Vraag
In Genesis 6:3 staat: "Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren." Dit sprak God net voor de zondvloed. Hoe kan het dan dat later de nodige mensen ouder werden dan 120 jaar? (denk aan bijvoorbeeld Abraham, Jacob, Ismael, etc).
Antwoord
Dominee Baan schreef over deze kwestie in het artikel 'Mozes in psalm 90' het volgende:
"Het zal duidelijk zijn: De 'oude' generaties mensen uit de eerste hoofdstukken van Genesis werden ruim 800 of 900 jaar oud. Zeg maar 10x ouder dan tegenwoordig. Maar die lange levensduur bracht weinig godsvrucht voort. Het gedichtsel der gedachten van 's mensen hart was te allen dage alleenlijk boos, zei God vlak voor de zondvloed. Reden dat de ouderdom van de mens door God werd ingeperkt. In Genesis 6:3 horen we de Heere dan ook zeggen: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn 120 jaren.
Na de zondvloed is de maximale leeftijd beperkt tot ergens tussen de 100 en de 200 jaren. Maar dan komt de woestijntocht bij de kinderen Israëls. Vlak voordat Kanaän betreden zal worden zondigt Israël tegen de Heere door te weigeren het beloofde land binnen te trekken. Daarin laten ze zich leiden door 10 van de 12 verspieders. Israël moet dan nog krap 40 jaren extra in de woestijn doorbrengen, als straf. En wat gebeurt er in die tussentijd? De oudere generatie zal in de woestijn sterven. Slechts de jongeren, die tijdens die lange bijna 40 jaren dán volwassen zullen zijn geworden, mogen het beloofde land betreden van de Heere.
Welnu, het is in die tijd, waarin de oudere generatie Israëlieten sterft in de woestijn, dat Mozes Psalm 90 zingt. En wat bezingt Mozes? De korte levensduur van de Israëlieten in die dagen! Niet meer een 120 jaar, maar slechts 70, of zo zij zeer sterk zijn 80 jaren tellen ze slechts. En - voegt Mozes eraan toe - het uitnemendste van die jaren is moeite en verdriet en het wordt snellijk afgesneden en wij vliegen daarheen! En hoe kwam dat? Door Gods toorn!
Het is waar: vaak lezen we Psalm 90 alsof hij rechtstreeks op onze dagen betrekking zou hebben, waarin slechts een enkel mens de 100 haalt! Maar in dat geval -zo zal uit bovenstaande duidelijk zijn geworden- lezen we wel een klein beetje verkeerd!"
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Fijn dat u bekeerd bent, u hoeft niet meer bang te zijn voor de dag's des oordeels.
God heeft u uitverkoren, zover ben ik en velen met mij nog niet. Wel ga ik iedere zondag twee maal naar de kerk, bid iedere dag vele malen, maar uitverkoren ben ik nog niet.
Wat u schrijft, dat volg ik niet helemaal. U gaat tweemaal per zondag naar de kerk, u bid elke dag, maar u zegt dat u niet uitverkoren bent. Het punt dat ik hierin niet volg, is dat als u gelooft, dat u dan niet bang hoeft te zijn voor de uitverkiezing noch voor de Dag des Oordeels. De Heere zegt zelf in Johannes 11 de verzen 25 en 26: "Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid."
Gelooft u in de Christus? Gelooft u wat Hij voor u gedaan heeft? Belijd u uw zonden? Al fluistert u maar dat u Zijn Evangelie gelooft, Hij zal u horen. En dan zal Hij u uitverkiezen!
Het maakt niet uit hoe groot uw geloof is of hoe klein. Je moet eens weten hoe groot een boom is die groeit uit een mosterdzaadje. Hij is het die u redt uit de nood, blijf dan niet zitten met de uitverkiezing, want dat is aan Hem. " die in Mij gelooft zal leven"
Ik suggereer nergens of ik wel of niet bekeerd of uitverkoren ben. Hoe zo is het nog niet zo ver bij u? De HC zegt ook dat de gelovigen zoals Abraham maar een beginsel der gehoorzaamheid hadden. Hoe weet jij dat je nu nog niet uitverkoren bent? Volgens de gereformeerde leer is dat al van vóór de grondlegging der wereld. Je moet ook niet beginnen bij de verkiezing, maar bij Christus. In de Schrift lees je dat je niet tot Hem mag komen, maar tot Hem moet komen! Trouwens, de reformatoren hebben ons altijd voorgehouden dat ons geloof een teken van onze verkiezing is.
Anderzijds zou ik zeggen; gelukkig dat het u blijkbaar enige strijd geeft. Daarin zit ook weer de echtheid van het geloof. Ik ken dezelfde zorgen door de zonde, maar het vertrouwen op Crhistus, het horen van Zijn stem, mag het overwinnen.
Sterkte in Christus,
