Geloofsvermogen en geloofsdaad

Ds. G.A. van den Brink / Geen reacties

01-09-2022, 10:20

Vraag

Aan ds. G. A. van den Brink. Naar aanleiding van uw lezing over het evangelie met kleine lettertjes heb ik een vraag over de remonstrantse leer. Wij kunnen uit onszelf dus blijkbaar alleen maar verkeerd kiezen en als we goed willen kiezen moeten we het krijgen van God. Als je dan lang hebt getwijfeld, maar toch vertrouwt op Gods Woord en wilt geloven, moet je jezelf dan nog afvragen of dit geloof wel echt van God komt? Of betekent dit dat God je al gewillig heeft gemaakt om te willen en kunnen geloven? Anders blijf je soms ook bang dat je niet zo maar kan geloven, dus als je dit wel zo maar doet, dit misschien niet van God gekregen is.

Als wij verloren gaan, komt dit door ongeloof, maar vervolgens zeggen veel predikanten dat niet onze keuze maakt of we wel of niet zalig worden. Want als je dit beweert, dan zeg je dus eigenlijk dat de keuze voor de eeuwigheid in jouw handen ligt en dat kan niet want dat ligt bij God. Onze dominee schreef pas in de Saambinder: “Met name onze jongeren zijn gevoelig voor een ‘suikerspin-prediking’, die meestal remonstrants is. De beslissing van de mens en zijn geloof(sdaad) staat altijd weer centraal bij de boodschappers.” Daar loop ik soms helemaal in vast. Als wij verloren gaan is het wel onze schuld, maar als we vervolgens geloven kan dit niet zo maar, want dit zou betekenen dat de zaligheid in onze keuze ligt. En dan zijn we remonstrants. Dit hangt toch ook van geloof of ongeloof af? En niet dat God dan lijdelijk moet toekijken of wij het wel gaan doen, Hij kan alles veranderen, maar wat is dan die scheidslijn? Waar hangt onze bestemming dan van af en als dit dus wel ons geloof of ongeloof is, wat is Gods rol hier dan in? Je rolt zo snel in of Gods lijdelijkheid of de onze. Ik hoop dat u wat duidelijkheid kan geven!

Vraag 2:

Beste ds. Van den Brink. Ik heb een vraag met betrekking tot 'wie gelooft, weet dat hij gelooft'. En deze video van u over het Arminianisme:

In de laatste minuut zegt u in het filmpje dit; “met de wedergeboorte, maakt de Geest dat je kan en wil geloven. Als God dat geloof geeft, blijft het er. Die gave van geloof wordt eenmaal geschonken. En die blijft de rest van ons leven. Het kan zwak zijn of onder de as liggen, maar die vonk blijft altijd branden. Als dat van mijn vrije wil afhankelijk is, kan het zijn dat het op een gegeven moment uit is.”

Nu ben ik al die tijd bang geweest om zomaar Jezus als verlosser te ontvangen, dat dit niet zo maar kan, etcetera. Mede door andere prediking en die van u ben ik Gods Woord anders gaan lezen en laat God zien hoe Hij het echt bedoelt. Mijn geloof is zo jong en wankel, dat ik vaak nog in angst terug val als ik stukken lees over uitverkiezing en dat God het niet voor iedereen zou willen, anders zou dat in Zijn almacht wel gebeurd zijn. Dat lijkt het alsof ik mijn aandeel in Christus weer kwijt ben, alsof het steeds weggenomen wordt. Als het echt zo is, weet ik dat God Zijn kinderen niet los laat.

Nu vroeg ik mij af; is dat ook het gevaar met zelf aannemen? Heb ik dit dan toch te makkelijk gedaan? Dat je het steeds niet zeker weet. Ik wil er zo krampachtig aan vast houden. Is het dan wel van God? Of kan het ook zijn dat je hier in moet groeien; in het geloof als je altijd gewantrouwd hebt? Dat hetgeen wat je nu hebt, wel van God komt, maar nog pril is en snel aan het wankelen is? Dit vroeg ik me af, omdat u zei: “Als God het je schenkt in de wedergeboorte, dan gaat het niet meer weg. Als het van mijn vrije wil afhankelijk is, kan het zo weer weg zijn.” Is dit het dan bij mij?

En nog een vraag: komen het geloof en de dan wedergeboorte tegelijk? En is de bekering het gevolg van deze twee?


Antwoord

Beste vragensteller,

Dank voor je bericht, al stemt de inhoud mij niet dankbaar. Je verwoordt de moedeloosheid en verwarring die zovelen ervaren, indringend en heel persoonlijk. 

Als wij spreken over “het geloof”, kunnen we twee dingen bedoelen. Het kan gaan over het geloofsvermogen of over de geloofsdaad. Vergelijk het met “het gehoor”. Dan kunnen we het vermogen om iets te horen bedoelen, maar ook het daadwerkelijk horen. 

Als de Bijbel zegt dat het geloof een gave van God is (Efeze 2:8), dan moeten we dit onderscheid gebruiken. God geeft allereerst het geloofsvermogen. Dankzij het geloofsvermogen kúnnen wij geloven. Dit geeft God op het moment van de wedergeboorte. Vervolgens bewerkstelligt God ook dat wij daadwerkelijk geloven. Ook daarbij is de genade van God nodig (Dordtse Leerregels III/IV.14). God geeft ons de hand waarmee wij kúnnen aannemen en hij zorgt ervoor dat wij daadwerkelijk aannemen.
 
Maar let op! God werkt in deze twee gevallen op verschillende manieren. Hij geeft het geloofsvermogen “zonder ons in ons” (Dordtse Leerregels III/IV.11). Dan werkt alleen Gods genade. Maar bij het daadwerkelijk geloven werkt Gods genade mee; dit noemen de theologen meewerkende genade. God gelooft niet Zelf, maar Hij werkt mee wanneer wij geloven. God volhardt niet maar werkt het volharden. God bekeert zich niet maar werkt mee als wij ons bekeren. Je kunt het ook eenvoudigweg zo zeggen: God veroorzaakt dat wij geloven, maar wij geloven (zie Dordtse Leerregels III/IV.12).

Ik vermoed dat jouw dominee een verkeerde voorstelling heeft gegeven van de remonstrantse én van de gereformeerde visie. Hij lijkt te zeggen: “Volgens de remonstranten gelooft de mens zelf maar volgens ons is het geloof Gods gave.” Dat is natuurlijk een verkeerde tegenstelling. De juiste weergave is deze: “Wij zijn het er met de remonstranten over eens dat geloven een daad van de mens is. Maar we verschillen over de vraag wat de oorzaak hiervan is. Volgens ons is God de oorzaak van ons geloven (want Hij gaf ons het geloofsvermogen), volgens jullie is de vrije wil de oorzaak van het geloven.”

Om behouden te zijn is het geloofsvermogen niet voldoende, maar moet je ook daadwerkelijk geloven (Galaten 2:16). Wij worden niet gerechtvaardigd als wij het geloofsvermogen hebben, maar pas als wij dat vermogen gebruiken en daadwerkelijk geloven (zie de vraag Heidelbergse Catechismus zondag 23 vraag 59 en ook het slot van antwoord in vraag 60). Jij moet nu geloven, jij mag nu geloven, je wilt geloven (schrijf je). Maar pas als je daadwerkelijk gelooft, ben je behouden (Markus 16:16; Johannes 3:16; 3:36; 1 Johannes 5:12). De bedelaar mag niet tevreden zijn als hij een hand heeft, hij moet die hand gebruiken door zijn hand uit te strekken en de rijkdom aan te nemen.

Hoe weet je nu of God jou het geloofsvermogen heeft gegeven? Er is maar één juist antwoord: uit het daadwerkelijk geloven. Hoe weet ik dat ik het gehoor (als hoorvermogen) bezit? Wanneer ik iets hoor. Indien jij wacht met geloven totdat je eerst weet dat jij het geloofsvermogen van God gekregen hebt, wacht je tevergeefs. 

Nu wordt, ten slotte, het verschil tussen geloven en niet-geloven veel duidelijker! God is wel de oorzaak van ons geloof, maar niet de oorzaak van ons ongeloof. De oorzaak van ons ongeloof zijn wijzelf. Daarom kan God jou terecht schuldig stellen voor jouw ongeloof. En daarom kun jij God danken voor je geloof.

Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink

Lees meer artikelen over:

geloven
Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.A. van den Brink

  • Geboortedatum:
    05-01-1974
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Actief
242 artikelen
Ds. G.A. van den Brink

Bijzonderheden:

Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.

Bekijk ook:

 

 

 

 

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Onze zoon van 15 heeft veel moeite met preeklezen. We zijn van Gereformeerde Gemeenten. Ik snap hem volkomen. Hij zegt dan: het is net als dat je op school zit. Catechismusverklaringen zijn dogmatisch...
5 reacties
01-09-2020
Aan ds. J. A. van den Berg. U zegt in de derde alinea van het vraag en antwoord, dat het belangrijk moet zijn dat er een bijbels-gereformeerde prediking is? Bedoelt u dat de andere niet-gereformeerde ...
1 reactie
01-09-2014
Wat betekent de volgende opmerking (vroeger veel gebezigd): De belofte (de Evangeliebelofte) wordt in de nood geboren en in de onmogelijkheid uitgewerkt.
3 reacties
01-09-2009
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering