Geen haar beter dan een ander

Ds. M. Pronk / 2 reacties

24-09-2015, 15:31

Vraag

Ik ben er na een tijd van wetticisme achter gekomen dat ik geen haar beter ben dan een ander. Dat al mijn tranen, zoeken, bidden en roepen geen betekenis heeft als ik het daar van verwacht. Ook weet ik dat ik een God-hater ben, maar het doet niet eens pijn!! Ik voel geen smart of berouw. Niet dat als ik dat heb, ik wel behagelijk ben. Mag ik vragen om een blik in mezelf? Ik ren zo naar de eeuwigheid toe. En nog met plezier ook. Schrijf ik God de weg niet voor als ik vraag om 'zondekennis'? Dan denk ik weer zo snel in een stappenplan. Eerst dit, dan dat en dan pas word ik bekeerd. Wat moet ik doen?!

Dan nog een vraag over de beloften in de Bijbel. Wanneer mag je je de beloften toe-eigenen? Voorbeeld:Die zoekt zál vinden. Dan zegt mijn hart/duivel: “Jij bent helemaal geen zoeker, die belofte geldt niet voor jou. Je dwaalt zo vaak af in je gebeden en er is helemaal geen ritme in je Bijbellezen. Noem jij jezelf een zoeker?” En dan word ik weer zo snel moedeloos. Dan komt satan weer. Als laatste nog een vraag. Soms heb ik momenten en dan zeg ik: “Heere, ik houd van u!” Terwijl ik dan om me heen hoor zeggen dat zoiets helemaal niet kan omdat je God haat. En dat je Hem pas bij je bekering lief krijgt. Is dat dan maar een beetje gevoel? Is dat nep? Kan dat überhaupt? Afzender, iemand die zo blind is.


Antwoord

Hoe komt het toch dat wetticisme een mens als het ware in het bloed zit?! Misschien wel begrijpelijk. Wetticisme is een vorm van zelfverheffing. Je kietelt jezelf dat je net iets beter bent dan een ander. Je legt jezelf bepaalde normen en regels op, met de bedoeling net iets boven de ander uit te steken niet alleen, maar juist op die ander laag neer te kijken. Egocentriciteit ten top, zou je zeggen.  Kwalijker wordt het, dunkt mij, als we wetticisme in wat voor vorm ook gaan hanteren om onszelf tegenover God te rechtvaardigen. Ik ben wel niet beter dan de wereld, zeggen we dan om onszelf gerust te stellen, maar ik doe wel beter. We proberen zelfs met ons roepen en bidden en Bijbellezen en kerkgang ons geweten gerust te stellen en God te bewegen ons te gedenken. Alsof al deze zaken, hoe noodzakelijk ook, verdienstelijk zijn. Ik denk nu aan de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar (Lukas 18:9-14). Daar lezen we Gods Woord precies wat ik bedoel aan te geven. Er wordt gesproken van sommigen die bij zichzelf vertrouwden dat zij rechtvaardig waren. Ja, dan ga je in zelfverheffing voor de Heere staan en geef je er uitdrukking aan dat je er echt wel mag zijn. Ik dank U dat ik niet zo slecht ben gelijk de andere mensen. Ik leef zo veel beter en doe tenslotte goede werken. Aldus de ene tempelganger. Herkenbaar?! 

Gelukkig als de Heere dat kaartenhuis van eigen dwaasheid omverblaast en ik overblijf als een zondig mensenkind. Nee, dan redeneer je niet meer. Ook vraag je jezelf niet af hoe ik aan het geloof kom. Of ik mijzelf wel iets mag toeëigenen. Kijk toch even goed mee. Achter in de tempel staat nog iemand. Hij wil zijn ogen niet naar de hemel opheffen. Hij staat diep gebogen en slaat op zijn borst en roept het uit: O God, wees mij de zondaar genadig. Deze ging af gerechtvaardigd naar zijn huis.

Wat moet ik doen om zalig te worden? Het kan gebeuren in het geestelijk leven dat je verkerend in bepaalde omstandigheden de Heere een concrete vraag voorlegt. Maar ik zou in het algemeen willen zeggen dat we ons niet moeten gaan verheffen om de Heere de weg voor te schrijven hoe Hij met ons handelen moet. Jij noemt je zelf iemand die blind is. Vraag je ook aan de Heere zoals  Bartimeus: Heere, dat ik ziende mag worden? (Markus 10:51). Of zoals Efraim: Bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn? (Jer.31:18). Ja, al biddend en worstelend mag je de Heere wijzen op Zijn eigen Woord. Heere, daar staat het. Het is Uw Woord. U bent de Getrouwe. De Waarachtige. Ik ben het niet waard. Maar maak U het waar in mijn leven uit genade. Nee, niet naar de satan luisteren. Hij is een leugenaar en de vader der leugen en hij wil je alleen maar van de Heere weg houden en afdrijven.

Je stipt enigszins denigrerend het zgn. stappenplan aan. Wat een naam! O jawel, daar is wel iets op af te dingen en er kleeft ook veel menselijks aan. Maar pas toch op dat je met het badwater het kind niet weggooit. Werp het spreken over de bekeringsweg niet zomaar weg. De zelfbewuste kerkmens doet dat maar al te snel. Vroeger zei men wel, heel gunnend: Vraag maar of de Heere je bekeert zoals Hij al zijn oude volk bekeert. Op Zijn wijze en langs Zijn weg.  

Ja, de vraag en tobberijen over de toe-eigening. Vele trouwe kerkgangers lopen met deze vragen. Mag ik het heil, de beloften mij toe-eigenen? En hoe gaat dat in zijn werk. Mag ik er iets van zeggen? In en door het Woord en de verkondiging daarvan komt de Heere tot ons met Zijn beloften. De toezegging van Zijn heil. Het is noodzakelijk voor mij persoonlijk daaraan deel te krijgen. We spreken in dit verband van de deelachtigmaking of toe-eigening van het heil. Laat ik je kort mogen wijzen op onze Heidelberger Catechismus. De deelachtigmaking ligt in de handen van de Heere Jezus. Hij heeft het heil in de weg van Zijn vernedering  verworven om het als de verhoogde Christus te gaan toepassen. In antwoord 45 lees ik: “Ten eerste heeft Hij door Zijn opstanding de dood overwonnen opdat Hij ons de gerechtigheid die Hij door Zijn dood ons verworven had kon deelachtig maken.”  Vervolgens wordt de deelachtigmaking toegeschreven aan de Heilige Geest. Lees maar mee. Vraag 53 handelt over de Heilige Geest. Ik lees in het antwoord: “Ten andere dat Hij ook mij gegeven is opdat Hij mij door een waar  geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt.” We mogen dus zeggen dat Christus het heil toepast in zondaarsharten door het Woord in de bediening van de Heilige Geest. 

En dan nog iets. Het derde waar ik op wil wijzen. Lees vraag 65. “Aangezien dan alleen het geloof ons Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt, vanwaar komt zulk geloof.” Ten overvloede wijs ik nog op het antwoord op vraag 61. “En dat ik die niet anders dan alleen door het geloof aannemen en mij toe-eigenen kan.” 

De Heere komt tot ons met Zijn evangelie. Daarin komt God tot ons met Zijn beloften. Door dat evangelie roept God zondaren tot geloof en bekering. Door de krachtdadige roeping wordt het hart opengebroken en dringt het Woord door tot diep in je bestaan. Het Woord grijpt je aan. Ik kan ook zeggen dat de Heilige Geest je in Gods Woord onderdompelt. Je wordt als een zondaar voor Gods aangezicht geplaatst. Voor Hem kun je niet bestaan. De grote zielsvraag  rijst op: Hoe kom ik ooit met God verzoend?  Wat is het troostvol als uit dat Woord Gods beloften naar je toekomen om daar uit te leven. Doch als het de Heere behaagt Zijn Zoon in je te openbaren komt Deze tot je omkleed met Zijn beloften. Door het geloof leer je er amen op zeggen dat je een totale zondaar bent. Door het geloof leer je de toevlucht nemen tot de Heere Jezus en de vastheid van Gods beloften.  

Laten we aldus biddend worstelen voor het aangezicht van de Heere : “Heere, maak mij Uwe wegen door Uw Woord en Geest bekend.”
 
Ds. M. Pronk

Tags in dit artikel:

belofte(n)
Dit artikel is beantwoord door

Ds. M. Pronk

  • Geboortedatum:
    10-03-1940
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    KralingseVeer
  • Status:
    Inactief
71 artikelen
Ds. M. Pronk

Bijzonderheden:

Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden. 
Beluister hier de rouwdienst.

Website: www.uithetoverjordaanse.nl


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
2 reacties
AHHK76
24-09-2015 / 21:51
Als wij onze zonden belijden, dan vergeeft God ze. Zie 1 Joh. 1: 9
Er staat niet bij dat je een groot of diep berouw moet hebben... Vertel maar aan Hem hoe het bij jou is. Hij wil jou dan vergeven.
Het hangt niet af van ons berouw. Het hangt niet van ons gevoel af, want dat is heel wisselvallig! Het gaat erom dat Jezus bloed reinigt van alle zonde.
Zeg dan maar gerust: Ik geloof Heere, kom mijn ongeloof te hulp!
Gooi je gevoel niet weg. Maar bouw er ook niet op. Bouw op Gods beloften!
Die zijn er ook voor jou. Want er staat in de Bijbel dat als:
.. je God aanroept... dan.... lees :Handelingen 2 : 21
.. je Gods naam belijdt... dan.... lees: Matth. 10 : 32
...je God zoekt... dan... lees: Matth. 7 : 8
...je Zijn hulp verwacht... dan... lees: Psalm 147
God wil niet dat er iemand verloren gaat 2 Petrus 3 : 9
Dus lees de nodiging uit Jesja 55 eens en ik hoop dat je leert zeggen: Dank U wel dat het ook voor mij is! Dan ga je groeien.
Niet omdat je goed bidt, veel leest, genoeg berouw hebt, maar omdat God zo goed en genadig is...!
emaildfj1atgmailpuntcom
29-09-2015 / 00:59
Hallo Vraagsteller,
Indien Gij heden Zijn stem hoort, verhardt uw hart niet.
Heden is vandaag.
God roept ons en wil niet wachten. Ik denk dat je het beste kan kijken hoe Jezus met mensen omging.
Bijvoorbeeld met de rijke jongeling. De rijke jongeling vroeg, wat hij moest doen om het eeuwige leven te hebben. Jezus zei dat hij alles moest loslaten om hem te volgen. Wat denk je dat dat voor jou betekent?
Als iemand alles loslaat, dan laat God hem niet in de kou staan. God wil ons niet verstoten maar hij wil wel dat wij geen andere goden naast Hem hebben.
Reageer gerust: emaildfj1@gmail.com

Terug in de tijd

Hoe staat de tekst uit Hooglied in de oorspronkelijke grondtekst; springende over of op de bergen? In de Statenvertaling staat op de bergen, in de Herziene vertaling over de bergen.
Geen reacties
23-09-2020
Hoe kan ik op een gewone (werk)dag de Heere, mijn Zaligmaker, het meest eren/behagen?
2 reacties
23-09-2010
Mijn vader heeft vroeger mijn vertrouwen geschonden, daardoor zijn intieme relaties voor mij niet de makkelijkste omdat het om vertrouwen gaat. Ik heb mijn vader er een aantal jaren geleden en vorig j...
4 reacties
23-09-2017
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering