Dochter van Jefta: mensenoffer of metafoor

prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 23-09-2025| 12:57

Vraag

Over de geschiedenis van de gelofte van Jefta, Richteren 11: 29-40, zijn meer interpretaties mogelijk. Nu hoeft dat niet een groot probleem te zijn; maar dat wordt het mijns inziens wel als er zonder meer wordt geloofd dat Jefta zijn dochter daadwerkelijk geofferd heeft op een brandstapel. De meeste mensen die ik spreek geloven dat! Vorig jaar is het bij ons zelfs op de preekstoel verkondigd. Ik begrijp dat niet. Hoe kunnen mensen leven met een God die accepteert dat er een mens aan Hem geofferd wordt? Het gaat zelfs in tegen wat God aan ons vraagt in bijvoorbeeld Leviticus 18:21 of Ezechiël 23: 37-39. Of je moet stellen dat God mensenoffers aan de Moloch verkeerd vindt maar mensenoffers gericht aan Hem Zelf wél accepteert.

Ik geloof dat de dochter van Jefta haar leven lang geen gemeenschap heeft gehad met een man en alleen in de bergen heeft gewoond. Dat dat het offer is dat er daadwerkelijk gebracht is. Uit het schriftgedeelte is dit heel goed aan te nemen. Mijn vraag aan een oudtestamenticus is: Wat is er nu echt gebeurd met de dochter van Jefta?


Antwoord

Beste vraagsteller,

Voor een antwoord op je vraag is het van belang twee zaken na te gaan:

  1. Wat is het doel van het boek Richteren?
  2. Waarom staat deze geschiedenis van Jefta in dit boek beschreven?

Wie het boek Richteren in zijn geheel doorleest, merkt dat het boek een sterk waarschuwende boodschap bevat. De Israëlieten worden opgeroepen niet gelijkvormig te worden aan de Kanaänieten, maar trouw te blijven aan het verbond dat God met hen gesloten heeft. Dit blijkt vooral uit de woorden van de engel in Bochim (Richteren 2:1-6) en van een profeet in de tijd van Gideon (Richteren 6: 7-10). In het boek blijkt een neerwaartse spiraal van zonde, verdrukking, verlossing en terugkeer naar zonde. Het laatste deel van het boek maakt duidelijk waar het verlaten van het verbond en het gelijkvormig worden aan de Kanaänieten toe leidt: totale godsdienstige en morele anarchie, die uiteindelijk zijn trieste climax vindt in een burgeroorlog. Het boek Richteren vormt daarmee een waarschuwing voor latere generaties om te leven volgens het verbond van de Heere.

Goed leiderschap leidt het volk op de weg van de Heere. Hoewel de richters verlossing brachten, konden zij niet voorkomen dat de neerwaartse spiraal zich gedurende de richterentijd steeds verder doorzette. Iedereen deed wat goed was in eigen ogen. Het einde van het boek draagt de oplossing aan: laat er een koning opstaan. Dat zal anarchie en godsdienstig en moreel verval tegengaan.

Waarom wordt de geschiedenis van Jefta verteld? De eerste reden is natuurlijk dat hij een richter was die Israël verloste. De beschrijving concentreert zich echter niet op de veldslag, maar op de afkomst en het gedrag van Jefta. Het is waar dat de Geest van de HEERE op Jefta rustte en dat hij zo ten strijde kon trekken (Richteren 11:29), maar hij doet wel een vreemde en zeer gevaarlijke gelofte (vers 30). Het is tekenend dat hij als richter dit doet. Vervolgens blijkt dat de dochter Jefta’s enige kind is en dat hij zelf veroorzaakt dat zij geen kinderen meer kan krijgen. Zijn geslacht sterft dus uit, wat in Israël een zwaar oordeel is. Het betekent dat Jefta een onvolmaakte richter is en de uiteindelijke verlossing niet brengt.

In het licht hiervan maakt het niet zoveel uit wat Jefta zijn dochter aandeed. Je noemt dat een mensenoffer tegen de wil van God ingaat. Inderdaad, maar in de richterentijd worden zoveel verkeerde keuzes gemaakt, dat we deze geschiedenis van Jefta niet mogen lezen als handeling met goddelijke goedkeuring.

Tot ver in de Middeleeuwen was de gangbare gedachte dat Jefta zijn dochter als mensenoffer offerde. Ook tegenwoordig zijn veel uitleggers deze mening toegedaan. Voor deze opvatting pleit dat het woord “brandoffer” (vers 31) in het Oude Testament vrijwel uitsluitend betrekking heeft op een werkelijk offer. Ook kwamen kinderoffers bij sommige omliggende volken voor (in elk geval bij de Feniciërs; zie ook 2 Koningen 3:27 met betrekking tot Moab) en past een dergelijke handelwijze bij de beschrijving die het boek van de richterentijd geeft. Andere uitleggers kunnen zich echter niet voorstellen dat een dergelijke gruweldaad in Israël kon voorkomen (vergelijk Deuteronomium 12:31) en menen dat iemand die zo handelt, nooit in de lijst met geloofshelden genoemd zou worden (Hebreeën 11:32).

Een andere uitleg, die in de loop van de Middeleeuwen ontstond en tot op de dag van vandaag aanhangers heeft, vat het offeren op als metafoor. Jefta’s dochter zou dan de rest van haar leven in maagdelijke toestand, in afzondering hebben doorgebracht in volstrekte toewijding aan de Heere. Hiervoor wijst men op de nadruk op maagdelijkheid in de verzen 37-39. Volgens de eerste groep uitleggers draagt die nadruk echter bij aan de dramatiek van het gebeuren en past het bij de aandacht die het boek heeft voor het nakomelingschap van een richter. Zij menen bovendien dat de metaforische uitleg vooral is ingegeven vanuit het verlangen Jefta’s stuitende gedrag te verzachten en door de tekst onvoldoende gesteund wordt.

Hoe het ook zij, in lijn met de manier waarop het handelen van Gideon beschreven wordt (bijvoorbeeld Richteren 8:13-17), onthoudt de verteller zich van een nadrukkelijke beoordeling. De terughoudende verwoording van vers 39 verraadt echter wel een negatieve kijk op Jefta’s handelwijze. Dit negatieve oordeel wordt nog sterker in het licht van het slot van het boek, waar een respectloze omgang met vrouwen als het toppunt van morele verwording wordt gekenschetst. Jefta’s handelwijze is illustratief voor de neergaande lijn die het tweede hoofddeel van het boek Richteren kenmerkt en laat zien hoe diep het heidendom onder de Israëlieten is doorgedrongen. Als dit de leider is waarvan Israël het moet verwachten, is het met het volk droevig gesteld.

Kortom: de beschrijving in Richteren 11 blijft enigszins vaag en daarom is het moeilijk zekerheid te krijgen wat er precies gebeurd is. De hoofdlijn (de boodschap voor toen en nu) is echter wel duidelijk.

Prof. dr. M. J. Paul

Dit artikel is beantwoord door

prof. dr. M.J. Paul

  • Geboortedatum:
    13-03-1955
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Oegstgeest
  • Status:
    Actief
279 artikelen
prof. dr. M.J. Paul

Bijzonderheden:

-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Visualisatie

Aan dr. M. J. Paul. Tijdens mijn opleiding kwam ik in contact met visualisatie. Alle leerlingen deden hun ogen dicht en de docent sprak langzaam een aantal zinnen en gaf opdrachten (zoals voeten op de...
1 reactie
23-09-2011

Springende over of op de bergen

Hoe staat de tekst uit Hooglied in de oorspronkelijke grondtekst; springende over of op de bergen? In de Statenvertaling staat op de bergen, in de Herziene vertaling over de bergen.
Geen reacties
23-09-2020

Fetisjisme

Voor mevrouw Joke Ronner-Wattel. Graag zou ik uw mening -uw antwoorden op eerdere vragen spreken mij aan en zijn zowel pragmatisch als theologisch helder beargumenteerd- willen teruglezen inzake de on...
1 reactie
23-09-2011
design website door design website by Mooimerk website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis hosting website door hosting website by STH Automatisering