Moeilijkheden in mijn leven: waarom en waartoe?

Aan iemand van de Gereformeerde Gemeenten. Mijn man en ik zijn pasgetrouwd maar hebben al veel meegemaakt, zowel voor als tijdens ons huwelijk. Ziekten, miskramen, onverwerkt trauma enz. Hulpverlening is nodig en mijn baan heb ik moeten opzeggen omdat ik die door dit alles niet meer aan kan. Daardoor zitten we nu ook in geldnood. Dit als inleiding op ons verhaal.

In het begin had ik het geloof nog dat God zorgde. Hij weet immers wat een mens dragen kan! Maar oh, wat is dat moeilijk te geloven, elke keer weer! Maar het lastigste is, en dat is waar ik momenteel het meeste tegenaan loop: ik probeer elke ochtend en avond te bidden. Ik probeer als het lukt naar de kerk te gaan. Maar de duivel trekt aan me. Elke keer opnieuw. Als ik tot God bid, de Bijbel lees of naar de kerk ga voel ik dat de duivel aan me trekt. Zelfs zo dat als ik Bijbel aan het lezen ben en de deurbel gaat of er gebeurt iets onverwachts, dan is de aandacht toch direct weg.

En, ik weet ook niet na al deze omstandigheden waar God mij/ons hebben wil. Ik weet het echt niet, het maakt me soms zó wanhopig! Ik geloof nog steeds dat het God is die over ons leven de leiding neemt. Er is immers niemand anders meer God dan Hij alleen. Maar mijn man vindt het lastig dit te geloven.

De vraag ‘waarom’ dit alles, is al regelmatig gesteld. Ik herinner mijn oma nog die als kind van God altijd zei: “Nee, niet waarom, maar waartoe!” Mijn vraag is ook niet waarom de Heere dit doet in ons leven. Maar ik ben benieuwd of we door deze tegenslagen nog in God kunnen geloven. En hoe we die machtige duivel, althans nooit machtiger dan God, van ons kunnen afwerpen zodat we Hem zoeken! Maar ik heb het idee dat die duivel steeds machtiger wordt in mijn leven. En, hoe moet ik Hem dan zoeken?

Beste vragensteller,

De omstandigheden uit jullie leven die je beschrijft zijn verdrietig en moeilijk. Ik wil met je meedenken in de vragen en gedachten die jullie beklemmen. Ik zal ingaan op twee punten uit je vraag: Allereerst de invloed van de duivel die je opmerkt in je leven. Daarnaast ook de vraag hoe je de moeilijkheden in jullie leven moet zien in het licht van Gods leiding.  

Allereerst zou ik je mee willen geven: zoek mensen in je omgeving met wie je deze vragen kunt bespreken. Dat kan een ambtsdrager zijn, of iemand met wie je in vertrouwen over deze geestelijke vragen kunt spreken. 

Verder: Je schrijft dat je ervaart dat de duivel aan je ‘trekt’, dat zijn macht in je leven groter wordt. Je geeft aan dat je de invloed van de duivel merkt bij bidden, Bijbellezen en bij het gaan naar de kerk. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn, ik noem er een aantal. 

Het kan allereerst zo zijn dat de duivel vaststelt dat hij gevaar loopt om terrein in je leven te verliezen en daarom zich begint te roeren. Zijn inzet is om mensen van de zaligheid en van de Zaligmaker weg te houden. Zolang mensen zich niet werkelijk om God en het heil van hun ziel bekommeren, kan hij zich stil houden. Maar als dat verandert, zal hij al zijn macht gebruiken om je in de weg te staan. Als Christus komt om mensen te behouden, pakt de satan zijn gehele wapenrusting uit de kast om de mens in zijn macht te houden. Lees maar eens wat de Heere Jezus hierover zegt in Lukas 11: 21-22.
 
Een tweede oorzaak kan zijn dat de duivel zich niet veel anders gedraagt dan vroeger, maar dat jij je er meer van bewust wordt dan je eerder was. Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe dat de duivel de zinnen van mensen verblindt opdat het evangelie van de heerlijkheid van Christus hen niet zou bestralen (2 Kor. 4: 3-4). Juist als dat heerlijke licht schijnt, gaat de satan als het ware achter ons staan en wil hij zijn handen voor onze ogen houden, opdat wij het Evangelie maar niet zouden verstaan en door Christus gered zouden worden. Zou de satan niet aan het werk gaan als Gods Woord thuis of in de kerk open gaat?

Een derde oorzaak voor meer tegenstand van de duivel in je leven kan zijn dat je hem zelf ruimte hebt gegeven om een grotere plaats in te nemen. Paulus schrijft aan de gemeente van Efeze dat we de duivel geen plaats moeten geven (Ef. 4:27). Als we dat wel doen, kun je erop rekenen dat de duivel die ruimte die hij krijgt zeer goed zal benutten. Concreet kan dit bijvoorbeeld betekenen dat je bewust toegeeft aan slechte gedachten over God die tegen Zijn Woord ingaan, waardoor de satan het voor elkaar krijgt dat dit soort gedachten je denken gaan overheersen. Niet in het minst kunnen we ook plaats geven aan de duivel door ons met occulte dingen bezig te houden. Wie zich daarvoor open stelt, zal vroeg of laat weten wie hij heeft uitgenodigd in zijn levenshuis.

Een vierde oorzaak voor tegenstand van de satan kan er liggen in een feit dat een mens aan Christus toebehoort. Reken erop dat de satan dan steeds in het vuur gedoopte pijlen uit zijn koker neemt om die op Gods kind af te schieten, om zo zijn eerder verloren invloed weer terug te krijgen en het reddende werk van Christus tegen te staan (Ef. 4:16). 

Ik kan vanzelf de vraag niet beantwoorden hoe dat alles in jouw leven ligt, hoe het komt dat je tegenstand van de duivel merkt en beklemd wordt door de gedachte dat zijn macht in je leven steeds maar toeneemt. Wel kan ik de raad geven: Ga na of je de duivel mogelijk zelf plaats gegeven hebt. Bedenk verder veel hoe zwak je bent in jezelf. Probeer vooral niet in eigen kracht het van de duivel te winnen en in je eigen kracht beter te bidden en beter Bijbel te lezen. Er is er maar Eén die sterker is dan de duivel en die hem naar het woord van de Schrift zijn gehele wapenrusting ontneemt: dat is Christus Zelf (Lukas 11:21). De voornaamste zaak is dat je Zijn eigendom wordt. Hij trekt mensen weg uit de machtssfeer van de satan (Jes. 49:24-25), alleen in Zijn macht kan je redding liggen. Hij geeft de Zijnen ook een schild van het geloof, zodat je niet voortdurend verwond hoeft te worden door de vurige pijlen die de boze afschiet. Dan geldt in die strijd ook de apostolische vermaning van Jakobus: “Wederstaat de duivel” (Jak. 4:7a). Dat wil zeggen. Beweeg niet mee met alles wat de boze je influistert, maar verwijs hem door naar het Woord en naar de God van dat Woord; zoals Christus dat Zelf deed in de woestijn (Math. 4). Voor hen die in Zijn kracht mogen strijden geldt de belofte die erop volgt: “en hij (dat is de duivel) zal van u vlieden” (Jak. 4:7b).

Dan nog iets over het tweede onderwerp dat je aansnijdt: Hoe kunnen zoveel moeilijkheden in mijn leven nu gerijmd worden met Gods leiding, met Zijn voorzienigheid? Er zijn in je waarneming zo veel moeilijkheden in jullie leven dat het te veel is om te dragen. Zeker de gedachte dat het allemaal zinloos en zonder bedoeling is, kan je wanhopig maken. Dat is een heel aangrijpende gedachte. 

Ik zou je willen aanraden om je wat te verdiepen in wat de Bijbel allemaal zegt over Gods voorzienigheid. Lees hier eens wat over. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het boekje van Thomas Boston: “Het kromme in het levenslot”. Maar er zijn ook andere boekjes die hierover gaan. Twee dingen zou ik je mee willen geven: uit de hoeveelheid lijden en tegenslagen die een mens ondervindt kun je niet afmeten of God tegen je is, of dat Hij jullie leven niet leidt. De ene mens krijgt veel meer te dragen dan de andere mens. Maar de uitwerking is ook heel verschillend.

Bij de ene mens is het als bij koning Saul: alles wat hem overkwam was een gevolg van zijn eigen zonden. De straffen die hij kreeg brachten hem alleen maar verder bij God vandaan, het bracht hem tenslotte zelfs op de plaats van eeuwig lijden. Bij de andere mens is het als bij Job: Een bijna onmetelijke maat van lijden trof hem in zijn leven. Maar bij alle vragen die er ook voor Job bleven kan er toch boven zijn leven worden geschreven: “En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn” (Rom 8:27). 

Tenslotte: Het is zeker profijtelijk en belangrijk om er naar te staan om het ‘waartoe’ van alle moeilijkheden en zorgen in je leven te kennen. Dat je mag weten wat de Heere ermee voor had. De uitspraak: “vraag niet naar het waarom maar naar het waartoe” heeft zeker zijn waarde. Maar gebruik zo een uitspraak niet om alle ‘waaroms’ in je leven maar weg te drukken en te ontkennen. Het is beter dat je met deze waarom-vragen naar de Heere vlucht, dan dat je maar doet alsof ze er niet zijn. Niet voor niets heeft de Heere de nodige ‘waarom- vragen’ in Zijn Woord laten optekenen. Lees de psalmen er maar op na. Gaat bijvoorbeeld een vraag als we lezen in Psalm 10 niet door merg en been als je bedenkt wat de psalmdichter daar eigenlijk klaagt? “HEERE! waarom staat Gij van verre? waarom verbergt Gij U in tijden van benauwdheid?” Er was benauwdheid en grote nood, maar God leek voor de dichter zo ver weg te zijn, ja Zich zelfs te verbergen. En dan roept de dichter in grote nood tot God: HEERE, waarom bent U, juist nu, zo ver bij ons vandaan? Jij durft dat wellicht niet te bidden, ik ook niet. Toch heeft de Heere deze woorden in de Bijbel laten optekenen. Niet om uit de hoogte kritiek op Hem te kunnen uitoefenen; maar veelmeer geeft Hij ons daarmee woorden in de mond om, als wij overstelpt worden door alle nood en zorgen, met schroom en ootmoed tot Hem te vluchten en ons hart voor Hem uit te storten; opdat Hij ook aan ons Zijn macht en goedheid bewijst. 

M. M. van Winkelen
 

Deze vraag werd ook behandeld in het programma 'Pastorie online':

Dit artikel is beantwoord door

M.M. van Winkelen

• Geboortedatum:
  18-07-1981
• Kerkelijke gezindte:
  Gereformeerde Gemeenten
• Woon/standplaats:
  Den Haag
• Status:
  Actief

55 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven