Bijbelse lijn na echtscheiding

Mijn voormalige vrouw heeft mij enkele jaren geleden verlaten en is inmiddels een nieuwe relatie aangegaan. Zelf ben ik geen nieuwe relatie aangegaan. De reden van het einde van het huwelijk was dat ik ben gestopt met de kerkgang. Voor zover ik weet is zij met de door haar geïnitieerde scheiding niet onder censuur gezet door haar kerkenraad. Ook lijkt de nieuwe relatie in de kerk instemmend te worden begroet, aldus mijn dochter.

De vraag is natuurlijk hoe dit bijbels is te verantwoorden. Eerlijk gezegd begrijp ik het niet dat dit kan in de Gereformeerde Gemeenten. Als christen kan ik steeds minder begrip opbrengen voor kerkmensen die steeds minder met het “aldus zegt de Heere” rekening schijnen te houden. Schuivende panelen. Van overspel is geen sprake en behalve het verschil van inzicht over de kerkgang waren er tussen ons geen grote problemen, behalve misschien dat zij niet meer van me hield. Wat is volgens u in dit geval de Bijbelse lijn?

Dank u wel voor uw vraag. Een verdrietige situatie voor u, waarvan wij, als gevolg van onze zonden, zelf schuldig zijn. Ik schrijf bewust: wij! U, uw vrouw en ik... Dit alles hebben wij aan ons zelf te wijten. Ik ben ervan overtuigd: als we schuldenaar voor God worden, zijn en blijven en licht valt over God, onszelf, ons (verzondigde) leven, dan wordt genade noodzakelijk(er). Die is er, in overvloed, in het offer van Jezus Christus, Wiens bloed en Geest wast en reinigt van alle zonden.

U begrijpt dat ik van achter mijn bureau geen helder zicht heb op uw situatie. U schrijft over schuivende panelen:

-dat uw vrouw weggegaan is bij u, is on-Bijbels;
-een andere relatie aangaan is on- Bijbels;
-u bent (al veel eerder) gestopt om naar de kerk te gaan, dat is eveneens onverantwoord. Levensgevaarlijk!;
-op een gerucht of verhaal van uw dochter afgaan, is on-Bijbels.

Bijbelse lijn is:

-bekeert U en gelooft het evangelie!;
-vrucht is: buigen voor God en voor uw naaste;
-naar de kerk gaan! Zet u biddend om Gods genademiddelen (God staat als de uitziende Vader op verlorenen te wachten om u te ontvangen, Lukas 15);
-vragen: Heere, wat wilt U dat ik doen zal? Wees Gij mijn Gids... in mijzelf kan, heb en wil ik niets;
-biddend naar uw kerkenraad gaan om te vertellen wat er in uw hart leeft;
-bidden om licht en kracht om aan uw vrouw e.a. te gaan vertellen dat God uw ogen heeft geopend.

Echt mijnheer, hierin krijgt u God mee. Anders nooit. Dan heeft iedereen het gedaan, behalve u en ik. Wie zijn zonden belijdt en laat, zal barmhartigheid geschieden.

Van harte de nooit beschamende God, Die in Jezus Christus zondaren ontvangt en menigvuldig vergeeft, bevolen,
Ds. D. W. Tuinier