Geen parels voor de zwijnen

In Mattheus 7:6 staat dat we geen parels voor de zwijnen moeten werpen. Wat betekent dat? We moeten toch juist de parels van het christelijk geloof, zoals Gods liefde, het geluk van een waar geloof en het eeuwige leven aan de wereld laten zien?

Als antwoord op de vraag zou ik het volgende willen zeggen. De vraagsteller zegt dat we toch juist de parels van het christelijk geloof aan de wereld moeten laten zien. Waarom mogen we die parels dan niet voor zwijnen werpen, luidt de vraag?

Inderdaad is het onze roeping de parels van het heerlijk evangelie aan de wereld te laten zien. Sterker nog, we dienen als een goede koopman die parels te verkopen, zodat ze gekocht worden. En de prijs is nul komma nul. Jesaja 55: 1 leert ons immers dat het gaat om kopen zonder geld en zonder prijs. Goedkoper kan het niet. Daarom is het ook voor mensen die niets meer hebben, die helemaal failliet voor God staan. Een schuld zo groot dat er geen betalen aan is. Zij mogen weten dat er betaald is, door Christus aan het kruis. En daarom is het gratis. Overigens snijdt dat diep door ons hoogmoedige hart heen. We leren bedelaar te worden. 

Nu de kwestie dat we volgens Christus in zijn bergrede de parels van het evangelie niet  voor de zwijnen moeten werpen. Wie worden met zwijnen bedoeld? Het gaat in elk geval om mensen die zich als varkens wentelen in de bagger van de zonde. Het zijn spotters, publieke vijanden van God en zijn genade. Ze moeten niets van de parels van het evangelie hebben. Zoals varkens zich bedrogen voelen wanneer hun parels worden voorgeworpen die ze niet kunnen eten en die ze daarom vertrappen, zo zullen doorgewinterde zondaren het kostbare evangelie verruïneren en in opvlammende woede hun anti-houding des te meer uitleven. 

De vraag hierbij is wel hoever dit gaat. Het evangelie is immers voor de grootste der zondaren en van ons allen geldt dat we van huis uit vijanden van God zijn en goddelozen. En toch is er hoop voor zulke vijanden en goddelozen. De boodschap van het evangelie luidt immers dat God vijanden met Zich verzoent en goddelozen rechtvaardigt door de genadevan Christus. 

We moeten bij zwijnen dus niet aan doorsnee mensen denken aan wie het evangelie wordt verkondigd. Ook niet aan doorsnee zondaren. Het gaat om mensen die bol staan van haat en vijandschap tegen God en zijn genade. 

Zijn ze daarmee totaal afgeschreven en wanneer gaan we de deur van hun huis voorgoed voorbij en schudden we het stof af van onze voeten? Dat is een moeilijke zaak. Het geduld van God is groot en het zijn de goedertierenheden van de Heere die ons tot bekering brengen. Toch kan er een keer een eind komen aan het geduld van God, namelijk wanneer we al maar blijven doorgaan met zondigen tegen beter weten in. Er kan ook voor ons als christenen een moment komen dat we de deur van hun huis voorbij lopen. En dat terecht. Want parels voor de zwijnen werpen is niet goed. 

Ds. R. H. Kieskamp 

Dit artikel is beantwoord door

Ds. R.H. Kieskamp

• Geboortedatum:
  11-11-1935
• Kerkelijke gezindte:
  PKN (Hervormd)
• Woon/standplaats:
  Lienden
• Status:
  Inactief

63 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven