Onderscheid in beloften

Ds. C. Harinck / Geen reacties

03-02-2020, 14:47

Vraag

Aan ds. C. Harinck. Afgelopen woensdag heeft de synode ingestemd met het onderscheid in beloften. Jaren geleden heb ik aan ds. H. Paul ook een vraag gesteld over het pleiten op de beloften, waarna hij aangaf dat dat voor een ieder is en niet alleen de uitverkorenen. Hoe moeten we deze splitsing van beloften nu gaan zien in het licht van het antwoord van ds. Paul en is deze splitsing überhaupt Bijbels fundeerbaar? Of is dit alleen maar weer een buiging naar rechts.

Een bezorgd gemeentelid.


Antwoord

Beste vraagsteller,

De uitspraak dat er absolute en onvoorwaardelijke beloften in de Bijbel staan is niet nieuw. Het is een onderscheiding, die door de mannen van de Nadere Reformatie en de Puriteinen in Engeland en Amerika reeds is gehanteerd. De Gereformeerde Gemeenten zeggen hier dus niet iets nieuws. Ze zijn alleen wel wat laat om dit uit te spreken. Dat had al in 1950 moeten gebeuren. Toen is alleen maar geroepen: Er staan geen beloften voor onbekeerden in de Bijbel. Ik heb hoop dat mijn boek over Gods beloften, hierin ook meegewerkt heeft. 

U wilt natuurlijk weten of dit Bijbels is. Uitspraken van kerken blinken meestal niet uit door Bijbelgetrouwheid. Dikwijls dienen ze om de eigen mening te verheffen. Maar deze onderscheiding in beloften wil ik Bijbels noemen.  

In Ezechiël 36 bijvoorbeeld komen we verschillende absolute beloften tegen. Vanaf vs. 9 gaat het over wat God doen zal. Hij zal Israël terug brengen in hun land. En dat is niet afhankelijk van wat Israël doen zal. Dat is dus een onvoorwaardelijke of absolute belofte. Nu betreft dit niet de zaligheid. Maar wanneer we verder lezen staan die beloften ook in dit hoofdstuk. Zo lezen we bijvoorbeeld: “En Ik zal u een nieuw hart geven en zal een nieuwe geest geven  in het binnenste van u. En Ik al het stenen hart uit uw vlees wegnemen en zal u een vlesen hart geven.” In Jeremia 31 en andere delen in de Bijbel lees je ook zulke beloften. De Heere zal dit ongeacht Israël doen. Het is vervuld bij hun terugkeer. Er keerde een ander volk terug dan dat weggevoerd was. Lees maar in Ezra.

Het zijn verbondsbeloften die God krachtens het Verbond der genade doet. Hebreeën 8 maakt duidelijk dat  hun geestelijke betekenis ook geldt voor de Nieuwtestamentische kerk. God belooft in Zijn verbond al Zijn uitverkorenen te vernieuwen door Zijn Geest. Hij maakt dit van niets afhankelijk. Hij zal dit doen. Absolute beloften dus.

Nu iets over de voorwaardelijke beloften. In de bekende belofte Joh. 3:16 zegt de Heere: “Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Niet ieder zal de zegen van de zending van Christus in de wereld ontvangen. Alleen de mensen die zullen geloven. Er is hier dus sprake van een voorwaarde, of zoals na de strijd met de Arminianen de gereformeerde theologen liever zeggen: “Er is hier sprake van een weg waarin de belofte vervuld word. Of: Er is een onlosmakelijk verband tussen komen en rust vinden, hongeren en verzadigd worden, geloven en niet verdoemd worden enz.”

De onderscheiding in beloften wordt ook benoemd met de woorden “algemene beloften” en “bijzondere beloften.” De absolute beloften zijn bijzonder voor Gods uitverkorenen. De voorwaardelijke beloften zijn algemeen. Zij worden gekenmerkt door het woord “een iegelijk.” Dat is: wie hij ook is en wat hij of zij ook heeft gedaan. Algemener kan niet. Denk ook maar aan aan Jes.45:22: “Alle gij einden der aarde.” Deze beloften  behoren tot de prediking van het Evangelie en moeten dan ook, volgens onze Dordtse Leerregels, “allen en een ieder verkondigd worden, met bevel van geloof en bekering.” De belofteprediking is evangelieprediking, prediking van de goede boodschap. Een evangelie dat zondaren niets beloofd is geen evangelie.
 
Ik zei reeds iets over de Arminianen. Veel van de oudvaders en Puriteinen hebben  kanttekeningen geplaatst bij de term voorwaardelijke beloften. Dit komt omdat de Remonstranten dit woord hebben gebruikt als een breekijzer voor hun verkeerde theologie. De voorwaarden van het verbond, waarover men vrij sprak, hebben zij misbruikt en getracht de rechtzinnigen daarmee de mond te snoeren. 

De voorwaardelijke beloften -en dat zijn al de evangeliebeloften- leren dat er een voorwaarde moet worden vervuld. De Remonstranten stelden: “De vervulling van de belofte hangt dus af van ons vervullen van de voorwaarde.” Zij stelden verder: “God zou dit niet eisen, indien we dit niet konden.” Conclusie: de mens bezit een vrije wilskeus. Die moet hij gebruiken en de voorwaarde van geloven vervullen. Door zo te spreken maakten zij de mens koning en God afhankelijk van de vrije wil van  mens. Gods handen zijn gebonden. Hij moet op onze bereidheid wachten om het evangelie aan te nemen. Het Genadeverbond werd zo een werkverbond. Het is dan ook van groot belang hoe je het woord voorwaarde invult. En ik hoop dat dit nu ook in onze kerk en andere kerken aandacht zal krijgen. 

Je kunt  het woord voorwaarde foutief invullen door het beslissende punt bij de menselijke vervulling van de voorwaarde te leggen. Ik beslis dan om te gaan geloven, ik besluit dan om God in mijn leven toe te laten. Ik neem dan Jezus aan en ik kies voor Jezus. Het is in deze gedachte ten diepste een rijk mens en een mens die presteert, die zalig wordt. Hij kan er zichzelf voor danken.

Je kunt het begrip voorwaarde ook wettisch invullen en het evangelie van zijn vrijheid beroven. Je spreekt dan over de voorwaarden als “geschiktmakende voorwaarden,” voorwaarden die een mens geschikt maken om door Jezus ontvangen te worden. Op zichzelf  goede, Bijbelse zaken, zoals zondekennis, boetvaardigheid, Gods rechtvaardigheid billijken enz, worden dan geschiktheden, die je geschikt maken voor de ontvangt van Gods genade. A. Comrie zegt er van: “Wanneer we van bekering en geloof een geschiktmakende voorwaarde maken, zijn weer terug bij Rome.” De voorwaarden die dikwijls met de evangeliebeloften gepaard gaan hebben niet te maken met wat wij bezitten en hoe geschikt we zijn maar -zo zeiden de Puriteinen- ze hebben te maken met onze ellende en niet met ons bezit. Zij getuigen hoe ellendig we zijn (arm, jammerlijk, blind en naakt; Openb.3:17 en 18). Zij spreken over wat wij missen, van honger en dorst naar gerechtigheid, van niet weten hoe zalig te worden, van scharlakenrode zonden, van verlangen naar vergeving en vrede met God, van ons verloren en totaal ongeschikt en onwaardig te zijn. Juist tot deze  mensen richten zich de voorwaarden. Zij zijn bemoedigend en nodigend bedoeld. De voorwaarden van het Evangelie roepen ten diepste alleen maar: Kom! Dat is dikwijls de enige voorwaarde die gesteld wordt. De ellendigen, verlorenen, de bedroefden en gebrokenen van hart worden daardoor genodigd om te komen.

Dit mag niet verruild worden voor een evangelie voor mensen die er helemaal geschikt voor zijn gemaakt en wel verdienen dat God ze genadig zal zijn. Wet en evangelie, eis en belofte onderscheiden maakt een goede dienaar. Ik hoop daarom dat het begrip “voorwaardelijke beloften” niet ingevuld zal worden met allerlei voorwaarden waaraan een zondaar moet voldoen en welke geschiktmakende genade hij of zij moet bezitten om door Jezus aangenomen te worden. Dat is niet de bedoeling van het woord voorwaarde. Het gaat om “de weg” waarin God Zijn belofte vervuld. Het is armoede, gebrek en verlangen dat vereist wordt en geen geschiktheid of waardigheid. 

Tenslotte is er nog een zaak die onze aandacht verdiend. Bij het lezen of horen prediken over  voorwaarden van geloof, honger, dorst, waarvan de voorwaardelijke beloften spreken, zou men moedeloos kunnen worden. Men zou tot de conclusie kunnen komen dat deze beloften onbereikbaar zijn, want ik bezit geen geloof, geen vlesen hart, geen honger en dorst naar gerechtigheid. De goede, oude raad van de mannen van de Nadere Reformatie en de Puriteinen is dan: “Pleit op de absolute beloften, waarin God belooft deze dingen te werken.” Comrie raadt ons: “Zoek van de voorwaardelijke beloften tot de volstrekte te vluchten. Daar zult gij vinden, dat deze zaken zonder voorwaarde beloofd worden. Pleit daarop. Want daar is geen voorwaarde, die geëist wordt, of ze wordt in de volstrekte belofte beloofd en zonder beding toegezegd” (Eigenschappen blz. 381).

Het vraagt van God geleerd te zijn om de voorwaarden van de Evangeliebeloften op de juiste manier in te vullen. Het zijn zulke nederige en evangelische voorwaarden. Zij blokkeren de weg van een arm, schuldig en verslagen mens niet. Integendeel zij doen hen op de roepende stem van het Evangelie tot Jezus komen. Zij bewaren ook voor een ijdel en verstandelijk toe-eigenen van Gods beloften.
 
Ik ben deze keer vrij uitvoerig geweest, Het gaat hier ook om belangrijke zaken. Het gaat om, wat de apostel zegt: “Opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou verblijven” Gal. 2:5.

Ds. C. Harinck 

Tags in dit artikel:

belofte(n)
Dit artikel is beantwoord door

Ds. C. Harinck

  • Geboortedatum:
    09-04-1933
  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten
  • Woon/standplaats:
    Kapelle
  • Status:
    Actief
250 artikelen
Ds. C. Harinck

Bijzonderheden:

Emeritus

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Hoe moet ik, als (christen)vrouw, omgaan met seksuele intimidatie op mijn werk? Ik ben een jonge docente en ik vind het moeilijk om mijn grenzen aan te geven, zowel bij leerlingen als bij collega's.
Geen reacties
03-02-2011
Sinds ik moeder ben, ben ik snel bang dat mij iets overkomt waardoor mijn kinderen jong zonder mij verder moeten. Hierdoor ben ik snel bang dat ik iets heb. Ik heb een zeer stressvolle periode achter ...
6 reacties
03-02-2022
Ik maak mij de laatste tijd best zorgen over twee personen. Enkele jaren geleden heb ik in een jaar tijd twee ‘profetieën’ gehad over mijn leven. De eerste ging over dat de Heer mij als een springpl...
1 reactie
03-02-2022
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering