Vraag
Ik ken iemand die gedoopt is door een dominee die later in de zonde is gevallen en is gestorven. Nu denkt hij dat zijn doop misschien niet echt geweest is en de Heere niet van hem af weet. Zou u hier iets meer over kunnen zeggen, ook graag met een bijbelse onderbouwing?
Antwoord
Een heel begrijpelijke vraag. Je zult maar gedoopt zijn door iemand die later bleek niet betrouwbaar te zijn Dat kan je heel diep raken. Ik kan me voorstellen dat je dan het gevoel hebt dat je niet meer bij God hoort omdat de mens die voor je gevoel de schakel was tussen God en jou is gebroken. Je teleurgesteld zijn in de predikant die je heeft gedoopt, kan maken dat je je vertrouwen in God kwijtraakt. Hoe begrijpelijk echter ook, dit is niet juist. Een ambtsdrager handelt namelijk nooit op eigen gezag maar altijd uit naam van God. Je kunt dat ook zien aan het woord ambts-drager. Een dominee of andere ambtsdrager IS het ambt niet, hij DRAAGT het slechts.
Om het met een klein voorbeeldje duidelijk te maken: Als je een bekeuring krijgt voor te hard rijden, dan is er geen sprake van een persoonlijke aversie van de politieman t.a.v. jou, maar hij handelt namens de overheid en uiteindelijk namens God (Rom. 13). In de Kerk is dat nog directer. Dus moeten we zeggen dat God door middel van een mens, die op dat moment een ambt draagt, direct in contact staat met de betrokkene die de ambtshandeling ontvangt. In dit geval dus de Doop. God doet iets met mensen en naar mensen toe en Hij gebruikt daar een ander zondig mens voor (let wel, ook een dominee die niet, zoals je dat noemt in zonde valt is wel een zondaar. Ook al worden uitbrekende zonden niet gezien voor de Heere is elk mens gelijk.). Wel blijft natuurlijk staan dat ambtsdragers een voorbeeldfunctie hebben. Op hen rust een grote verantwoordelijkheid. Lees daar de Timotheusbrieven maar eens op na, die zijn daar vol van.
Let ook eens op de doopformule. We worden gedoopt in de naam van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Niet, gelukkig niet!!!, in de naam van een dominee. God zelf is de handelende persoon. Dominees en andere ambtsdragers zijn slechts middelen in Zijn hand. De lijn van de Doop is dus dat God Zijn eeuwig verbond der genade opricht met diegene die wordt gedoopt. Hij bediend zich daarbij van de dienst van een mens. Meer niet. Minder ook niet.
Je vraagt om Bijbelse voorbeelden. Saul was Gods gezalfde. Hij ging helemaal de verkeerde kant op Hij viel in zonde, maar toch blijft David hem erkennen als de van God gezalfde. Petrus viel in grote zonde, Hij verloochende zijn Meester, Maar wat werkt God rijk door Zijn bediening. Zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen. Je moet dat maar eens nalezen, bijna van elke bijbelheilige worden niet alleen de goede, maar ook de verkeerde dingen beschreven. Gods dienaren zijn geen heiligen maar zondige mensen: Noach lag na de zondvloed dronken in Zijn tent. Mozes sloeg op de rots in hoogmoed tegen God. David pleegde overspel en moord met Bathseba en Uria. Jona's hart zat duidelijk op de verkeerde plaats toen hij profeteerde in de straten van Nineve maar toch werkte God door Zijn prediking bekering enz. enz.
Kortom het gaat niet om mensen mar het gaat om God zelf. Door het geloof aan hem verbinden zijn dat is de zaak. Mensen kunnen soms middelen zijn in Gods hand, soms kunnen ze anderen ook geweldig in de weg staan doordat vertrouwen geschaad wordt. Maar God zelf komt door Woord en Geest in prediking en sacrament tot ons om ons die Ene Mens te verkondigen Jezus Christus. Die Hem geloofd zal niet beschaamd worden
Ik hoop dat ik je zo wat op weg geholpen heb.
Vriendelijke groet,
ds. J. J. van Holten, Leerdam
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief
