Het is volbracht na de opstanding

De Heere Jezus zegt aan het kruis: “Het is volbracht”. Maar als Hij opstaat uit de doden is het volledige werk van Christus pas helemaal volbracht. Want als dat niet gebeurd zou zijn, was het werk van Jezus voor niets geweest. Had Jezus dan niet na de opstanding “het is volbracht” moeten zeggen?

Beste lezer,
 
Een begrijpelijke vraag. We zullen het zo mogen zien; het woord “het is volbracht” is door de Heere Jezus in een bepaald verband gezegd. Het werk waartoe Hij door Zijn Vader in deze wereld was gezonden, was: voldoen aan het recht van God, om de wil van God te doen in het volbrengen van de Wet (gehoorzaamheid metterdaad) en in het ondergaan van de vloek van de Wet (gehoorzaamheid door te lijden). Tevens moest op deze manier de duivel de beslissende slag worden toegebracht. Welnu, dat grote werk is aan het kruis volbracht. In het Grieks staat een woord: tetelestai. Dat wil zeggen: het doel is bereikt, namelijk van het bestaan van de Heere Jezus hier op de aarde.

Op de dag van de opstanding bevestigt de Vader dat door Zijn Zoon uit de doden op te wekken. Als opgestane Heere gaat Christus nu uitdelen aan zondaars wat Hij door Zijn leven, lijden en dood verdiend heeft, totdat die uitwerking (je kunt ook zeggen: toepassing) geheel voltooid zal zijn. Het leven nu is dus een leven tussen “het is volbracht” en “het is voltooid”.

Daar wordt vaak een beeld voor gebruikt. Generaal Eisenhower had in de Tweede Wereldoorlog twee dagen gesteld. De ene dag, de dag van de invasie, zou de Decision-day zijn (D-day). Maar na die dag zou er een lange bloedige strijd volgen, totdat de dag van de overwinning zou aanbreken: de Victory-day (V-day).

De dag waarop de Heere Jezus uitriep “het is volbracht” kun je vergelijken met de D-day: toen is het beslissende al gebeurd. De zonde is verzoend, de duivel de kop vermorzeld. Nu leven we heen naar de dag van de eindoverwinning, die je kunt vergelijken met de V-day: dan zal het ook met de ‘stuiptrekkingen’ van de boze (zwak uitgedrukt overigens) gedaan zijn. Voor ons komt het erop aan om door het geloof te leren steunen op dat “het is volbracht” om vervolgens in een levende hoop uit te zien naar de dag van “het is voltooid”.

Ds. P. D. J. Buijs