Eicel van Maria
Redactie Refoweb | 4 reacties | 12-11-2015| 09:34
Vraag
Ik geloof de maagdelijke geboorte van de Heere Jezus, maar ik heb daar een vraag over. De Heere werd geboren zonder toedoen van een man, maar de eicel van Maria is toch ook zondig? Of werd de Heere ontvangen zonder ook deze eicel denkt u?
ADVERTORIAL
De actualiteit verandert. De Bron niet.
Zie je ook iedere dag een stroom aan nieuws voorbijkomen? Het RD zet je aan het denken en geeft inzicht met nieuws en achtergronden in Bijbels perspectief. We duiden de actualiteit vanuit een onveranderlijke Bron. Ontdek nu één week gratis...
Antwoord
Zie voor het antwoord onderstaande urls:
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/2418/erfzonde-alleen-over-via-de-vader/
https://www.dsdenboer.nl/preken/preek%20over%20Matth1vs18.doc
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
4 reacties
mortlach
12-11-2015
/ 13:10
Is het geen dogma van de (katholieke) kerk dat Maria onbevlekt werd ontvangen? D.w.z. dat zij de erfzonde niet bij zich droeg en dus ook niet kon doorgeven.
Femke
12-11-2015
/ 14:01
Sommige dingen zijn een mysterie, wat mij betreft ook voldoende om het daarbij te laten..
mortlach
12-11-2015
/ 17:23
Ook dat, want als je te veel moderne kennis gaat toepassen, dan kom je echt op hele vreemde problemen uit. Met name dan over het DNA van God...
arendsoog
14-11-2015
/ 17:12
We schieten er inderdaad weinig mee op om de maagdelijke geboorte te toetsen aan wat we nu weten hoe een mens gewoonlijk ontstaat. Dit is ook een volstrekt onzinnige benadering, omdat er simpelweg niets van die aard in de Bijbel staat, en dit geldt als een wonder/mysterie. Dat betekent (volgens de betekenis van wonder) dat het niet volgens de 'gewone' regels van de natuur te verklaren is.
In ieder geval lijkt 'het DNA van God' me niet zozeer het probleem, omdat God een Geest is (Johannes 4:24).
In ieder geval lijkt 'het DNA van God' me niet zozeer het probleem, omdat God een Geest is (Johannes 4:24).
