Tijdgelovige wil en kan niet terug
Ds. D. J. Budding | Geen reacties | 27-11-2025| 14:36
Vraag
In het dagboek van ds. D.J. Budding staat: "Dat wij mensen verlicht kunnen zijn, of diep inzicht hebben in de Bijbel en weg van verlossing, of zelfs hemelse gaven smaken, maar toch kan je er dan nog niet in delen. Of nog verder. Er kan een zekere mate van vrede, geluk en zaligheid in ons hart zijn, maar deze dingen zijn tijdelijk en niet diepgaand.” Hij schrijft in het antwoord 'Tijdelijk en niet diepgaand geloof':
“We worden juist ernstig gewaarschuwd om de hoop van onze zaligheid niet te bouwen op iets wat van ons is en ook niet op wat in ons is. We kunnen inderdaad veel meemaken wat in de vrucht uiteindelijk blijkt niet zaligmakend te zijn. Lees in dit verband Mattheüs 7:21-23 en Hebreeën 6:4-6. Denk ook aan mensen als Bileam, Saul, Judas. We noemen dat wel eens “algemene werkingen” van de Heilige Geest. Door die werkingen worden we wel tijdelijk anders, maar niet echt vernieuwd.”
Vraag: In de tekst uit Hebreeën die hij noemt gaat het over de zonde tegen de Heilige Geest. Betekent het dat als je een tijdgelovige was, nu niet meer het zaligmakend geloof kunt ontvangen? Dat je niet meer écht vernieuwd kunt worden?
De actualiteit verandert. De Bron niet.
Zie je ook iedere dag een stroom aan nieuws voorbijkomen? Het RD zet je aan het denken en geeft inzicht met nieuws en achtergronden in Bijbels perspectief. We duiden de actualiteit vanuit een onveranderlijke Bron. Ontdek nu één week gratis...
Antwoord
In Hebreeën 6 gaat het over mensen die eens “verlicht” zijn geweest en wederom afvallig worden. Zij keren zich radicaal tegen hetgeen zij eerst hebben ontvangen. Zij kruisigen de Zoon van God opnieuw en maken Hem openlijk te schande. Dat is inderdaad de zonde tegen de Heilige Geest. Mensen die hier beschreven worden, willen niet terug en kunnen daarom niet terug. Zij zijn overgegeven aan het ergste oordeel, het oordeel der verharding.
Zolang er nog enige vrees in ons is, dat wij de zonde tegen de Heilige Geest hebben gedaan, hebben wij die niet gedaan. Zolang er nog enig verlangen in ons is, naar vergeving en verlossing, mogen we zeker zijn dat we die zonde niet gedaan hebben, wat er ook verder in ons leven gebeurd kan zijn. Denk bijvoorbeeld aan Manasse.
Ds. D. J. Budding
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D. J. Budding
Bijzonderheden:
Bekijk ook:





