Vraag
In Deut. 23:1-3 staat: "Die door plettering verwond of uitgesneden is aan de mannelijkheid, zal in de vergadering des HEEREN niet komen. Geen bastaard zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs zijn tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen. Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid." Betekent dit dat deze mensen niet in de dienst van de Heere mogen komen? Of betekent dit wat anders? Hoe moet ik dit Bijbelgedeelte lezen/zien?
Antwoord
Beste vraagsteller,
De achtergrond van al deze bepalingen is het bewaken van de heiligheid van de gemeente des Heeren, hier op te vatten als de verbondsgemeenschap van het volk Israël. Eerst worden zij genoemd die met opzet onvruchtbaar waren gemaakt. In het oude oosten werd dit veelvuldig toegepast bij dienaren die een taak hadden in de harem van de vorst. Ook komt soms een ontmanning voor ter ere van een heidense god. Vooral bij de laatste categorie laat het zich goed verstaan dat deze mannen niet konden worden toegelaten tot de gemeente des Heeren, omdat dit niet was te verenigen met haar heiligheid. De bepaling is echter niet tot die categorie beperkt. Alle ontmanden worden erdoor getroffen. Blijkbaar werd een dergelijke ingreep als ontoelaatbaar beschouwd en niet te verenigen met de dienst van de Heere. Toch is ook voor ontmanden de situatie niet zonder perspectief. Er staat in Jes. 56: 3vv een rijke belofte voor hen: ook zij krijgen een plaats in Gods huis en binnen Zijn muren, ja het zal zelfs een betere plek zijn dan voor zonen en dochters. In de geschiedenis van de kamerling van Hand. 8 krijgt deze profetie op bijzondere wijze zijn vervulling. We moeten deze woorden dus blijkbaar niet absoluut opvatten.
De tweede categorie die genoemd wordt is die van bastaarden. Het gaat hier om mensen geboren uit een verboden relatie: incest, tempelprostitutie of overspel. Ook zij hebben geen toegang tot de gemeente des Heeren. De bedoeling van deze bepaling is kennelijk om af te schrikken: de gevolgen van een verderfelijke relatie werken door in het nageslacht. Daarom: begin er niet aan. Wanneer erbij gezegd wordt dat dit tot in het tiende geslacht geldt, dan wordt daarmee aangegeven dat dit geldt tot de allerlaatste nakomeling. Naar analogie van bovenstaande zullen we ook dit niet absoluut kunnen opvatten zonder echter af te doen aan de ernst van de waarschuwing. Bovendien zullen we hier in rekening te brengen hebben dat ze staan in de context van de oudtestamentische ceremoniële wetgeving. In het licht van heel de Schrift mogen we ook zeggen dat afkomst nooit alles bepalend is. Over onze bedenkelijke afkomst: nakomelingen van Adam triomfeert de genade door opnieuw geboren te laten worden.
Tenslotte worden verschillende heidense volken genoemd die van de toegang tot de gemeente zijn uitgesloten. Moab en Ammon worden in dit verband genoemd. Als reden wordt genoemd de bedenkelijke wijze waarop ze het volk bejegend hebben toen het op weg was naar het beloofde land (vers 4). Hier werkt door wat God al tegen Abraham had gezegd: Ik zal zegenen die u zegenen en vervloeken wie u vervloeken (Gen. 12:3). God neemt het voor Zijn volk op en wie dat volk in de weg treedt, krijgt het met God te doen. Het kan ingrijpende gevolgen hebben! Uit Ex. 12:48 blijkt echter dat voor elke vreemdeling zonder bepaling de toegang tot de viering van het Pascha open staat na besnijdenis. Een mooi voorbeeld van een uitzondering op deze regel is ook de geschiedenis van Ruth. Zij krijgt zelfs een plek in het geslachtsregister van de Heiland! Zo schemert in het Oude Testament al door dat er voor mensen uit Moab en Ammon ook hoop is. Je zou hier ook Jes. 56:3 bij kunnen betrekken. Wie deze woorden houdt tegen het klankbord van het hele Oude Testament bespeurt dat het ondanks deze scherpe woorden de Heere om heel de wereld te doen is: het gaat naar Pinksteren toe! Dan wordt de Geest uitgestort op alle vlees. Daarvan zijn Moab en Ammon niet uitgezonderd.
Ds. H. Peet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Peet
- Geboortedatum:15-01-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Sliedrecht (Eben-Haëzer)
- Status:Actief
