Het beslissende karakter van het geloven

Ds. G.A. van den Brink / Geen reacties

29-09-2022, 10:09

Vraag

Beste dominee Van den Brink. Hartelijk dank voor al de antwoorden die u gegeven hebt op Refoweb! U heeft het gedurfd om een discussie te openen over een zaak die onder heel veel mensen leeft. Dat bewijst het grote aantal vragen op deze site, maar ook merk ik dat dit onderwerp leeft onder kerkgangers.

Eén van de dingen die in uw antwoorden, lezingen, etc. vaak terugkomt is dat de beslissing van iemands eeuwige bestemming valt in de tijd door de geloofskeuze van de mens. Het geloof, en dus niet (in eerste plaats) de uitverkiezing, is daarbij beslissend. Dit in tegenstelling tot de gedachte dat deze beslissing al gevallen is in de eeuwigheid door Gods uitverkiezing. Nu ben ik het met u eens dat er in onze gezindte er wel eens teveel vanuit kan worden gegaan dat God het allemaal al van tevoren vastgelegd heeft. Wat wij doen heeft er dan geen invloed op. Dat veroorzaakt een passieve houding. Het is maar een halve waarheid.

Maar maakt u nu niet zelf ook een ‘valse’ tegenstelling? Gaat u nu niet uit van precies de andere halve waarheid? Moeten we überhaupt wel onderscheid maken tussen of deze beslissing valt in de tijd, of in de eeuwigheid? God heeft niet alleen voorzien wie er tot geloof komen, maar heeft ook uitverkoren wie er tot geloof komen. God heeft dat dus in de eeuwigheid besloten.

Tegelijkertijd: wie het Evangelie aannemen, worden op dát moment verlost van Gods toorn, hebben vanaf dat moment het eeuwige leven. Beiden is het waar. Nogmaals, ik ben het met u eens dat de nadruk vaak veel te veel op het eerste ligt. Maar is uw standpunt wel Bijbels? En niet alleen Bijbels, maar ook volledig? Er staan veel vraagtekens, maar eigenlijk is het maar één vraag. Ik ben benieuwd naar het antwoord.

Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':


Antwoord

Beste vragensteller,

Dank voor deze belangrijke vraag. In het Nederlands liggen de betekenis van de woorden “besluitend” en “beslissend” inderdaad dicht bijeen. Toch is het goed mogelijk onderscheid te maken. Een besluit gebeurt in ons verstand en vraagt om de uitvoering van wat er is besloten. Ik kan besluiten te verhuizen, maar dan moet die verhuizing nog wel gaan plaatsvinden. Ik kan pas zeggen dat ik verhuisd ben, als ik mij heb laten overschrijven en als al mijn spullen zijn verplaatst. Op de vraag “Ben jij verhuisd?” kan ik pas bevestigend antwoorden, als die gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
 
Zo is het ook bij Gods besluiten van eeuwigheid. Gods predestinatie maakt ons nog niet gered. Zolang wij niet geloven, blijven wij onder de toorn van God (Johannes 3:36). Wij worden van vijanden pas tot vrienden en van dood levend op het moment dat wij door het geloof met Christus worden verenigd. Gods besluit is, om het technischer te zeggen, wel een noodzakelijke voorwaarde, maar geen voldoende voorwaarde voor onze zaligheid.
 
In mijn lezing heb ik gezegd dat het moment van geloven beslissend is en daarmee bedoelde ik dus: het geloven is een noodzakelijke én een voldoende voorwaarde om behouden te zijn. Wij worden niet reeds vrijgesproken als wij uitverkoren zijn, als Christus voor ons gestorven is, als wij wedergeboren zijn, maar (pas) als wij geloven (zie Rom. 5:1; Rom. 8:1; Gal. 2:16; Ef. 2:8; Heidelbergse Catechismus 23.59-60; Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 23; Dordtse Leerregels 2.8).
 
En nu in eenvoudige taal: “Wie gelooft, zal zalig worden. Wie niet gelooft, zal verdoemd worden” (Markus 16:16). Iemand die de vraag stelt: “Wat moet ik doen om zalig te worden?” moet het directe en duidelijke antwoord krijgen: “Geloof in de Heere Jezus Christus, en je zult zalig worden!” (Handelingen 16:31). Als we deze bijbelse eenvoud gaan vervangen door allerlei uitspraken over uitverkiezing, wedergeboorte, ellendekennis, doodstaat, bevinding, werk van de Heilige Geest enzovoorts, dan doen we de Schrift geweld aan en brengen we veel mensen in het duister.

Veel mensen denken dat ik uitverkiezing, wedergeboorte, ellendekennis enzovoorts ontken of verzwak, als ik bovenstaande zeg. Dat is een veeg teken; het laat zien dat inderdaad het zicht op het beslissende karakter van het geloven in Christus bij velen verloren is gegaan. Zo bezien is de felle kritiek die sommigen uiten, een bewijs dat mijn lezing een heel terecht punt heeft aangekaart. Ik had liever andere bevestiging van mijn gelijk gekregen, maar toch is het waar: dergelijke onterechte kritiek onderstreept de ernst van de situatie die ik heb benoemd.

Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink

Tags in dit artikel:

gelovenuitverkiezing
Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.A. van den Brink

  • Geboortedatum:
    05-01-1974
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Actief
242 artikelen
Ds. G.A. van den Brink

Bijzonderheden:

Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.

Bekijk ook:

 

 

 

 

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

In hoeverre leidt de Heere je leven? Van dichtbij of van veraf? Mag je geloven dat Hij luistert naar onze dagelijkse verdrietigheden? Mag je vragen om kracht als je de dag niet ziet zitten? Mag je bid...
Geen reacties
28-09-2003
Hoe belangrijk is vertrouwen op God in het christelijk geloof?
Geen reacties
28-09-2007
Aan een HHK-predikant. In welke kerken past men het hertaalde avondsmaal- en doopsformulier toe en zijn de hertaalde formulieren wel zuiver en verantwoord? Ook in onze plaatselijke PKN liggen ze ter i...
29 reacties
28-09-2009
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering