Hoedje op
Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 24-10-2012| 10:17
Vraag
Een vraag die mijn collega al twee keer aan mij heeft gesteld. Ik weet niet meer wat ik de eerste keer heb geantwoord, maar vandaag vroeg ze het opnieuw. "Waarom hebben sommige vrouwen hun hoed netjes in een tasje, en doen ze die bij de kerk pas op. En waarom doen anderen die bijvoorbeeld thuis al op en fietsen daar dan mee op naar de kerk? Ze zei: In mijn vroegere woonplaats had je de hoedjeskerk en de gewone kerk (om als kind het verschil uit elkaar te houden). Bij de ene kerk hadden ze de hoedjes thuis al opgedaan en gingen zo naar de kerk. Tegenwoordig zijn er veel mensen die in de hal van kerk pas de hoed uit de tas halen en opzetten. Waarom is dat? Ik heb maar geantwoord dat ik dat niet zo goed weet. Misschien zijn ze wel bang dat ie onderweg afwaait. Maar dat daar, naar mijn idee, geen 'regels' voor zijn. Dat dat een keuze van de mensen zelf is. Klopt dat of zit daar meer achter? Traditie, schaamte enz? Mijn collega is niet christelijk/gelovig.
Geeft u straatarme Egyptische christenen een onvergetelijke Kerst?
In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een christelijke Egyptische familie te doneren. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden.
Antwoord
Hartelijk dank voor je vraag. Het is naar Gods Woord dat de vrouwen van de gemeente met gedekten hoofde naar Gods huis komen (zie 1 Korinthe 11). In 1 Korinthe 11:4 lezen we dat de man die bidt of profeteert, die onteert zijn eigen hoofd. Volgens de kanttekeningen van de Statenvertaling is dat omdat de heidenen met een hoofddeksel op hun afgoden plachten te dienen. In vers 5 wordt het de vrouwen verboden met onbedekt hoofd te bidden of te profeteren. Hier zeggen de Kanttekenaren dat het niet bedekken door de vrouw van haar hoofd een teken is van heerschappij en als zodanig in strijd is met het wezen van de vrouw, zoals dat bedoeld is bij de schepping. De vrouw kreeg bij de schepping een in liefde dienende taak. Deze taak is de heerlijkheid van de vrouw. Bovendien schrijft de apostel Paulus in 1 Korinthe 11:5 dat de vrouw die bidt of profeteert met ongedekt hoofd, zichzelf onteert. Volgens de kanttekeningen betekent dit dat zij door dat na te laten, lijkt te willen ontkennen dat zij onder de man staat in dienende liefde. De man heeft te zorgen dat de vrouw in dienende liefde tot haar recht moet komen. Dat zo de vrouw in Gods huis een hoed draagt is een gehoorzamen van het Woord des Heeren, daarom draagt de man in Gods huis geen hoed.
Je vraagt waarom het is dat de ene vrouw of meisje op weg naar Gods huis (een goede zaak!) thuis haar hoed op zet, terwijl anderen deze meenemen in een plastic zak en pas opzet in het portaal van de kerk. Ik heb er naar gevraagd en kreeg te horen dat dit om een praktische redenen is. Dan kan de hoed onderweg niet afwaaien. Regels zijn hier niet voor. Dit gebruik is vanzelf ontstaan.
Wat is het belangrijk dat we in deze zaken niet onszelf, maar de eer des Heeren heben te bedoelen. Laatst mocht ik voor gaan in een gemeente waar velen opgingen naar Gods huis. Aan de vrouwen was dit te zien: ze droegen een hoed. Ik vond dit mooi en dacht: hoe gaan de stammen op. Het is te zien dat hier een kerkgang gemaakt wordt. Ik weet een kerkgebouw waar de vrouwen hun hoed na de kerkdienst in de kerk aan de kapstok lieten hangen tot de volgende kerkdienst. Dat zagen de catechisanten ook... Het is goed gekomen. Het mag nooit een zaak van valse schaamte zijn om met de hoed niet over de straat te durven. Ik vind het altijd jammer als we vooral oudere mensen zonder hoed in Gods huis zien zitten. Als de Heere ze grijpt, komt ook dit goed. Ook hier geldt de vraag: welk gezag heeft Gods Woord voor ons?
Je schrijft dat je vriendin, die je bovengenoemde vraag stelde, niet gelovig is. Bidt dan maar veel om haar bekering. Dat is het ene nodige voor iedereen, jij en ik. In Jesaja 62:3 lees ik dat van de Kerk, als het Jeruzalem Gods, geldt: "En gij zult en sierlijke kroon zijn in de hand des Heeren, en een koninklijke hoed in de hand uws Gods." Dat bid ik jou en je vriendin toe.
Gods zegen,
Ds. J. van Rossem
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. van Rossem
- Geboortedatum:04-03-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Status:Inactief