(...) Als men lid wordt van in dit geval de PKN met belijdenisgeschriften die el...

Ik weet dat op dit gebied al meerdere vragen gesteld zijn, maar deze nog niet. Vandaar dat ik deze vraag ook stel. Als men lid wordt van in dit geval de PKN met belijdenisgeschriften die elkaar tegenspreken en waar dwalingen zelfs een wettige plaats hebben gekregen, kortom een huis dat tegen zichzelf verdeeld is kan niet bestaan, maar gaat men toch naar die kerk, pleitend op Gods verbondstrouw, doet men dan geen ijdel beroep op Gods verbondstrouw? Zeker Gods verbondstrouw is groot, dat is zeer zeker, maar wij moeten ook trouw zijn en niet tot een kerkgemeenschap toetreden waarvan men ten diepste weet dat  deze niet naar Gods Woord is (onbijbels de gereformeerde belijdenis op wezenlijke dingen tegenspreken) door de Lutherse en de Augsburgse confessie. Hoe dient men in dit geval te handelen?

Beste vraagsteller,
 
Begrijp ik je vraag zo goed, wanneer ik deze als volgt samenvat: mag je lid worden van een kerk/kerkgemeenschap dat tegen zichzelf verdeeld is, waar dingen mogen die tegen Gods Woord ingaan, die zonde zijn?
 
Zo versta ik je vraag en zo wil ik proberen er een antwoord op te geven. In je vraag komt het kernpunt naar voren waarom er in 2004 een breuk is ontstaan, PKN/ HHK. Nu spitst jouw vraag zich hierop toe, mag je als Hervormd Gereformeerde Bonder toch blijven in of lid worden van een Hervormde gemeente binnen de PKN? Wat zeggen zij, die hierop, biddend en de Schrift en de belijdenis onderzoekend, “ja” zeggen?

Dat het kan, omdat zij de kerk van Christus niet prijs mogen en kunnen geven, aan hen die dwalen. Dat het kan, omdat zij met nadruk stellen, dat zij persoonlijk en als Hervormde Gemeente willen blijven staan op het fundament van de Schrift en de klassiek gereformeerde belijdenis. Dat het kan, omdat zij in gelovige gehoorzaamheid belijden met de Nederìlandse Geloofsbelijdenis “dat het ons niet geoorloofd is om anders te leren, dan ons nu geleerd is door de Heilige Schriften. Daarom verwerpen wij van ganser harte alles wat met deze onfeilbare regel niet overeenstemt” (NGB, artikel 7).
 
En dat dit concreet betekent, dat zij op die momenten waarop de grondslag van de PKN aan de orde komt, zoals bij de bediening van de Heilige Doop, het doen van de openbare belijdenis van het geloof en bij de bevestiging van ambtsdragers, niet verwijzen naar de grondslag van de landelijke kerk, maar uitsluitend naar de grondslag en de belijdenissen van de vroegere Nederlandse Hervormde Kerk.

Dat het kan, omdat zij in het kerkelijk leven, inzake ethische vraagstukken, liturgie, ambtsopvatting e.d. verklaren zich gebonden te weten aan de Schrift en de belijdenis, in klassiek gereformeerde zin. Zaken die in de nieuwe kerkorde daarmee strijden, worden verworpen. Dit alles, omdat zij naar eer en geweten willen recht doen aan de notie van het Verbond én van de belijdenis.

Het staan in de PKN vraagt dus om oprecht geloof, ootmoed, liefde, waakzaamheid, gebed, studie, trouw en hoop op een Reformatie van heel de PKN en alle andere kerkverbanden door de HEERE in Christus Jezus. Een Reformatie die doet buigen voor God in het stof, met een hartelijk belijden van alle zonde en zondige verdeeldheid. Die de kerk krachteloos en stom maakt. En de verwachting dat de Christus een opwekking zal geven in ons land.

Ik hoop dat het zo duidelijk is, “hoe men in dit geval kan handelen!” Zie het einde van je vraag. Laten we bij alle kerkelijke vraagstukken, ons persoonlijk vraagstuk niet vergeten: Ken ik, zondaar in mijzelf, door genade Christus als mijn Verlosser en Koning.

Van harte Gods leiding bij alle vraagstukken.

Met vriendelijke groet,
Ds. J. Prins

Dit artikel is beantwoord door

Ds. J. Prins

• Geboortedatum:
  04-10-1956
• Kerkelijke gezindte:
  PKN (Hervormd)
• Woon/standplaats:
  Ederveen
• Status:
  Inactief

45 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven