Geen diepe kennis van mijn doodstaat

Ds. A. Kot | Geen reacties | 10-10-2025| 16:45

Vraag

Op Refoweb en in andere boeken lees ik zo vaak dat je naar de Heere toe moet gaan als je wilt geloven. Hij schenkt je dan ongetwijfeld het geloof en alles wat er voor nodig is om met Hem te leven. Dat geloof ik vast, dat Hij het wil geven. Maar al vaak ga ik naar Hem toe en in mijn gebed probeer ik mezelf over te geven aan Hem en belijd ik mijn zonden en ongeloof. Ik smeek om geloof en vraag of Jezus mijn lege handen wil vullen. Tegelijkertijd val ik nog zo vaak in de zonde en vergeet ik ook nog wel eens te bidden. Dat vind ik dan erg, maar ik voel geen diepe pijn.

Ik belijd ook dat ik zondaar ben en God nodig heb, maar ik heb geen diepe kennis van mijn doodstaat. Ondanks dat ik tot God kom, gebeurt er zo weinig. Ik pleit op Zijn belofte in de doop en alle beloften in het Evangelie, maar het lijkt wel alsof de Heere mij niet hoort. Ik wil Hem daar niet van beschuldigen en ik geloof vast en zeker dat Hij geeft wie Hem vraagt, maar wat doe ik dan verkeerd? Ik zou zo graag met Hem willen leven en op Hem willen vertrouwen, willen belijden dat Hij mijn Herder is, dat ik hoop in mij heb, maar ik kan het niet.

Ik heb geen waar geloof. Hoe kom ik er toch aan? Het klinkt zo makkelijk (naar Christus gaan) en het kan ook eenvoudig zijn, maar ik ervaar het als zo lastig. Het lukt gewoon niet. Kan iemand mij raad geven?


Antwoord

Beste vragenstel(l/st)er,

Fijn dat je zo openhartig spreekt. Ik denk dat je iets naar voren brengt waar veel mensen mee (kunnen) zitten. Laat ik er een paar dingen van mogen zeggen. Hopelijk helpt het je verder.

1. Je schrijft dat je geen diepe kennis hebt van je doodsstaat. Dat is onze staat van nature, onze vleselijke toestand, onze oude mens. Geestelijk dood, dit is dat ik van nature geneigd ben God en de naaste te haten, onbekwaam tot enig goed, geneigd tot alle kwaad, onwillig, onmachtig, vijandig, afkerig, ongelovig, ongehoorzaam, buiten de gemeenschap met God. Je doodsstaat kennen wil zeggen: leren kennen. Zoals Christus heerlijker, gewilliger, barmhartiger, enzovoorts, is dan ik ooit gedacht had, daar kom ik door ondervinding wel achter, zo is ook mijn doodstaat dieper, ernstiger, omvangrijker dan ik ooit gedacht had, ook daar kom ik door ondervinding wel achter. Zoals er een opwas is in de genade en kennis van de Heere Jezus, zo is er ook een opwas in de kennis van mijn doodstaat. Zo gauw ik door genade met God wandel begin ik beide te leren kennen -en die lessen duren levenslang- en dan, bij mijn sterven mag ik die oude mens achterlaten. En wat de kennis van Christus betreft zal ik vaststellen dat de helft mij niet was aangezegd. Wat jouw schrijven betreft: Ik merk dat je zegt dat het allemaal niet deugt in je leven, dat is voor mij beginnende kennis van je doodsstaat, en verder: je zult jezelf altijd meer tegenvallen want ook op dit punt kom je hier op aarde niet uitgeleerd (zie hierboven).

2. Dan: ik merk in je schrijven dat je toch op zoek bent naar het goede in jezelf. Je gelooft dat er van alles zou moeten zijn, of meer zou moeten zijn, maar het is er niet en nu wanhoop je of het wel goed is. Sterker: je denkt eigenlijk van niet. Dit heeft alles te maken met het voorgaande. Je moet beseffen dat een kind van God een tweemens is en blijft hier op aarde. Die oude mens is en blijft er tot de laatste snik. Dat betekent dat al dat oude er ook nog is. Al is er ook het nieuwe, dat hoort bij de nieuwe mens. Maar dat betekent inwendige strijd (Romeinen 7, Galaten 5). Dat hoort bij het leven met God hier op aarde. Aan de ene kant het verlangen helemaal voor Hem te leven en aan de andere kant de ondervinding dat er maar zo bitter weinig van terecht komt en dat je daarin jezelf zo tegen hebt. Dat je dus niet alleen voor het eerst verzoening nodig hebt maar ook daarna, zelfs over je bekering als ik het zo mag zeggen. Je blijft in zeker opzicht een bedelaar (Luther). Ik zal Mij doen overblijven een arm en ellendig volk, die zullen op de Naam des Heeren betrouwen (Zefanja). Het was dus niets met je, het is niets en het wordt ook niets.

3. Hoe moet het nu verder? Hoe kom je aan geloof? Nou, je moet dus niet verwachten dat er aan het voorgaande iets verandert. Een waar gelovige bevindt de voornoemde zaken in zich. Maar daarin zoekt hij de grond voor zijn zaligheid ook niet. Waarin dan wel? In de Heere Jezus Christus en Zijn werk. Jezus Christus is zijn gerechtigheid en heiligheid. Heel zijn verlossing en zaligheid ligt in Hem. En buiten Hem heeft hij niets. Wat een ware gelovige heeft dat heeft hij door het geloof in Christus. Daarom: als hij naar zichzelf kijkt ziet hij niets goeds (zie het voorgaande) maar in Jezus Christus is hij volkomen rein en heilig alsof hij geen zonde gekend of gedaan had. Alles wat je zoekt en mist dat vindt je nooit in jezelf maar alleen door het geloof in Jezus Christus.

 

"Je moet beseffen dat het niet gaat over wat ik denk, voel, ervaar. Het gaat om wat je gelooft. God belooft in Zijn Woord dat wie in Christus gelooft vergeving en vernieuwing krijgt en dat zal Hij doen."

 

4. Wat voel ik dan, wat heb ik dan, wat merk ik dan? Dat weet ik niet. Daarin is God vrij. Vrij in wat je ervan merkt, wanneer je dat merkt en ook vrij in de mate waarin. Daarin zullen we God niets voorschrijven. Dit is helemaal Zijn terrein. Maar je moet beseffen dat het niet gaat over wat ik denk, voel, ervaar. Het gaat om wat je gelooft. God belooft in Zijn Woord dat wie in Christus gelooft vergeving en vernieuwing krijgt en dat zal Hij doen, op Zijn tijd en wijze. Dit verlossende evangelie wordt in de Bijbel geproclameerd. Dit moet gelovig omhelsd worden en daarop mag je steunen, ook al zie, gevoel en ervaar je er niets van. Geloven dat God doet wat Hij belooft. Desnoods tegen alles wat voor ogen is, alle omstandigheden en ervaringen, in. Dan komt het zwaartepunt ergens anders te liggen namelijk bij God en Zijn beloften, bij Christus en Zijn werk, en daarin vindt je dan rust en vrede.

5. Tenslotte: wat is tot Christus komen? Het is dat je begint te steunen op Gods beloften, begint te vertrouwen op Christus en Zijn werk, afziet van alles wat van jezelf is, om het alleen te verwachten van Hem die de dingen die niet zijn roept alsof ze er waren. Wie dat doet is zalig, zal eeuwig thuiskomen, al zou hij hier op aarde door een stikdonkere nacht moeten reizen en geen hand voor ogen kunnen zien. Tot Christus komen is geloven in Hem die God gezonden heeft, desnoods te midden van alle ongelovigheid die je in je bevindt. Ik geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp.

Dat wens ik je van harte toe.

Je ds. A. Kot

Lees meer artikelen over:

geloofszekerheidongeloof
Dit artikel is beantwoord door

Ds. A. Kot

  • Geboortedatum:
    25-12-1966
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Huizen
  • Status:
    Actief
88 artikelen
Ds. A. Kot

Bijzonderheden:

Bekijk ook:

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Angst voor de toekomst

Is het krijgen van kinderen niet verschrikkelijk? In de wetenschap in wat voor wereld ze terecht komen, als ik me bedenk hoe ik allemaal (ge)zondig(d) (heb), wat ze misschien ook wel zullen doen. Miss...
Geen reacties
10-10-2016

Spijt van mijn belofte aan God

Vorig jaar heb ik aan God beloofd om een bepaald product nooit meer te gebruiken, het gaat hier om een beautyproduct waar ik van overtuigd was dat het misschien niet goed was om te gebruiken omdat het...
5 reacties
10-10-2018

Zweetklierontsteking

Ik ben een vrouw van 51 jaar, maagd en ik heb geen partner. Ik gebruik anastrozol tegen hormoongevoelige borstkanker; nu al bijna een jaar. Verder slik ik thyroix hormoontableten, want mijn schildklie...
Geen reacties
10-10-2011
design website door design website by Mooimerk website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis hosting website door hosting website by STH Automatisering