Vragen bij erfschuld

Ds. M. M. van Campen / 22 reacties

29-12-2012, 12:38

Vraag

Aan ds. Van Campen. Ik heb met veel belangstelling uw preek over NGB p.15 gevolgd op 25-11-12. U vraagt zich af of de erfschuld wel bijbels is, tenminste, zo heb ik het gehoord. Nu heb ik n.a.v. eerdere vragen op Refoweb een verwijzing naar Rom. 5 gezien. Terwijl ik dit las kwam het op mij over alsof het daar juist over de erfsmet gaat. Echter in vers 18 gaat het wel over de erfschuld, maar dit is door de vertalers ertussen gezet, lijkt het. Kunt u wat Schriftplaatsen noemen die gebruikt worden om de erfschuld te 'bewijzen' en waarom het volgens u niet zo lijkt te zijn?


Antwoord

De erfzonde wordt traditioneel onderscheiden in erfschuld en erfsmet. De erfsmet (= de van Adam geërfde smet van de zonde) is een bijbels gegeven, maar de erfschuld (= de van Adam geërfde schuld) is niet rechtstreeks uit de Bijbel aan te tonen. Dat is wel een deel van de gereformeerde leer geworden, maar de Schriftuurlijke gronden ervoor zijn uitermate zwak.

A. Erfschuld (juridisch begrip: schuld, toegerekende zonde, God rekent ons schuldig met Adam).

B. Erfsmet (ethisch begrip: onheilig, inklevende zonde).

Traditioneel wordt inderdaad verwezen naar Romeinen 5:12 en 18. Maar dat moeten we wel goed lezen.

1. Ik ken geen schriftbewijs voor de stelling dat Adams schuld ons toegerekend wordt. Wij zijn schuldig doordat wij zelf dankzij onze onreine natuur zondigen, niet doordat de schuld van Adam ons wordt toegerekend. Gestraft te worden om toegerekende schuld is in strijd met Gods rechtvaardigheid. De mens die zelf zondigt, is schuldig en daarom strafwaardig.

2. Wij erven de zondige natuur van Adam en Evan, maar wij worden door God niet gestraft voor hún zonde, maar -als we ons niet bekeren-  alleen voor onze eigen zonden. Wat ik erf is niet de zonde die Adam begaan heeft, ik erf niet de schuld die hij op zich heeft geladen, ik erf niet de aansprakelijkheid voor zijn schuld. Wat ik erf is de zondige natuur die Adam sinds zijn zondeval bezat en die hij op zijn nageslacht heeft overgedragen, zie Job 14:1-4 en Joh. 3:3.

3. Ik ben alleen verantwoordelijk -en dat is al ernstig genoeg- voor de zonden die ik als gevolg van die zondige natuur bega. Er wordt mij niets toegerekend wat een ander in een ver verleden heeft gedaan. Wat mij in deze zaak wel met Adam verbindt is de zondige natuur.

4. Bedenk dat straks de mens niet in de eerste plaats om zijn zondige natuur veroordeeld zal worden, maar om zijn zondige daden. God zal ieder vergelden naar zijn wérken! (Rom. 2: 5v). Ik zal mij voor de rechterstoel van God niet hebben te verantwoorden voor mijn erfzonde, maar voor mijn eigen boze werken.

5. Morele schuld is niet overerfbaar, noch voor de wet noch voor God. Erfsmet is geen straf, maar gevolg van de zonde van het eerste mensenpaar. Wij erven de zondige natuur van Adam en Eva,  maar wij worden niet gestraft voor hun zonde, maar -als we ons niet bekeren- alleen voor onze eigen zonden: zie Deut. 24:16 en Ezech. 18:20. God straft nooit kinderen voor de zonden van hun ouders, maar wat wel gebeurt is dat kinderen de schadelijke gevólgen dragen van de zonden van hun voorouders.
 
6. Romeinen 5:12 is bedenkelijk in de vertaling van SV en de HSV: in wie allen gezondigd hebben (zo reeds Augustinus en dan zou er over de erfzonde gesproken worden door de term inwie, namelijk in die ene Adam). Maar je kunt evenzeer vertalen: aangezien allen gezondigd hebben of: doordat allen gezondigd hebben en dan wordt er niet gewezen op de erfzonde, maar op het persoonlijk zondigen van individuele mensen, dat is namelijk het beste bewijs dat de verdorven natuur van Adam is overgegaan op zijn nageslacht. Het feite dat we allen gezondigd hebben bewijst dat allen deelhebben aan de boze natuur van Adam. In het voetspoor van Calvijn spreken vele gereformeerde theologen over de erfzonde als een schuld , een boze daad die ik in Adam bedreven zou hebben en waarvoor God mij schuldig zou houden. Op grond van de uitleg van Romeinen 5:12 kun je dat dus niet handhaven. De vertaling "inwie" is onnauwkeurig, zie ook de King Jamesversion. Straf is in de Bijbel steeds het antwoord van God op ongerechtigheden die door de gestraft personen zelf bedreven zijn.

7. Dit geldt ook voor de vertaling van Romeinen 5:18: de schuingedrukte woorden in de Statenvertaling zijn er door de vertalers zelf bijgevoegd en staan niet in de grondtekst. En die zelf bijgevoegde woorden gaan juist over schuld! De dogmatiek heerst hier dus over de exegese! En dat is een kwalijke zaak. Vers 18 luidt: "Zo dan, gelijk door één misdaad de schuld gekomen is over alle mensen..."  Helaas geldt dit ook voor de HSV. Met evenveel recht en reden kun je vertalen: "zoals door de overtreding van één de gevolgen zich uitstrekken tot alle mensen." En dat is zeker waar: de ene ongehoorzaamheid van Adam leidde tot dramatische gevolgen, van dood en veroordeling. Het had enorme consequenties voor iedereen. Maar dat is erfsmet!
 
DUS: noties als erfschuld en geërfde straf en toerekening van Adams schuld staan niet in de Bijbel en de Bijbel leert dat ook niet. Je kunt geen zondeschuld erven, dit is wel geleerd en is  geprobeerd te verklaren met hoe wij "in Adam" gezondigd hebben, maar dat berust op een onnauwkeurige vertaling van Romeinen 5:12 en 18.

In Adam zondigen zou dan hetzelfde zijn als te zeggen dat Adams zonde ons toegerekend wordt en dan is Adam schuld onze schuld geworden. Wij draaien dus voor de gevolgen van Adams zonde op alsof wij die zonde zelf bedreven hadden. Zou ik om vreemde zonden schuldig worden verklaard?  Zou een vréémde schuld ons worden aangerekend? Daar heb ik bijbelse moeite mee, dat is onrechtvaardig. Als het tot het menselijk recht behoort dat aan niemand een schuld mag worden toegerekend die hij zelf niet op zich heeft geladen, moet het recht van God daar dan niet bovenuit gaan?  Bovendien wordt de mens dan slachtoffer i.p.v. schuldenaar!
 
Er is er maar één die een Hem persoonlijk totaal vreemde schuld werd aangerekend en dat is Christus geweest! Hij die geen zonde heeft gekend, is voor ons tot zonde gemaakt opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem!
 
Ds. M. M. van Campen

Lees meer artikelen over:

erfzonde
Dit artikel is beantwoord door

Ds. M. M. van Campen

  • Geboortedatum:
    02-03-1965
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Rotterdam-Zuid
  • Status:
    Inactief
66 artikelen
Ds. M. M. van Campen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
22 reacties
Van_Berea
01-01-2013 / 22:49
Even terug naar het antwoord van ds. Van Campen op de vraag die gesteld werd. Kort samengevat: kan je vanuit de Bijbel spreken van een erfschuld die ons wordt toegerekend of niet?

1. Het is geen nieuwe discussie, maar een discussie die al eeuwen vele pennen heeft losgemaakt. Het antwoord van ds. Van Campen is niet nieuw, net zomin als deze reactie.
2. Het antwoord van ds. Van Campen begint met het feit dat t.a.v. deze zaak traditioneel verwezen wordt naar Rom. 5:12, maar voegt hij er aan toe: dat moet je goed lezen. Helemaal met ds. eens!
3. Hij zegt dan verder dat de SV en de HSV een bedenkelijke vertaling hebben van deze tekst: “in wie allen gezondigd hebben”. Dat “bedenkelijk” is een kwalificatie, die m.i. ook bedenkelijk is.
4. In het Grieks staat in Rom 5:12 ‘in wie allen gezondigd hebben’: "ep hoi pantes hermarton". “Hermarton” (=zondigde) is een aoristus, een éénmalige daad in het verleden, de erfzonde. De woorden “ep hoi” (= in wie) kunnen worden vertaald met 'op grond van wie/op grond waarvan”. Dus op grond van Adams daad zijn wij niet alleen besmet, maar ook schuldig.
5. Het gaat in de toerekening van de erfschuld niet over persoonlijke zonden van de mens Adam, bijv. dat ik de schuld zou moeten dragen dat Adam bij wijze van spreken een keer zijn vrouw geslagen heeft, dan zou de opmerking van ds. Van Campen terecht zijn. Nee, het gaat over de zonde van Adam als ons verbondshoofd van het werkverbond. Als Adam staande gebleven zou zijn, zou zijn gerechtigheid ons als nageslacht ook zijn toegerekend, nu dat niet zo is, wordt zijn schuld ons toegerekend.
6. Goed, voor theologen geen onbekende zaken, wel voor de jongeren die graag iets nieuws van een algemeen gewaardeerd predikant overnemen. Toch mijn advies aan hen: wees altijd kritisch, doe als die van Berea en onderzoek iets voor je een standpunt inneemt/overneemt. Advies: naast google zijn er prachtige boeken over dit onderwerp, daarmee steek je een spa dieper.
7. Het zou ds. Van Campen sieren een wat bescheidener standpunt in te nemen. Termen als “onbijbels” zijn wel heel zwaar en "dat de dogmatiek heerst over de exegese" gaat voor zijn keuze net zo goed op. Iets meer opening laten voor de mening van anderen, zoals b.v. een man als Calvijn, zou hem passen.
8. Het belangrijkste van alles is echter wat ik iedere lezer toewens is wat we lezen in Z. 23 van de H.C. dat de gerechtigheid van Christus ons uit genade is/wordt toegerekend. Die gerechtigheid, die ook wordt toegerekend aan jong gestorven kinderen van gelovige ouders.
hevarie
02-01-2013 / 12:10
Berea:
Kan er weinig aan toevoegen. Wel fijn zo’n grondige reactie op dit geloofsvraagstuk.
1. Van belang is je laatste zin en die sluit nauw aan bij de kanttekening -31- van Rom.5:12: ‘Namelijk alzo is ook door één Mens Jezus Christus de gerechtigheid en het leven over alle gelovigen gekomen.’
Misschien is het volgende nog van belang:
2. Ik lees in Ps. 51:7 Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. Met als kanttekening: Versta de erfzonde, aangeboren verdorvenheid, het vlees en de inwonende zonde.
3. Met de conclusie van Ds.van Campen zou de redding van jonggestorven kinderen een vanzelfsprekendheid zijn, daar zou geen discussie over mogelijk zijn. De uitgebreide behandeling van dit onderwerp in de Dordtse Leerregels is dan onnodig. Ik denk in verband hiermee ook aan het boekje van Ds. Kempeneers ‘Ik zal tot hem wel gaan…’ We lezen dat het voor onze (oud)vaders een geloofsworsteling was: ‘Waar is ons jonggestorven kleine?’ En nog steeds zie je die worsteling van ouders die een jong kind naar het graf moeten brengen en de troost als de Heere daar licht over geeft vanuit zijn woord. Zo lees je in Jer. 31:17 En er is verwachting voor uw nakomelingen, spreekt de Heere.
4. In het doopformulier wordt verwoord dat de mens ‘in zonden ontvangen en geboren is’. Maar daarboven Gods grondeloze barmhartigheid dat hij ons, zonder enige belemmering, genade en verlossing door het bloed van Christus aanbiedt en wij dat met een gelovig hart mogen aannemen.
De stelling van Ds. van Campen is sympathiek maar biedt die meer hoop, meer troost, dan dit?

Terug in de tijd

Ik weet niet zo goed hoe ik deze vraag duidelijk kan stellen. Ruim een half jaar geleden heb ik een jongen leren kennen. We hebben lange tijd met elkaar gepraat en zo een vriendschappelijke relatie op...
Geen reacties
29-12-2006
Heeft Gods kind ook angst voor de dood? Niet exact gericht op na de dood, maar de dood op zichzelf, de manier en wanneer. Persoonlijk heb ik Gods liefde ervaren en is Hij een bijzonder werk in mij beg...
Geen reacties
29-12-2021
Hoe moet ik als gelovige, dit artikel van Nature plaatsen in de tijdlijn zoals mij dat geleerd is?
Geen reacties
29-12-2017
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering