Overdraagbare onreinheid

Is onreinheid door zonde (nog steeds) overdraagbaar? In het Oude Testament ben je onrein als je (bepaalde) zonden hebt gedaan. Er staan voorschriften in hoe je jezelf weer in het reine bij God kunt brengen. Als je dat niet deed, bleef je dus onrein en kon je ook andere mensen onrein maken. Als het onreinheid was wat je overkwam en/of er niks aan kon doen, denk ik dat God dit niet zag als bewuste zonde en –wat betreft vandaag- ons dit niet meer aanrekent. Nu kunnen we in Jezus’ naam bidden en vragen om onze zonden te vergeven en door Gods genade weer rein te mogen worden. Maar als we dat niet doen (of in ieder geval er een tijd mee wachten), kunnen we dan ook andere mensen onrein maken of door andere mensen onrein worden? Eerst dacht ik dat dit niet meer van toepassing was door de komst van Jezus en zijn gebrachte offer. Maar omdat Jezus ook aangeeft dat Hij niks van de wet heeft afgedaan maar er juist wat aan toegevoegd heeft, twijfelde ik toch en vandaar mijn vraag.

Het antwoord kan kort zijn: nee, wij maken andere mensen niet onrein in de zin dat we door fysiek contact zonde overdragen. Maar ik wil toch wat meer zeggen.

1. In het Oude Testament worden vier oorzaken genoemd waardoor iemand onrein kan worden. Deze oorzaken zijn echter geen zonde! a. Het aanraken van een dood lichaam van mens of dier of insect is geen zonde maar maakte wel onrein. b. Melaatsheid is geen zonde (hoogstens als alle ziekten een indirect gevolg van de zondeval), maar maakt wel de drager onrein. De patiënt kan door aanraken een ander wel ziek maken, maar draagt geen zonde over. c. Zaadlozing en menstruatie of andere bloedingen zijn natuurlijke, niet zondige, processen, die  wel lichamelijke reiniging vereisen, maar anderen niet onrein maken. d. Het bewust of onbewust eten van vlees van als onrein genoemde dieren, wordt door Mozes verboden, maar zo’n eter kan een ander niet met zonde besmetten.

2. Waarom bepaalde handelingen of diersoorten onrein zijn is ons niet meer duidelijk. We kunnen ook alle beslissingen van God niet rationeel verklaren. Israël was niet beter dan andere volkeren en toch heeft God hen als uitverkoren volk gekozen.

3. Naast de hierboven -onder 1 genoemde- kunnen nog bijzondere oorzaken van onreinheid bestaan, die reiniging noodzakelijk maken. Het is vaak een zaak van hygiëne.

Het betreft het eigen lichaam, maar ook voorwerpen.

4. In het Nieuwe Testament heeft Christus zich in Mattheus 15:1-20 duidelijk afgezet  tegen de puur uitwendige reinigingsceremoniën. Hij  stelt dat uit het zondige hart het echt onreine voortkomt. Daarmee wijst hij een groot deel van de ceremoniële praktijken af. Ook worden in Handelingen 10 bij de leefregels voor de christenen uit de heidenen (en dat zijn wij toch) de reinigingsrituelen niet voorgeschreven.

5. Nog verder gaat de schrijver van de brief aan de Hebreeën in hoofdstuk 9. Alleen het bloed van Jezus Christus kan ons werkelijk rein maken. We worden dus niet rein door uitwendige wassingen of zo. Dat houdt niet in dat we geen hygiënische maatregelen meer behoeven in acht te nemen. Sommige overijverige monniken en andere (schijn)vromen hebben wel eens gedacht dat wassen toegeven was aan de zondige behoeften van het lichaam en ze stonken dan ook een uur in de wind. Maar dat kan nooit de bedoeling geweest zijn. Dat bepaalde moslimmannen weigeren vrouwen een hand te geven omdat ze vinden dat eventuele menstruatie hen zou kunnen verontreinigen, getuigt van eenzijdige hoogmoed. Hoe onrein kunnen ze zelf niet zijn door bewuste of onbewuste zaadlozing?

Putten,
Ds. J. J. Tigchelaar

Dit artikel is beantwoord door

Ds. J.J. Tigchelaar

• Geboortedatum:
  05-12-1931
• Kerkelijke gezindte:
  PKN (Hervormd)
• Woon/standplaats:
  Putten
• Status:
  Actief

130 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven