Anti-beloften

Hoe zit het met Spreuken 1:28? Er is volgens mij nog een tekst die tegen de beloften lijken te zijn. Het is beide Gods Woord, maar wat is er dan voor mij van toepassing? Of lijkt het alleen tegenstrijdig?

Welke tekst op jou van toepassing is? De belofte die herhaalde malen in de Bijbel staat: Wie zoekt zal vinden (Matheüs 7:8; Luk. 11:10; Amos 5:4; Jesaja 45:19; zie verder de concordantie) of de anti-belofte die minder vaak in de Bijbel staat: Spreuken 1:28 en Jeremia 11:11, Micha 3:4, Amos 8:11-12?
 
Wat is er in jou dat jij op Spreuken 1:28 valt?
 
De anti-beloften gelden voor die situaties waarin het berouw te laat komt. Wie Gods beloften voortdurend afwijst wordt afgewezen. Let op de reden die Spreuken 1:29 aangeeft. Zo ernstig gemeend is het aanbod van Gods genade, dat wie die afwijst het risico loopt niet meer gehoord te worden door God als hij of zij tot Hem roept. Zoek Hem dus voordat Hij zich niet meer laat vinden!
 
Pleit tegen de anti-beloften in op Gods beloften. Pleit tegen de verwerping in op Gods genadige verkiezing! Om Christus wil mag het! Met vrijmoedigheid. En die vrijmoedigheid is geen product van jouw godsdienstige inspanning maar een genadegeschenk dat in het kielzog van de belofte meekomt!
 
Ds L. W . Smelt