Diepte van zondekennis bepaalt de Heere

Ik heb een vraag aan een Ger. Gem.-dominee. Onlangs heb ik het boekje “Rondom de enge poort” van C. H. Spurgeon gelezen. Een mooi en bemoedigend boekje (lees hier gratis, red.). Toch heb ik vraag: in het boekje gaat het over zonde(kennis). Wat als je verstandelijk wel weet dat je zonde doet, maar eigenlijk niet helemaal beseft hoe groot je zonden zijn tegenover God? Ergens weet ik dat ik bekering nodig heb (maar ergens is er ook altijd onwil of hoogmoed) en wil ik God leren kennen en bid ik hier ook voor (ook of God mij aan mijn zonde wil ontdekken). Aan de andere kant vraag ik me telkens af of het niet zo is -dat wanneer je je niet heel zondig voelt- er tekort gedaan wordt aan het wonder van Gods genade? In hoeverre moet je gevoel en verstandelijk kennis van elkaar scheiden?

Ik heb hier met mijn ouders over gesproken en zij vertelden dat ze ook perioden heel serieus bezig zijn geweest met het zoeken van God. Toch geloven ze allebei niet dat ze God mogen kennen als hun Zaligmaker. Mijn ouders zeiden dat als je God zoekt, dit niet betekent dat je God ook vindt (omdat je ook snel weer over gaat tot de orde van de dag en er sprake kan zijn van tijdgeloof). Ik raak hier zelf ontmoedigd door, omdat -als ik God nu niet zoek en God nu niet vraag om bekering- ik dit misschien altijd uit blijf stellen en doorleef in zonde. Hoe weet ik wanneer het oprecht is?

Beste vraagsteller,

Zondekennis is inderdaad een wezenlijk element van de bekering tot God en het geloof in Jezus Christus. De diepte ervan bepaalt de Heere. Je moet je zonden en verloren staat diep genoeg kennen om naar  de redding in Christus te zoeken. Dan is het diep genoeg. En wanneer het je niet naar Jezus brengt, is het niet diep genoeg. 

Indien je kennis van zonde ontbreekt, moet je aandachtiger in de spiegel van de wet van God kijken. Laat tot je doordringen wat God in Zijn wet van je eist. En denk aan de vloek waarmee de wet de overtreder vervloekt. Ik hoop dat je daardoor je zonden en gevaar zodanig zult zien dat je niet meer zonder Christus verder kunt. 

Bedenk ook hoe schuldig je staat aan het Evangelie en aan het verwerpen van Gods genadeaanbod. Dit alles moet je tot het bloed van Jezus doen vluchten dat reinigt van alle zonde. 

Verder kan ik bijna niet geloven dat je ouders gezegd hebben dat als je God zoekt het niet zeker is dat je Hem ook zult vinden. Jezus leert nadrukkelijk: “Zoekt en gij zult vinden!” Dan zou dit in tegenspraak met Jezus’ woord zijn. En dat kan niet. Je ouders bedoelen misschien dat je niet direct vindt. De Heere beproeft ons of we Hem echt nodig hebben. 

Ds. C. Harinck

Dit artikel is beantwoord door

Ds. C. Harinck

• Geboortedatum:
  09-04-1933
• Kerkelijke gezindte:
  Gereformeerde Gemeenten
• Woon/standplaats:
  Kapelle
• Status:
  Actief

250 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven