Vraag
Waarom zie je op oude rotstekeningen wel sabeltandtijgers, holenberen, wolharige neushoorns, mammoeten, etcetera, maar nooit dinosauriërs? En waarom zijn al die supergrote zoogdieren uitgestorven?
Antwoord
De gangbare wetenschappelijke theorie voor het ontstaan van de aarde en haar geologische kenmerken gaat uit van een uniformitaristisch scenario en veronderstelt dat de omstandigheden op aarde altijd hetzelfde zijn geweest. Een alternatieve wetenschappelijke theorie gaat uit van een catastrofe-scenario ; zie: W.M. de Jong en G.V.A. Mulder. “A catastrophe scenario for the rise of diapirs. Current Advances in Geography, Environment and Earth Sciences”; 2022-05 | Book chapter; DOI:10.9734/bpi/cagees/v3/15812D (1). De uitkomsten van het catastrofe-scenario stemmen in hoge mate overeen met de empirische feiten, in tegenstelling tot de uitkomsten van het uniformitaristische-scenario. Zie ook (2) en (3).
In het catastrofe-scenario is de aarde aanvankelijk warm en vochtig en zeer geschikt voor weelderige plantengroei en reusachtige dieren. Maar na de catastrofe, waarbij de hele aarde met water en sedimenten werd bedekt, is het aanvankelijk koud op aarde. De rotstekeningen lijken gemaakt te zijn relatief kort na de catastrofe. In het koude klimaat, zonder weelderige plantengroei, konden grote dinosauriërs niet overleven, in tegenstelling tot grote zoogdieren met een dikke, warme vacht. Na verloop van tijd kwam de aarde en haar dampkring tot rust en ontstond een nieuw temperatuur-evenwicht met hogere temperaturen. Een groot lichaam met een dikke, warme vacht veranderde hierdoor van een selectief voordeel in een selectief nadeel, waardoor de mammoeten en wolharige neushoorns uitstierven.
Referenties:
1. A catastrophe scenario explanation for the rise of diapirs
2. De aarde met haar dampkring (12-12-2019)
3. Het water van de zondvloed (22-2-2018)
Dr. Ir. W. M. de Jong
Dit artikel is beantwoord door
dr. ir. Wim de Jong
Bijzonderheden:
Werkzaam als adviseur en onderzoeker van innovatie en verandering bij INI-Consult, respectievelijk INI-Research.
