Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig

Dominee Van Binnendijk stelt in zijn laatste antwoord: “Paulus zegt nergens dat alles geoorloofd is”. Maar in 1 Korinthe 6:12 staat: “Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten” (NBG). Was dominee Van Binnendijk die tekst vergeten, of bedoelt Paulus hier wat anders mee?

Genoemde tekst heb ik bewust niet aangehaald, omdat zo goed als in elke discussie ~waar het meestal gaat om een bepaalde levenstijl of een bepaalde kerkelijke traditie~ juist deze woorden misbruikt worden of op zijn minst uit zijn verband getrokken, zo niet: omgebogen worden naar eigen gelijk.
 
Eenvoudig gesteld, moeten juist “deze woorden” in zijn Korinthische context gelezen worden. (Die context was zo bijzonder, dat er in de antieke wereld zelfs een spreekwoord voor bedacht is: "de Korinthiër uithangen").
 
De handboeken en commentaren geven hierover meer dan voldoende informatie, dus ik laat het bij deze opmerking.
 
Ds. M. F. van Binnendijk,
Capelle aan den IJssel