God haat mij

De laatste tijd denk ik veel na over geestelijke zaken. Steeds meer ga ik mijn zonden inzien en hoe het steeds erger wordt met mij, hoe ik steeds meer in schuld kom te staan. Pas las ik deze tekst: Psalm 5:7: “... van den man des bloeds en des bedrogs heeft de HEERE een gruwel.” En in het berijmde vers daarvan (Psalm 5:5):  “...Gij haat, en staat hen billijk tegen, die onrecht plegen.” Ik ben ook schuldig aan het zesde en negende gebod. Hoe moet het dan met mij? Wil God mij nog wel genadig zijn als Hij mij haat en een gruwel aan mij heeft?

Zelfs als ik slaap krijg ik dromen dat het voor mij niet meer kan en het resultaat daarvan. Is dit van de duivel? Ook als ik bid lijkt het alsof ik dat voor niets doe. Eerst had ik weleens het idee dat de Heere mij hoorde, nu niet meer. Wat kan ik doen?

Aan je vraag zit eigenlijk kop noch staart. Het is een mengeling van gedachten en problemen. Als ik alleen je eerste zinnetje zie staan dan zeg ik: zie zo snel mogelijk bij de Heere Jezus te komen met die schuld. Hij alleen kan je daar vanaf helpen. Al dat gepieker slapeloze nachten, tobben en zwaarwichtig allerlei teksten overdenken brengen je geen stap dichter bij de oplossing. Je hebt vergeving nodig van al je zonden.

Als ik de tweede alinea neem dan zie ik duidelijk dat je verkeerd bezig bent met Bijbellezen. De berijmde versie is minder belangrijk. Dat is menselijk dichtwerk naar aanleiding van Psalm 5. Dus niet speciaal geschikt om je aan vast te grijpen. Is het niet waar wat daar staat? Ja, zeker wel. Maar één couplet apart nemen, betekent uit het verband van het geheel losmaken. En dat mag nou net weer niet.

De toepassing die jij dan gelijk maakt is helemaal verkeerd! Eerst zeg je dat je schuldig staat aan het zesde en negende gebod. Je staat met name schuldig aan twee geboden; ga dan naar die mensen toe die je zo verkeerd behandeld hebt (bestolen, of zijn of haar eigendom begeerd). Ga het belijden en vraag vergeving aan hen. Je hoeft daar niet over te praten met andere mensen. Maar ga er vooral wel mee naar de Heere God en belijdt Hem het overtreden van Zijn wet.

Dat je er over droomt kan ik begrijpen, maar dat brengt je niet bij de Heere, begrijp ik. Ik denk dat het niet van de duivel komt, maar je geweten klaagt je aan. 

Genoeg over de negatieve kant van je vraag. Er is ook een heleboel positiefs te vertellen. Je ziet je zonden, je weet nu de weg; ga er mee naar de Heere. Jij denkt dat God je haat... Helemaal mis. God haat niemand. Dat staat ook helemaal niet in die Psalm. Het gaat daar niet over een mens die in de zonde valt, zelfs niet over een mens die bewust zondigt, maar het gaat over de mensen die zich uitleven in de zonde. Ze hebben bewust gekozen voor een goddeloos leven. Daar spreekt de Heere Zijn haat over uit. Ik geloof niet dat jij bij die mensen hoort. Ik denk meer dat je een gewoon mens bent die gezondigd heeft. En nu heb je wroeging en spijt. Koester die verkeerde gedachten, over de haat van God, niet langer. Werk zoals ik je gezegd heb. En belijdt je zonden bij de Heere en verlaat je zondige wegen. Wie zijn zonden belijdt EN LAAT zal barmhartigheid vinden.

Ik raad je aan om je er in te verdiepen WIE en HOE de Heere Jezus is. Hij stelt Zich aan je voor in de Bijbel. Vaak lezen we de Bijbel-letters en Bijbel-woorden, maar dat is niet de bedoeling. In de Bijbel stelt God Zich aan je voor. Hij openbaart Zich aan ons, heet dat. Datzelfde doet de Heiland. Hij stelt Zich voor aan ons, als Verlosser, Zaligmaker, Redder, goede Herder…. Alleen door het Woord kun je Hem leren kennen. Maar dan moet je wel op de juiste manier lezen.

Ga daar mee beginnen. Start met Lukas 1:1 en lees alles over de geboorte en het leven van de Heere Jezus. Vers voor vers lezen. Het is niet belangrijk hoe lang je over het hele boek doet. Maar lees het volgende vers pas als je het eerste begrijpt. En zo ga je verder. Voor veel mensen is deze manier van lezen al heel zegenrijk geworden. Als je de Heere Jezus beter gaat kennen zul je Hem ook hoger achten en ook leren om bij Hem weg te schuilen en vergeving te zoeken.

Gods zegen en onthoudt dat God mensen lief heeft. Johannes 3:16: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderft, maar het eeuwige leven heeft.”

Hartelijke groet
Evangelist Jan van Dooijeweert

Dit artikel is beantwoord door

J.W.N. van Dooijeweert

• Geboortedatum:
  23-01-1938
• Kerkelijke gezindte:
  Gereformeerde Gemeenten
• Woon/standplaats:
  Waddinxveen
• Status:
  Actief

262 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven