Bidden of danken voor vergeving
Ds. A.J. Schalkoort | Geen reacties | 29-07-2025| 14:19
Vraag
Ik ben van jongs af gewend om te vragen in het gebed om vergeving van mijn zonden. Nu heb ik sinds enkele maanden de Heere echt mogen leren kennen en weet ik mij geborgen door Zijn bloed. Wat een groot wonder dat de Heere Jezus ook voor mijn zonden gestorven is. Helaas heb ik vaak nog strijd, zoveel schuldgevoel over mijn zonde bijvoorbeeld. Ik voel me dan zo slecht en in gebed vraag ik dan om vergeving van die zonden (van die dag of zonden van kinds af aan). Maar is het niet zo dat onze zonden vergeven worden op het moment van bekering? Want dan zouden we niet meer hoeven bidden om vergeving omdat we weten dat het vergeven is, het offer is volbracht. Het verward me.
Elke dag doe ik opnieuw dingen in gedachten, met woorden en werken en elke dag bid ik en belijd ik dat. Hoe zit het precies met bidden, weet u dat? Vraag ik elke keer opnieuw om vergeving of dank ik God omdat Hij mijn schulden heeft vergeven? Ik wil het graag goed doen en God geen verdriet doen door op een verkeerde manier te bidden.
Groet, een jonge vrouw.
Antwoord
Je vraag is herkenbaar voor alle oprechte kinderen Gods. Ik zou zeggen: Welkom in de strijd! Wie gebeden heeft: O God wees mij zondaar genadig, is volgens Jezus in de gelijkenis, rechtvaardig voor God. Dat betekent niet dat we geen strijd hebben te voeren tegen de zonden in ons leven. Jezus heeft daarom ons leren bidden: en vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Dus Hij weet dat wij, al zijn we honderd keer een kind van de Heere, dat we dagelijks in zonden vallen en vergeving nodig hebben.
In het begin van het nieuwe leven met de Heere denken we dat het met ons steeds beter gaat en we de zonden hebben overwonnen. Maar in de praktijk van het geloofsleven komen we er achter dat we nog zoveel zonde dagelijks doen.
"Vroeger liep ik de zonde achterna. Maar nu lopen de zonden mij achterna. "
De Heere laat ons niet in een keer al onze zonden zien die wij hebben bedreven en nog bedrijven en zullen blijven doen. De zondekennis wordt wel verdiept, opdat we des te meer de toevlucht zullen nemen naar de Heere Jezus Christus. Hoor Paulus klagen in Romeinen 7: “Ik ellendig mens wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?” Weet hij het niet? Jawel. Hoor maar: “Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.” Dit hoort bij het afsterven van de oude mens aan de ene kant en aan de andere kant de opstanding van de nieuwe. Iemand heeft eens gezegd: Vroeger liep ik de zonde achterna. Maar nu lopen de zonden mij achterna.
Wanneer houdt die strijd tegen de zonden in ons leven op? Pas als we ontslapen mogen in Christus. Wij moeten door vele verdrukkingen ingaan in het Koninkrijk Gods heeft Jezus gezegd. Maar heb goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. Dus ook de macht van de zonde in mijn leven is overwonnen.
Intussen, zolang we op aarde zijn, hebben we te maken met de satan, de wereld en ons eigen verdorven hart. Het moet bij ons het besef wekken dat we geen hemel op aarde hebben te verwachten. Wij zijn gasten en vreemdelingen op aarde op doorreis naar een beter Vaderland. Dan is er de overgang van de strijdende kerk naar de triomferende.
Ds. A. J. Schalkoort
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.J. Schalkoort
- Geboortedatum:05-10-1948
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief

Bijzonderheden:
Emeritus-predikant
Bekijk ook: