Degenen die boven u gesteld

Wie worden er bedoeld met "degenen die boven u gesteld zijn"? Het staat toch zo in de Bijbel? Dit vraag ik mij af!

Waarde vriend(in),

Het doet me goed dat deze woorden je zo bekend voorkomen, alleen staan ze zo niet letterlijk in de Bijbel. De woorden die je aanhaalt komen uit de Heidelberger Catechismus, die overigens geheel op de Schrift is gegrond. Je vindt de woorden in zondag 39: "en allen die over mij gesteld zijn."

In deze zondag wordt het vijfde gebod behandeld: "Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft." Dit gebod geeft de gezagsstructuur weer in onze samenleving. De gezinnen zijn de cellen van onze samenleving en ook wel de kerkjes in de kerk genoemd. Daar leren we wat gezag is, namelijk dat we onze ouders alle eer, liefde en trouw bewijzen. De Heere is de soevereine Koning. Hij heeft het absolute gezag over de mens, want zij is immers Zijn schepsel. Maar nu heeft de Heere dat gezag als het ware gedelegeerd aan de ouders. Zij zijn geroepen om in opdracht van de Heere het gezag over hun kinderen uit te oefenen. Wij gehoorzamen onze ouders omdat zij dat gezag van God in het vijfde gebod hebben gekregen. Onze Catechismus omschrijft dat met de woorden: "aangezien het Gode belieft ons door hun hand te regeren."
 
Maar onze Catechismus ziet dit gebod breder dan alleen gehoorzaamheid aan de ouders. Op grond van Gods Woord breidt ze dit van God geschonken gezag uit over andere, door God ingestelde gezagsdrager, waarbij we kunnen denken aan de overheid, de ambtsdragers, de werkgevers en de leerkrachten op school.

Bij deze categorieën zijn verschillende Schriftplaatsen te noemen, denk aan Efeze 6:5, waar het gaat over de werknemer:  "Gij dienstknechten zijn gehoorzaam aan uw heren naar het vlees" en wat de ambtsdrager aangaat: "Dat de ouderlingen die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer" (1 Timóthëus 5:17). Als het gaat over de overheid is het woord van de Heere Jezus uit Matth. 22:21 richtinggevend: "Geef de keizer dat des keizers is."

Ik hoop van harte dat je door Gods Geest mag leren het gezag van allen die over je gesteld zijn te aanvaarden omdat je door genade in de eerste plaats geleerd hebt "Gode te geven wat Gods is." Want alleen wanneer we geleerd hebben om ons aan de Heere en Zijn genade in Christus ons betoond over te geven, dan kunnen we ook in waarheid liefde, eer en trouw bewijzen aan allen die over ons gesteld zijn.

Wil je er meer over weten, neem dan een goede catechismus verklaring ter hand, waarbij ik zeker met ere wil noemen die van ds. H. Veldkamp "Zondagskinderen".

Met hartelijke groet en Gode bevolen,
Je ds. A. A. Egas