Moreel superieur aan een bevroren lolly likken, was nog nimmer zo makkelijk. Het wordt tegenwoordig mogelijk gemaakt door Ben en Jerry’s, de deugdochter van Unilever. Het heeft de firma uit Vermont namelijk behaagd om de bezette betwiste Palestijnse gebieden als verboten voor Joodse ijsjes uit te roepen. De Israelische distributeur van het merk mag aldaar niet langer leveren want het zou in strijd zijn met de normen en waarden van B&J. Judea, Samaria e.o krijgen vanaf 2022 dus ijsvrij.
Ben & Jerry’s will end sales of our ice cream in the Occupied Palestinian Territory. Read our full statement: https://t.co/2mGWYGN4GA pic.twitter.com/kFeu7aXOf3
— Ben & Jerry's (@benandjerrys) July 19, 2021
Nu is er niets mis met een beetje maatschappelijke engagement maar op de burelen van Ben and Djer is overduidelijk de smaak ‘Butter on Head’ favoriet. In landen als Maleisië (niet leuk voor homo’s), Verenigde Arabische Emiraten (niet gezellig voor non-moslims) en Brazilië (onfijn voor oerwoud) kun je bijvoorbeeld wel Caramel Brownie, Chocolate Fudge of Cookie Dough uit de vrieskist trekken.
De boycotbeweging BDS (Boycot, Desinvestering en Sancties...vóór en dóór Palestijnen) kan na de boete voor Christenen voor Israel derhalve een nieuwe zege op haar conto schrijven. Maar dat is te vroeg gejuicht want er staat de ijscoboer wellicht een cookie van eigen deeg te wachten. In diverse staten in Amerika is het namelijk bij wet verboden om gelden te investeren in bedrijven die Israel boycotten. Het zou gaan om meer dan 100 miljoen dollar die als ijs sneeuw voor de zon lijken weg te smelten.
Ik ben overigens alvast begonnen om aan mijn eigen BDS een flavour toe te voegen. IJs en weder dienende. Orna Barbivai, de Israëlische minister van Economische Zaken, volgde direct mijn goede voorbeeld.