindje drager is van bepaalde ziektes en ook of we e...
1 reactie
13-04-2012
Graag een vervolgvraag aan ds. Heikamp. Dominee, u schrijft in uw antwoord "vrij en moedwillig doorgaan in de zonde met als gevolg een biddeloos leven.” Nu is dit niet een vrij en moedwillig doorgaan,...
Geen reacties
13-04-2005
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering