Rijke jongeling
Ds. A. Simons | 7 reacties | 04-01-2010| 16:30
Vraag
Aan ds Simons: De rijke jongeling kreeg het gebod om alles te verkopen en Jezus te volgen. Hij kon dit niet, omdat zijn hart niet wilde. Als hij dit liever niet wilde, maar het toch had gedaan omdat dit voor hem de enige weg tot bekering was en met een bezwaard hart Jezus had gevolgd, zou hij hier dan toch goed aan hebben gedaan en een schat in de Hemel hebben gekregen? Of zou dat niet genoeg zijn geweest omdat hij het niet met zijn hart deed?
Ik vraag dit, omdat ik eigenlijk die rijke jongeling ben. Ik weet dat ik Jezus moet volgen, maar ik wil dit eigenlijk niet. Soms probeer ik het wel, maar dat lukt vaak maar een dag of wat. Als ik nu voor God kies met mijn verstand, is dat voldoende? Maar God vraagt toch of ik Hem dien met mijn hart, verstand en al mijn krachten? Maar ik laat het zo snel afweten en ik ken mijn ellende niet. Ik wil God eigenlijk alleen maar dienen om dan de vruchten van de Heilige Geest te krijgen: blijdschap, liefde, vrede, lankmoedigheid, geduld, etc. Ik wil er zelf gelukkiger door worden. Als ik Hem nu ga volgen met mijn verstand, wat dan? Zou ik het op den duur dan wel ga menen met mijn hele hart?
Geeft u straatarme Egyptische christenen een onvergetelijke Kerst?
In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een christelijke Egyptische familie te doneren. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden.
Antwoord
Goede vriend, we gaan met elkaar proberen antwoorden te vinden op jouw vragen; vanuit het Woord. Nee, niet jouw gevoel en niet wat jij denkt en meent. Het heeft geen waarde. Het Woord heeft het laatste woord, toch?
Je schrijft dat jij die rijke jongeling bent. Goed, laten we eerst eens gaan kijken wie die rijke jongeling is. Hij komt tot Jezus omdat hij denkt dat de Heere Jezus een groot rabbi is. Zo ziet hij Christus. Hij wil weten van deze Rabbi wat hij moet doen om het koninkrijk van God binnen te gaan. Hij wil zo graag wat doen. Jij ook? Ook jij hebt het er over dat je niet genoeg doet. Niet oprecht genoeg, niet ernstig genoeg, enz. Je schrijft ook dat God wil dat je Hem dient met alle krachten, met je gehele verstand en met een volkomen hart. Goed, het lukt niet, hooguit een dag.
Vriend, je bent zo met jezelf bezig. Allemaal vanuit de mens wat willen doen voor God. Je komt tot de ontdekking dat je het hooguit even volhoudt met je verstand. Je hart blijft achter. Dit is precies waar de Heere Jezus deze rijke jongeling aan ontdekt. Hij had naar de letter van de wet inderdaad geleefd naar de wet. Maar, zegt Paulus, die is geen Jood die het in naam is. Niet die besneden is naar het vlees, maar die besneden is door Geest in het hart (Rom. 2:28). Ook jij meent aan de buitenkant dingen te moeten veranderen, met de hoop dat het van binnen op den duur ook verandert. Vriend, stop ermee. Je hebt een verdorven hart. Een hart waar niet goeds uit voortkomt. Stop ermee om wat te willen doen. Versta je de wet wel? Weet je waar de wet voor gegeven is? Om jou te laten laten zien dat je niet deugt. Je bent een schijnheilige. Jij hunkert vanuit je hart liever naar de zonde dan naar het volgen van Jezus. Weet je wie dit jou leert? De wet! Die is gegeven opdat jij er achter komt dat je ongeschikt bent tot enig goed (Rom. 3:20).
De buitenkant van jouw leven moet niet vernieuwd worden, maar de binnenkant. Net als bij die rijke jongeling. Hij moet zijn leven verliezen om het te behouden (Lukas 9:24). Hij meent zijn leven te moeten behouden om het te behouden. De godsdienst in ons meent Gode te leven als wij naar de wet leven. Mis! Zo denkt de Farizeeër. Het Woord leert mij dat ik Gode leef wanneer ik gestorven ben (Gal. 2:19). Sterven aan de wet door de wet om Gode te leven. De omgekeerde wereld! Wat doet de wet dan? Mij doden! Wat is er nog van een dode te vragen dan? Niets meer. Ja maar ik moet toch… Vul maar in.
Jij moet niets meer. Je bent onbekwaam om iets te doen. Ja, maar toch moet het gedaan worden toch? Ja, maar niet meer door jou. Er is een Ander nodig in jouw leven, Die het doet en zal doen. Die Ander wil ik jou verkondigen. Nee, jij komt niet naar Hem toe. Nee, zo niet. Maar Hij komt naar jou toe. Jij die dood in de zonden en de misdaden ligt. Tot jou komt het liefelijke evangelie. Dode dorre zondaar. Al ben je nog zo rijk van aanzien. Misschien door velen geëerd vanwege je goede werken (Rom. 2:20). Maar God biedt Zijn Zoon aan opdat je het leven zou vinden in Hem. Hij brengt Het Liefste wat Hij had zo dichtbij dat zelfs jij verloren in zonde en schuld, erbij kan. Hoor dan: Hij is gekomen tot de zijnen (Joh. 1:11). Ja, u komt de belofte toe (Hand. 2:39). Wendt u tot Mij allen die vermoeid en belast zijt (Jes. 45:22). Ja, ik verkondig u grote blijdschap (Lukas 2:10). Nog meer?
Zo dichtbij brengt God het heil in Christus tot verdorven zondaren. Wat is dan nodig om Hem te kunnen volgen? Geloof! Zonder geloof is het onmogelijk om Gode te behagen (Hebr. 11:6). Vriend, hoe kun je iemand volgen die je niet vertrouwt? Vandaar dat Paulus zegt: Hoe zullen ze in Hem geloven als Hij niet gepredikt wordt? (Rom. 10:14). Vandaar dat ik Hem leg in de schoot van je hart (Rom. 10:8). Met de woorden van Paulus: Indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God hem uit de doden heeft opgewekt, zo zult gij zalig worden (Rom. 10:9).
Vriend, wat is geloven? Wilt je het graag weten? Geloven is ophouden met werken! (Rom. 4:5). Leunen op die Grote Ander. De dierbare Christus. Het lam van God. Immanuel. Vriend, zo gij Zijn stem dan heden hoort, verhard u niet maar laat u leiden.
Je ds A. Simons, Vinkeveen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Want Hij heeft betaald.
Hij wacht op jouw!
niet het werk door mij volbracht,
niet het offer, dat ik breng,
niet de tranen die ik pleng,
schoon ik ganse nachten ween,
kunnen redden, Gij alleen.
(gez. 174 Ned. Herv. bundel 1938)
Spreekt mij altijd erg aan!