In dit alles zondigde Job niet

Ds. G. van de Groep / Geen reacties

23-09-2014, 10:46

Vraag

In het Bijbelboek Job lees ik meerdere keren dat Job wenst dat hij niet geboren was. Als iemand dat in deze tijd in het dagelijks leven aangeeft, wordt dat vaak als zonde gezien. Van Job staat dat hij niet zondigde. Gold dat gedurende de hele beproeving of alleen aan het begin?

 


Antwoord

We lezen in vers 1 van hoofdstuk 1 dat Job een oprecht, vroom en godvrezende man was die het kwaad ontweek. Dat alles kon je merken in zijn dagelijks leven. De hoofdstukken 29 tot en met 31 getuigen daarvan. Dus Job was een zondeloos mens? Welnee, ook van hem gold wat hij zelf eens beleed: “Wie zal een reine geven uit de onreine? Niet een” (14:4). Maar hij bleef daarbij wel oprecht, trouw en integer tegenover God staan. God bevestigt dit Zelf tegenover satan in 1:8. In feite was dit het grote punt, waar het om ging. Satan houdt God voor dat Job Hem vreest en dient omdat alles hem voor de wind gaat. Die vroomheid van Job, bedoelt satan te zeggen, is maar schijn. Als U alle zegeningen van hem afneemt, zal hij de dienst aan U vaarwel zeggen. En dan geeft de HEERE satan toestemming om alles, zelfs zijn gezondheid, van Job af te nemen, behalve zijn leven. Daarmee begint Jobs diepe lijdensweg, de lijdensproef, waaruit zal blijken dat Job God dient om niet, dus met een hartelijke, oprecht geloof en niet vanwege zijn voorspoed. Bij dit alles is het belangrijk te bedenken dat Job zelf niet weet dat het hierbij om een geding gaat tussen God en satan. Wij weten dat, maar Job wist dit niet. Dat maakt zijn lijden nog zwaarder, maar de proef des te zuiverder.

En wanneer satan Job van alles heeft beroofd, zijn bezittingen en zelfs zijn kinderen, dan keert hij zich niet boos van God af, maar dan scheurt hij zijn kleren, buigt zich diep voor God neer en belijdt hij dat zijn bezit niet iets vanzelfsprekends was, maar dat de HEERE hem dit gegeven had en Hij dus ook het recht had het hem te ontnemen. Dat verwoordt hij in die geweldige geloofsbelijdenis: “De HEERE heeft gegeven, en de HEERE heeft genomen; de Naam des HEEREN zij geloofd!” Een geweldige nederlaag voor satan. Hier blijkt al dat Job de HEERE niet uit hebzucht diende, zoals satan God voorhield. Daarom het getuigenis: “In dit alles zondigde Job niet, en schreef hij God niet ongerijmds toe.” Dat wil zeggen: Job zie God niet vaarwel en hij zal dit in het vervolg van zijn boek ook nergens doen.

Het lijden van Job wordt extra verzwaard als satan zijn hele lichaam aantast met vreselijke zweren. In hoofdstuk 7:5 klaagt hij: “Mijn vlees is bekleed met maden en heeft een korst van stof, mijn huis is gekloofd en veretterd” (HSV). Bovendien spoort zijn vrouw hem aan zich niet langer aan zijn oprechtheid vast te houden en God vaarwel te zeggen. Daarop volgt inderdaad hoofdstuk 3, waarin Job zijn geboortedag vervloekt. Let op, Job vervloekt zijn God niet. En daar was het satan nu juist om te doen. Daarom moeten wij ons wijze hoofd maar niet schudden over Jobs hartekreten. De Bijbel laat ons hier weten dat zelfs de allervroomsten in afgronden van wanhoop kunnen zinken. Jobs lijden was zo zwaar en zo diep dat hij de zin van het leven niet meer inzag.

Job is trouwens niet de enige in de Bijbel van wie we dit vernemen. De profeet Jeremia kwam te midden van zijn ellende tot dezelfde uitlatingen. Lees Jeremia 20:14-18 maar eens. En denk ook aan Elia in 1 Koningen 19:4 en aan Jona. Job 3 vermeldt Jobs diepste dieptepunt. Maar ook hier heeft hij de HEERE niet gevloekt. Het moet opvallen dat deze inzinking van Job ons wordt meegedeeld, maar dat we aan het slot van hoofdstuk 3 geen afkeurend commentaar vinden zo van: “In dit alles zondigde Job wel met zijn lippen.” En vergeet niet: in hoofdstuk 6 horen we hem zeggen: “Och, werd mijn verdriet maar eens nauwkeurig gewogen, en legden ze al mijn ellende maar bij elkaar in een weegschaal! Want het is nu zwaarder dan het zand van de zeeën; daarom zijn mijn woorden ondoordacht.” Hier betreurt hij zijn zelfvervloeking. En straks zal hij zelfs al zijn zondige woorden herroepen in stof en as (42:6). Hoeveel van Gods kinderen zouden vandaag niet in zware beproevingen zichzelf herkenning in Jobs aanvechtingen en strijd. Laten we oppassen met onze oordelen en ons veroordelen. De HEERE kent degenen die de Zijnen zijn en niemand, zelfs satan niet, zal ze uit Zijn hand rukken.
 
Ds. G. van de Groep

 

Tags in dit artikel:

Jobzondeloos
Dit artikel is beantwoord door

Ds. G. van de Groep

  • Geboortedatum:
    07-04-1944
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Heerde
  • Status:
    Inactief
97 artikelen
Ds. G. van de Groep

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Wat zijn de kenmerken van wettisch denken? (Ver)vallen Gods kinderen hier ook nog in? Hoe herken je zoiets? Denk je dan echt dat je de zaligheid moet verdienen, of is het veel minder opvallend? Dat je...
Geen reacties
23-09-2016
Waarom staan er geen tussenkopjes in de Bijbel met kanttekeningen?
4 reacties
23-09-2015
Na de synode... Help! Ik ben van de Ger. Gem. en lees alleen nog de HSV. Heb meegewerkt aan de HSV-Jongerenbijbel. Synode waarschuwt voor de theologie van dit fenomeen. Waar moet dat toch heen...? Maa...
40 reacties
23-09-2013
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering