(...) Waarom wordt er gepreekt? Om te zeggen hoe slecht ik ben of om te zeggen d...

J.W.N. van Dooijeweert / Geen reacties

28-02-2007, 00:00

Vraag

Ik woon in een dorp in Zeeland. Ik ben van de Gereformeerde Gemeente. Onze dominee preekt heel goed. Maar ik vind het zo moeilijk dat hij nooit nodigt om naar de Heere Jezus te komen. Altijd preekt hij over de toorn van God. Ja, God is wel barmhartig, maar... Dat was over zondag 4. Kan ik/mag ik nu denken aan een barmhartig God of niet soms? Ik kan het er zo benauwd mee krijgen. Waarom wordt er gepreekt? Om te zeggen hoe slecht ik ben of om te zeggen dat er genade is? Ik hoor graag van u.


Antwoord

Over jullie dominee wil ik geen enkel woord zeggen, ik weet niet wie dat is en ik hoef dat ook niet te weten. Wat ik wel heel zeker weet is dat Job 42:7 b voor heel veel predikanten in onze tijd van toepassing is: “Mijn toorn is ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden, want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken....” Velen spreken niet recht van de Heiland, doen aan Zijn werk tekort, schieten te kort in het uitstallen van het heerlijk Evangelie, geven te weinig of heel geen aandacht aan het aanbod van genade, enzovoort. Maar dat is hun zaak. Eens zullen ze deze woorden horen uit de mond van de grote Zender. Wat voor jou belangrijk is, is dat je de weg naar de Heere inslaat en niet gaat zitten vitten op dominees en dergelijke dingen meer. Het gaat om een persoonlijke zaak tussen ons en de Heere. Tussen MIJ en de Heere, zo moet je het altijd zien. Wat ik wil doen is, samen met jou, een poosje heel serieus nadenken over de dingen waarover je vraag gaat. Laten we er een soort Bijbelstudie van maken. Het zal je wat tijd kosten, maar het is zeer zeker de moeite waard. Ik zal proberen je te helpen een eigen oordeel te kunnen vormen over deze belangrijke dingen. Ik begin met het eind van je vraag.

Waarom wordt er gepreekt? (In de context van Gods barmhartigheid en Gods rechtvaardigheid). Om te zeggen hoe slecht ik ben of om te zeggen dat er genade is? Je zegt dat je het hiermee zo benauwd kan krijgen. Je mag het hier gerust benauwd mee hebben. Het is een indringende werkelijkheid. Maar de vraag is dan alleen wat ga je met die benauwdheid doen? Of op een andere manier gezegd: Waar ga je heen met die benauwdheid? Wat doe je er mee? Blijf je er door uit de kerk weg? Ben je boos op de dominee die zo moeilijk preekt? Of ga je er mee naar de Heere toe? Want daar moet je zijn met deze benauwdheid. En als je er mee naar Hem toe gaat zal Hij je uit deze benauwdheid uithelpen. Zeker te weten.

De prediking is Gods sleutel om de deur van het eeuwige leven te openen en te sluiten. Opb. 1:18: “En Ik heb de sleutels van de hel en van de dood”. Matt. 16:19: “En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen; en zo wat gij zult binden op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en zo wat gij ontbinden zult op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn”. De prediking van het Evangelie, de prediking van  het Woord van God, is de sleutel om hel en hemel te openen of te sluiten. Dat doet de prediker in het voorbereiden van zijn preek en in het uitdragen. Het is nodig dat hij zich daarvan bewust is. De preek is Gods middel om mensen tot bekering te brengen. De preek is Gods middel om mensen naar Jezus te leiden. Maar de preek is ook Gods middel om mensen aan hun zonden te ontdekken. De preek is om te zeggen dat God rechtvaardig is en streng. Het is Gods middel om het oordeel over de zonde aan te zeggen, zeker te weten, maar ook het middel om de mensen te zeggen dat Gods barmhartigheden geen einde hebben. Onder de eerlijke prediking van Gods Woord opent de Heere de geestelijke ogen van mensen. Job 42:5: “Met het gehoor van het oor heb ik U gehoord; maar nu ziet U mijn oog”. Dit zei Job na een lange weg van pijn en verdriet tegen de Heere. Hij had de stem van de Heere gehoord en nu waren de ogen van zijn ziel geopend. Nu ZAG hij echt Wie de Heere is.... Zo wil de Heere ook werken onder het luisteren naar een eerlijke heldere Bijbelse prediking.

Samenvatting:

-God is barmhartig, Zijn hart is brandende in Hem, brandende van liefde tot de wereld, zie Johannes 3:16 (Dit is niet “de wereld van uitverkorenen!”). Dit is de totale mensheid in al zijn verdorvenheid en zondigheid.

-God is rechtvaardig, Hij kan op geen enkele wijze gemeenschap hebben met de zonde, met het kwade. Zijn hart eist recht. Zijn rechtvaardigheid eist straf, vergelding voor de zonde. In de preek moeten deze beide eigenschappen van God naar voren gebracht worden. IN HARMONIE EN EVENWICHT, waarbij duidelijk de barmhartigheid van God boven alles moet uitstralen.

Hiermee sluit ik af over de prediking en gaan we naar het andere deel van je vraag: De tegenstelling tussen Gods Barmhartigheid en Gods Rechtvaardigheid. Zijn dit eigenlijk wel tegenstellingen? We gaan wat teksten opzoeken in Gods Woord. Ik denk dat we dan  al een heel eind verder komen.

GOD IS BARMHARTIG

Ps. 25:6: Gedenk, HEERE! Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden, want die zijn van eeuwigheid. Ps. 51:1: Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden. Ps. 119:156:  HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten. Ps. 145:9: De HEERE is aan allen goed, en Zijn barmhartigheden zijn over al Zijn werken. Klaagl. 3:22: Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben; Dan. 9:9: Bij den Heere, onzen God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben. 2 Korinthe 1:3: Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden, en de God aller vertroosting.

GOD IS RECHTVAARDIG

Deut. 4:24: Want de HEERE, uw God, is een verterend vuur, een ijverig God. Jes.  33:14: De zondaren te Sion zijn verschrikt; beving heeft de huichelaren aangegrepen; zij zeggen: Wie is er onder ons, die bij een verterend vuur wonen kan? Wie is er onder ons, die bij een eeuwigen gloed wonen kan? Heb. 12:29: Want onze God is een verterend vuur.

OVER ZIJN RECHTVAARDIGHEID

Ezra 9:15: O HEERE, God van Israel! Gij zijt rechtvaardig; Neh. 9:33: Doch Gij zijt rechtvaardig, in alles, wat ons overkomen is. Job 9:2: Waarlijk, ik weet, dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn bij God? Ps. 11:7: Want de HEERE is rechtvaardig, Hij heeft gerechtigheden lief. Ps. 116:5: De HEERE is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende. Ps. 119:137: Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht. 2 Thes. 1:5:  Een bewijs van Gods rechtvaardig oordeel. Opb 16:5: En ik hoorde den engel der wateren zeggen: Gij zijt rechtvaardig, Heere! Die is, en Die was, en Die zijn zal, dat Gij dit geoordeeld hebt.

Als je deze teksten eens rustig doorleest en wat rondkijkt in het verband van deze teksten, dan zul je tot de verrassende ontdekking komen dat de Bijbelschrijvers nadenken over deze zaak, er voor buigen en er niet voor afschrikken. Zij accepteren de rechtvaardigheid van God en ook het recht van God om hen te veroordelen. Daar sta je op het punt van het erkennen van je eigen zondigheid en de heiligheid en rechtvaardigheid van God. Die twee kunnen niet door een deur. Op het moment dat je dat ontdekt voor jezelf is dat heel moeilijk!  “Wat moet ik beginnen?, wie kan me helpen?” Je probeert nog wat uitvluchten te vinden. Net zoals Adam deed: De vrouw die Gij mij gegeven hebt die heeft mij gegeven en ik heb gegeten.. Of zoals Eva: De slang heeft mij bedrogen... Dat is de mens na de val eigen. Maar als de Heilige Geest je overtuigt dan roep je met de mensen uit Handelingen 2:37:  “En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?”

Zie je het verschil? Adam en Eva proberen zich vrij te praten (heel herkenbaar). De mensen in Handelingen 2 vallen voor Gods rechtvaardigheid als Hij hen veroordeelt. Wat is het een onuitsprekelijke zegen als we dit in ons leven mogen ervaren. Dan doet God het nooit meer verkeerd! Begrijp je hoe ik dat bedoel?  Dan voel ik me schuldig, maar aangetrokken tot die God die mij veroordelen moet.

De Heidelbergse Catechismus. Het vaak zo verkeerd begrepen lesboek dat in veel kerken in gebruik is. Voor velen is het een waardeloos boek vol wetten en regeltjes. Wel nu, weet je: Met de Heidelbergse Catechismus, daar is niks mis mee! Geschreven door twee heel jonge Godvrezende mannen. Met liefde en vuur voor hun werk. Met liefde en vuur voor de dienst van de Heere. Het probleem is dat dit lesboekje vaak zo verkeerd gehanteerd wordt; als een wetboek. Net zoals de Mohammedanen hun Koran gebruiken en de Jehovagetuigen de Bijbel. De Farizeeën in de dagen van Jezus deden dit trouwens ook. Het is de moeite waard om te zien hoe de Heiland dan vaak met hun opvattingen en manier van Bijbelgebruik, de vloer aanveegt. (Bijvoorbeeld Marc. 2:23-28, Lucas 6:6-11, Marc. 10:2-9.) Ook onder ons bestaat het gevaar om op deze manier de Bijbel te gebruiken, en ook de Catechismus. Maar dit is nooit bedoeld door de opstellers van dit lesboek. Zij schreven juist een “troostboek” om de gemeente te onderwijzen in de “leer der Godzaligheid”. Daarom begint de Catechismus met vraag 1, en die blijft er staan tot en met de laatste vraag. “Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?” “Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en in mijn sterven, niet het eigendom van mijzelf , maar van mijn getrouwe Zaligmaker Jezus Christus ben. Die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald heeft. Die mij uit alle heerschappij van de  duivel verlost heeft. Die mij zo bewaart, dat zonder den wil mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan. Die  ook zorgt dat mij alle dingen tot mijn zaligheid dienen moeten. Daarom verzekert Hij mij ook door Zijn Heiligen Geest, van het eeuwige leven. Hij maakt mij bereid om voortaan van harte gewillig voor Hem te leven”.

Ik heb de tekst een beetje in de taal van vandaag gezet. De originele tekst heb je in je Psalmboekje staan. Denk er eens over na. Wat een heerlijk loflied is het begin van dit lesboek. Geen dogmatiek, geen theologie, geen beredenering. Alleen getuigenis, diep uit het hart. Een loflied op de goedheid en barmhartigheid van God.

Eens zat ik op een cursus godsdienstonderwijs. Naast me zat een ouderling. De leraar gaf een goed stukje exegese aan ons door. De ouderling stootte me aan en zei: ”Ik houd het liever bij de Catechismus, die zegt tenminste dat we verloren liggen.” Wat hebben de opstellers van de catechismus in de eerste plaats gedaan? Orde op zaken stellen en eerlijk zijn in de tere dingen van het geloof. Dat er later predikers waren die de catechismus probeerden (en proberen) te gebruiken als bliksem en donder die van de preekstoel rollen, is niet hun schuld. Is ook niet voor hun verantwoording, maar voor de prediker van nu. De catechismus heeft in  zich wat de Bijbel ook heeft: liefde en het oog op de Verlosser voor de wereld. Maar zij wil niet alleen het oog richten op de blijde jubelzaken, maar ook op de diepe ernst van het mens zijn. De grote noodzaak van het kennen van een Verlosser, persoonlijk. Daarvoor is het nodig om door te steken naar diepe, ernstige zaken zoals bijvoorbeeld onze verlorenheid. Zondag 4 is een duidelijk voorbeeld hiervan. Barmhartigheid en oordeel sluiten elkaar niet uit. Barmhartigheid is een eigenschap van God, maar rechtvaardigheid ook. Gods rechtvaardigheid eist betaling.

Vr.10. Wil God zulke ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten? Antw. Neen Hij, geenzins; maar Hij vertoornt Zich schrikkelijk  beide over de aangeboren en werkelijke zonden, en wil die door een rechtvaardig oordeel tijdelijk en eeuwiglijk straffen; gelijk Hij gesproken heeft: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen .

Oeiiiii... dat is streng en hard! Past niet zo bij onze tijd en onze opvattingen over geloof. We moeten lief zijn voor elkaar. En elkaar met veel lieve woordjes benaderen. Of is het juist heel eerlijk en liefdevol bedoeld? Kijk eens naar de volgende vraag en het antwoord, en denk er over na:

Vraag: Is dan God ook niet barmhartig? Antw. God is wel barmhartig , maar Hij is ook rechtvaardig ; daarom zo eist Zijn gerechtigheid dat de zonde, welke tegen de allerhoogste majesteit Gods gedaan is, ook met de hoogste, dat is met de eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft worde.

Is dit Bijbels of niet? Psalm 51, 32, 130. Als de Heilige Geest voor deze werkelijkheid je ogen opent kun je alleen snikkend en met een verbroken hart hierop “Amen” zeggen. MAAR LET OP:  Nooit mogen we stil blijven staan op dit punt! Maar als ons hart breekt onder dit besef mogen we... met betraande ogen bijwijzen bij de volgende vragen, op weg naar de verlossing. Op weg naar de VERLOSSER, JEZUS CHRISTUS

Vraag: Aangezien wij dan naar het rechtvaardig oordeel van God tijdelijke en eeuwige straf verdiend hebben, is er een middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en weer tot genade komen? Antw. God wil aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede; daarom moeten wij aan haar, óf door onszelf, óf door een ander, volkomen betalen.

Vraag: Maar kunnen wij door onszelven betalen? Antw. In generlei wijze, maar wij maken ook de schuld nog dagelijks meerder.

Vraag: Kan ook ergens een gewoon schepsel gevonden worden, dat voor ons betalen kan? Antw. Nee; want ten eerste wil God aan geen ander schepsel de schuld straffen, die de mens gemaakt heeft; ten andere zo kan ook geen gewoon schepsel de last van de eeuwigen toorn Gods tegen de zonde dragen en andere schepselen daarvan verlossen.

Vraag:Wat moeten wij dan voor een Middelaar en Verlosser zoeken? Antw. Zulk een, Die een waarachtig en rechtvaardig mens is, en nochtans ook sterker dan alle schepselen, dat is, Die ook tegelijk waarachtig God is.

Vraag:Maar wie is deze Middelaar, Die tegelijk waarachtig God en een waarachtig rechtvaardig mens is? Antw. Onze Heere Jezus Christus , Die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking, en tot een volkomen verlossing geschonken is!!!!

Vraag: Waaruit weet gij dat? Antw. Uit het heilig Evangelie, hetwelk God Zelf eerst in het paradijs heeft geopenbaard , en daarna door de heilige patriarchen en profeten heeft laten verkondigen, en door de offeranden en andere ceremoniën van de Wet heeft laten uitbeelden, en ten laatste door Zijn eniggeboren Zoon heeft vervuld.

Johannes 3:16, Mattheüs 11:28-30, Romeinen 3: “Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem. Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten: Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid. Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods; En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is. Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods; Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in dezen tegenwoordige tijd; opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaardigende degene, die uit het geloof van Jezus is.” 1 Joh. 1:9: “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeeft, en ons reinigt van alle ongerechtigheid.” Amen.

Hier wil ik nu maar stoppen. Het heeft mij zelf veel vreugde gegeven om tussen de bedrijven door hier in Peru even wat dieper met je op deze dingen in te gaan. Ik hoop dat het je helpen mag om je weg te vinden naar de heerlijke rijkdommen van Gods genade: Vergeving van je zonden, gewassen in het bloed van Jezus, een recht krijgen op het eeuwige leven, vast staan in het geloof in Hem Die Zijn leven gaf. Dit zijn  rijkdommen die niet te overschatten zijn. Rijkdommen die verder gaan dan dit tijdelijke leven. Rijkdommen die voor eeuwig zijn.

Dan zul je wel eens een traantje laten over jezelf, maar je hart zal vrolijk zijn in de Heere! Toen ik voor een paar weken terug in Lima in het ziekenhuis de trein van mijn leven weer eens voorbij zag gaan (of moet misschien zeggen: Toen de Heere de trein van mijn leven weer eens langs liet gaan....), toen  mocht ik vast en zeker geloven dat ik vergeving van zonden had in het bloed van Jezus Christus. Maar toen even later de duivel me besprong met een stroom van twijfels bij het nadenken over zo’n leven. Toen kromp ik ineen: “Heere, ik heb geen brief waarin U mij mijn zonden kwijt scheldt!!!” Wat was dat bitter verdrietig. Maar weet je wat de Heere zei? “Daar is Golgotha, daar is Mijn eigen Zoon. Die is je kwijtbrief”. Halleluja! 

J. W. N. van Dooijeweert

Dit artikel is beantwoord door

J.W.N. van Dooijeweert

  • Geboortedatum:
    23-01-1938
  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten
  • Woon/standplaats:
    Waddinxveen
  • Status:
    Actief
262 artikelen
J.W.N. van Dooijeweert

Bijzonderheden:

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Mijn vraag is betreft een lichamelijk probleem waar ik het psychisch ook moeilijk mee heb. Ik heb veel last van witte vloed, al vanaf jongere jaren. Door de jaren heen is dit toegenomen naar mijn idee...
Geen reacties
28-02-2019
Ik heb een goede vriend, hij vindt mij wel iets meer dan leuk, maar ik voel alleen gewone vriendschap. Dit weten we van elkaar en gaan met respect met elkaars gevoelens om. Toch gebeurt het de laatste...
3 reacties
28-02-2018
In de Bijbel staat vaak dat God tot mensen sprak of mensen een opdracht gaf. Maar hoe deed God dat? Sprak hij letterlijk tegen de mensen? Ik vind het nu wel lastig om na te gaan of, wanneer en hoe God...
Geen reacties
28-02-2017
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering