Financiën in de hand van de Heere

Beste dominee Van de Kamp. U preekte op biddag. U zei toen onder andere dat je ook de financiën in de hand van de Heere moest leggen. En dat als je menselijk rekent, je fout rekent. Dat laatste vind ik nog maar de vraag. Iedere maand doe ik dat namelijk. Van mijn loon gaat een percentage naar goede doelen, spaar ik een percentage en geef ik een deel uit. Dat past steeds 'precies'. Ik vind dat zelf ook meer verantwoord. Op deze manier breng ik structuur aan, ook richting goede doelen, anders zou ik dat geld mogelijk ook uitgeven. Ik vind het bij het rentmeesterschap horen. Maar, misschien heb ik u verkeerd begrepen? Graag zou ik hierover van u iets uitgebreider uitleg krijgen.

Beste vriend(in),

Als ik zou zeggen dat je alles maar op zijn beloop moet laten, omdat het de Heere is die zorgt, dan zou ik de Heere te kort doen. Dat is namelijk niet wat Hij van ons vraagt. De Heere schakelt geen mensen uit, maar juist in. Daarmee wil ik op voorhand zeggen dat wij moeten rekenen en onze verantwoordelijkheid nemen. Maar de grote vraag is hoe wij rekenen! Jij hebt je financiën op orde, begrijp ik uit je vraag. En je hebt het goed geregeld, want ook goede doelen ontbreken niet. Je bent echt rentmeester! De grote vraag is echter voor jou, en dat geldt ook voor mij, HOE je rekent. Doe je dat in afhankelijkheid van de Heere? En hoe ga je met bepaalde bestedingen om? Leg je dat steeds weer voor de Heere neer, wat Hij wil dat je doen zal? Als je dicht bij de Heere leeft, dan koop je ook je schoenen met Hem! En koop je dan de schoenen die je mooi vindt of die je nodig hebt?

Maar je mag toch wel aandacht hebben voor je uiterlijk? Natuurlijk hoef je er niet als een zombie bij te gaan lopen. Maar zorg er ook voor dat je je naaste niet ergert, maar sticht (Rom 14: 19). In de preek sloot ik aan bij de tekst 2 Kor 9:10, 11 waar Paulus laat zien dat biddag ook dankdag is. Als wij zien hoe de Heere zorgt, "Die het zaad de zaaier verleent, Die verlene ook brood tot spijze", dan komt er dankbaarheid. En dan worden we mededeelzaam. Hierin onderwijst Paulus de gemeente van Korinthe met het oog op de nood in Jeruzalem. Dus de vraag die overblijft is dan of je aan goede doelen geeft, omdat je die in je begroting hebt opgenomen, of omdat je ze uit dankbaarheid aan de Heere geeft.

Met hartelijke groet en Gode bevolen,
Ds. R. van de Kamp