Geestelijke verantwoordelijkheid in leidinggevende positie
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 25-11-2025| 11:39
Vraag
Graag wend ik mij tot u met een vraag die, naar mijn bescheiden inzicht, een mate van moreel-theologische verfijning en innerlijke worsteling bevat die ik zelf niet meer adequaat kan ordenen. Als belijdend lid van een behoudend reformatorisch kerkverband, geroepen tot een levenswandel in afzondering en godzaligheid, bevind ik mij momenteel in een situatie waarin persoonlijke roeping, familierelaties en ethisch-religieuze beginselen elkaar op een complexe wijze doorkruisen. Ik acht het daarom noodzakelijk mijn gedachten aan u voor te leggen, in de hoop op een Schriftuurlijk en wijs beraad.
Mijn echtgenote is afkomstig uit een bijzonder welgestelde Joodse familie met aanzienlijke invloed in diverse maatschappelijke en economische sectoren. Haar ouders hebben, vanuit oprechte waardering voor mijn capaciteiten, aangedrongen op mijn toetreding tot de leiding van hun uitgebreide ondernemingen. Deze bedrijven bestrijken een breed spectrum van activiteiten, waarvan sommige praktijken en strategische keuzes, naar mijn overtuiging, noch verenigbaar zijn met de gereformeerde deontologie waarin ik ben opgevoed, noch met de halachische traditie die mijn echtgenote hoogacht.
Mijn gewetensstrijd betreft in het bijzonder de vraag of ik, door een dergelijke positie te aanvaarden, niet impliciet medeverantwoordelijk word voor beleidslijnen die in meer of mindere mate botsen met de Tien Geboden, en in het bijzonder met de verplichting tot eerlijkheid, rechtmatigheid en het vermijden van wereldgelijkvormigheid. Is het, vanuit gereformeerd-theologisch perspectief, geoorloofd om leiding te geven binnen structuren waarvan de integrale moraliteit niet door mij gegarandeerd kan worden, terwijl mijn invloed wel reëel, doch niet absoluut is? Hoe valt in dit ingewikkelde geheel een zuiver onderscheid te maken tussen enerzijds mijn roeping tot arbeid, rentmeesterschap en zorg voor mijn gezin, en anderzijds de apostolische vermaning om geen gemeenschap te hebben met de onvruchtbare werken der duisternis? In hoeverre is deelname aan dergelijke ondernemingen te beschouwen als daadwerkelijke medeplichtigheid, en waar begint of eindigt de geestelijke verantwoordelijkheid van iemand in een leidinggevende positie? Ik dank u bij voorbaat voor uw tijd, uw aandacht en uw wijs oordeel.
De actualiteit verandert. De Bron niet.
Zie je ook iedere dag een stroom aan nieuws voorbijkomen? Het RD zet je aan het denken en geeft inzicht met nieuws en achtergronden in Bijbels perspectief. We duiden de actualiteit vanuit een onveranderlijke Bron. Ontdek nu één week gratis...
Antwoord
Beste vraagsteller,
U legt een complexe situatie voor in een vragenrubriek. In dit kader kunnen slechts aanzetten tot een antwoord gegeven worden. De volgende aspecten zijn hopelijk behulpzaam bij het maken van een keuze.
1. Uw onderscheid tussen de eigen ethisch-religieuze beginselen en de praktijk in de bedoelde bedrijven is helder. Maar er zijn meer overwegingen. Mag een christen werken in een groot bedrijf, zoals een multinational, waarin bepaalde zaken niet in overeenstemming zijn met de Tien Geboden? In de lagere regionen van het bedrijf draagt een werknemer uiteraard niet zoveel verantwoordelijkheid. Maar als iemand goed functioneert en op den duur steeds meer leidinggevende taken krijgt, hoe zit het dan? Hier is wijsheid en gebed nodig om goede afwegingen te maken: enerzijds zijn er bezwaren tegen aspecten van het bedrijf, anderzijds is het mogelijk een invloed ten goede aan te wenden.
2. Er zijn in de Bijbel voorbeelden te vinden van godvrezende personen die leefden en werkten in een positie waarin veel zaken tegen hun overtuiging ingingen. Denk aan Jozef aan het hof in Egypte, Daniël en zijn vrienden in Babel, Nehemia, Mordechai en Esther aan het Perzische hof. Voor een deel was dit overmacht en waren zij hier niet vrijwillig. Toch heeft God hen in die situaties mogelijkheden gegeven om invloed ten goede aan te wenden, zonder alles te kunnen veranderen.
3. Ik vraag mij af wat u vrouw hiervan vindt. Ze zal goed op de hoogte zijn van de situatie in haar familie en van uw opvattingen. U vermeldt de halachische traditie (de Joodse regels voor de ethiek) die zij hoogacht. Klopt het dat de bedrijven zich niet houden aan die regels? Hoe uw beslissing ook uitvalt, er zijn consequenties voor haar, ten opzichte van u en ten opzichte van haar familie. Ik hoop dat u hierover goed overleg kunt voeren, ook bij een open Bijbel.
4. In welke mate is uw schoonfamilie op de hoogte van uw ethische standpunten? Het feit dat men u vraagt toe te treden tot de leiding van ondernemingen, toont een groot vertrouwen. U verkeert in een goede onderhandelingspositie om zelf een aantal zaken op tafel te leggen die voor u van groot belang zijn om de gevraagde positie in te kunnen nemen. Wanneer men niet bereid is u daarin tegemoet te komen, zal de beslissing voor u gemakkelijk zijn.
5. Het is begrijpelijk dat u in deze vragenrubriek slechts in algemene termen spreekt. Ik raad u aan contact op te nemen met christenen die een leidinggevende positie hebben in een groot bedrijf waarin zij met de door u genoemde dilemma’s te maken hebben, om veel concreter zicht te krijgen op mogelijkheden en knelpunten.
6. Na alle adviezen van anderen blijft het voor u persoonlijk een zaak van gebed om de leiding van Gods Geest (vergelijk Psalm 25:4; Psalm 86:11). Alleen zo kunt u met overtuiging een beslissing nemen.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:





