Opvatting van de zeven perioden

Ik las in De Redelijke Godsdienst van W.A. Brakel het volgende met betrekking tot mogelijke valkuilen bij het lezen van de Bijbel: "Alles op den leest van zeven perioden of tijdrangen schoeien, want de geheele stelling der zeven perioden is eene misvatting". Wat wordt bedoeld met de stelling (of opvatting) van de zeven perioden?

Beste vraagsteller,
 
Je kwam bij het lezen in de "Redelijke Godsdienst" van Wilhelmus a Brakel de door jouw geciteerde regel over de zeven perioden of de zeven tijdsrangen tegen. Je noemde niet de plaats, waar je deze zin tegenkwam, maar je vindt dat in boek III blz. 151 e.v. volgens de uitgave van De Banier 1967 bij zijn verklaring van de Openbaring aan Johannes. Het getal 7 komt vaak in de Bijbel voor. Er is sprake van de zeven gemeenten, de zeven zegelen, de zeven bazuinen en de zeven fiolen in het boek openbaring. Het is het getal van de goddelijke volheid. Zes is het getal van de mens, zeven van de volheid.

We komen het getal zeven ook wel tegen in een veelvoud. In Mattheus 1:17 wordt de wereldgeschiedenis ingedeeld in zesmaal veertien geslachten. Dat is dus twee maal zeven geslachten. Het wijst op de nog niet voltooide wereldgeschiedenis. De tijd van Abraham tot David zijn veertien geslachten, de tijd van David tot de wegvoering in ballingschap zijn ook veertien geslachten, van de Babylonische ballingschap tot de komst van Christus zijn ook veertien geslachten. Van Abraham tot Christus zijn dus zesmaal zeven geslachten en wij leven nu in de laatste periode van de wereldgeschiedenis, dus het zevende zevental geslachten. We moeten dat zinnebeeldig opvatten. In het boek Openbaring tref je verschillende van zulke tijdsrekeningen aan. Nu zijn er in het verleden uitleggers geweest en die zijn er nog, die gingen aan de hand van de gebeurtenissen in deze wereld die tijdsrekeningen duiden. Ze meenden precies te kunnen aanwijzen, wat de Heilige Geest met deze perioden bedoeld heeft. Het boek Openbaring werd dan gelezen als een chronologische uiteenzetting van de gebeurtenissen die in het laatst der tijden zouden plaats vinden. Zij meenden in de visioenen aan Johannes precies aan te kunnen wijzen, waar wat gebeurt en wat volgens de profetieen nog ging gebeuren. Dan krijg je verschillende verklaringen. De een leest er dit in en de andert leest er dat in. Er is veel willekeur en inlegkunde bij de verklaring van deze tijdsrekeningen. Sommigen meenden zelfs de dag van de wederkomst van de Heere Jezus te kunnen uitrekenen aan de hand van de perioden of de tijdsrangen.

Daar moet Brakel niets van hebben. Dan zegt hij op blz. 152 "zoveel hoofden, zoveel zinnen." Men kan wel alles menen uit de Schrift af te leiden, maar er zijn dingen die voor ons verborgen zijn. De Heere Jezus zegt niemand weet die dag noch ure dan de Vader alleen. Als we uitgaan van tijdsrekeningen en jaarweken dan is het alleen maar speculeren. Daarvan zegt Brakel: "de zeven tijdperken in de Openbaring en in andere delen van de Heilige Schrift te zoeken is verloren arbeid, want zij zijn er niet." Laten we daarom maar niet doorzoeken, wat de Heere voor ons verborgen houdt, maar laten wij ons eenvoudig richten op het geopenbaarde Woord van God. Dat is genoegzaam en duidelijk tot zaligheid.
 
Ds. B. de Romph

Dit artikel is beantwoord door

Ds. B. de Romph

• Geboortedatum:
  17-07-1940
• Kerkelijke gezindte:
  Christelijk Gereformeerd
• Woon/standplaats:
  Noordeloos
• Status:
  Inactief

71 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven