Onderscheid in groepen

Ds. J.L. de Jong / Geen reacties

29-02-2012, 14:00

Vraag

Drie groepen: de geroepenen, uitverkorenen en gelovigen. Zie eerst Openbaringen 14b: "...en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen..." Hier worden drie verschillende groepen genoemd. Waarom is dat zo? We kunnen er niet omheen dat hier de groepen apart genoemd worden. Als je dan de tekst uit Mattheus 20:16 erbij neemt "Alzo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren", dan zie je dat uitverkorenen de eersten zijn en geroepenen de laatsten. Ook weer dus een onderscheid van twee groepen, waarbij beiden behouden zijn (met verschil in positie in het koninkrijk van God). En dat er verschillende posities zijn staat ook in Mattheus 5:19: "Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen." Kortom, ik kan dit nog wel verder toelichten, maar dan wordt mijn vraag te lang, maar ik kom steeds meer en meer tot de overtuiging dat er sprake is van verschillende groepen. 1. Uitverkoren voor een speciaal doel. 2. Geroepen door de Heere. 3. Door geloof in Jezus Christus behouden. Maar klopt mijn analyse? Graag antwoord van iemand die alle dogmatiek en kerkelijke uitgangspunten aan de kant durft te zetten en puur vanuit de grondtaal tot een antwoord komt.


Antwoord

Beste vraagsteller,
 
"Alle dogmatiek en kerkelijke uitgangspunten aan de kant durven zetten en puur vanuit de grondtaal tot een antwoord komen..." Dat klinkt heel dapper, maar ik weet niet of ik wel zo dapper wil zijn. Wanneer het nodig is om vanuit de Schrift (grondtaal) een correctie te maken op wat als verkeerde leer de kerk is binnen geslopen, moeten we dat natuurlijk zeker doen. Zoals Luther dat eens deed: "hier sta ik, ik kan niet anders." En ook vandaag kan best wel eens een keer gezegd worden: men denkt vaak dat het dit betekent, maar nauwkeurige lezing van de tekst laat zien dat het zo gelezen moet worden. Maar we moeten ook niet al te snel roepen dat de dogmatiek iets zegt en dat wij het vanuit de grondtaal beter weten. Het zou niet de eerste keer zijn dat juist op zo'n manier iets van dwaalleer de kerk binnensluipt.
 
Je hebt zelf op basis van Opb. 17:14, Matth. 20:16; Matth. 5:19 en teksten waarmee je het nog verder zou kunnen toelichten (maar vanwege de lengte van de vraag laat je dat na) een eigen opvatting gemaakt over de manier waarop we de woorden geroepenen, uitverkorenen en gelovigen moeten verstaan in Opb. 17. Het is voor het eerst dat ik dat zo tegenkom, maar ik denk -eerlijk gezegd- dat je analyse niet helemaal klopt. Ik zal de dogmatiek verder laten rusten en aan je proberen uit te leggen wat de afzonderlijke teksten -mijns inziens- bedoelen. Er is denk ik niet zoveel grond om de bovengenoemde teksten zomaar aan elkaar te verbinden en er een aparte leerstelling uit af te leiden.
 
Allereerst Openbaring 17:14: zij die samen met het Lam zijn worden daar aangeduid als geroepenen, uitverkorenen en gelovigen. Er is in de tekst geen grond om aan te nemen dat het hier om drie groepen gaat. Beter is om te denken aan de ene groep, aangeduid met het symbolische getal 144.000 uit Openbaring 14:1. Van deze groep wordt in die tekst ook gezegd dat zij met Hem (in het Grieks in zowel Opb. 17:14 als ook 14:1 meta to arnion). Het gaat hier om één groep, die het Lam volgen, waar het ook naar toe gaat. Die ene groep wordt met drie verschillende woorden aangeduid. Met die woorden wordt aangeduid hoe zij met het Lam zijn, namelijk geroepen, uitverkoren en gelovend. De diepste achtergrond voor het met het Lam zijn ligt in het verkozen zijn (middelste woord). Die verkiezing wordt echter alleen verstaan in het geloof als antwoord op de roeping. Het gaat dus om drie woorden die alle drie van toepassing zijn op die ene groep, die met het Lam is.
 
Matth. 20:16: die tekst wil vooral verstaan worden als uitleg van de voorgaande gelijkenis. De gelijkenis liet zien dat de eigenaar (God) zo breed mogelijk roept. Toch kunnen velen niet goed uit de voeten met de goedheid (genade) van de eigenaar. Daardoor raken zij vervreemd van de eigenaar. Opnieuw blijkt dat ook geroepenen maar moeilijk ingaan in het Koninkrijk. Hetzelfde gebeurde in Matth. 19 met de rijke jongeling. Alleen bij God is mogelijk dat een mens ingaat in het Koninkrijk. Dat zijn de weinigen in vergelijking met de brede uitnodiging naar velen. Daarom moeten zelfs de discipelen (eersten) ook niet vertrouwen op hun eigen komen en volgen van Jezus, maar als een bedelaar afhankelijk van Gods genade leren volgen, anders zullen zij er nog als laatsten buitenvallen. Terwijl zij die als laatste komen, maar wel deze afhankelijke houding van pure genade kennen, als eersten zullen binnengaan.
 
Matth. 5:19: Jezus komt om de wet te vervullen! Wie dus denkt het Koninkrijk binnen te kunnen gaan met geringschatting van Gods geboden, zal in dat rijk een geringschattende plaats hebben. Maar wie in het Koninkrijk van de Vader wil binnengaan met eerbied voor Gods geboden, zal een eervolle plaats krijgen. De betekenis van deze tekst is dat de wet door kinderen van het Koninkrijk niet zomaar naast zich neergelegd mag worden. Je haalt de tekst denk ik aan om te wijzen op "gering" en "groot" in het Koninkrijk van God. Persoonlijk zou ik voorzichtig zijn om daarover uit deze tekst veel af te leiden. Voordat je het weet ga je dan denken sommige kleine dingen uit Gods wet en woord wel achterwege te kunnen laten en dan genoegen te nemen met een geringere plaats in Gods Koninkrijk. Dat bedoelt Jezus hier zeker niet! Je wordt ook hier door Hem al aangespoord om binnen te gaan door de smalle poort (Matth. 7:14).
 
Tenslotte: er zijn wel enkele bijbelteksten die spreken over (verschil in) genadeloon. Denk bijvoorbeeld aan 2 Kor. 5:10 waar het gaat over vergelding ontvangen voor de rechterstoel van Christus. Ook de Heidelberger Catechismus spreekt over de "allerheiligsten" in antwoord 114. Dat duidt ook op een verschil in ontvangen heerlijkheid. Een gedeelte als 1 Korinthe 15:35vv spreekt ook over verschil in heerlijkheid van hemelse lichamen. Dat geeft best reden tot nadenken daarover. Maar dit verschil zal gering zijn bij het grote verschil tussen voor eeuwig behouden en voor eeuwig verloren. Laten we aan dat grote verschil vooral onze tijd besteden. Jij en ik moeten strijden om in te gaan. En wat zal het dan een eeuwig wonder zijn om te mogen horen bij hen die met het Lam zijn. Ook al hebben we daar de meest geringe plaats, het is genade. En de meest geringe plaats daar zal een heerlijke plaats zijn om Hem te loven.
 
Een hartelijke groet,
Ds. J. L. de Jong

Dit artikel is beantwoord door

Ds. J.L. de Jong

  • Geboortedatum:
    25-11-1972
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Soest
  • Status:
    Inactief
29 artikelen
Ds. J.L. de Jong

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

In het Gebed des Heeren vers 8 staat: Wij zijn toch zwak, Zijn sterkt is groot. Bedoelen ze daar mee de duivel (zo lees ik het want er staat: Verlos ons uit des bozen macht, en verderop in het vers st...
Geen reacties
29-02-2008
Spurgeon zegt dat we ons moeten laten vallen in de armen van Christus. Ook als je dat moeilijk vindt; vallen is makkelijker dan leunen. Wat bedoelt hij hiermee? En is de bekering, het niet meer op jez...
Geen reacties
29-02-2008
Onze zoon van 19 jaar is dikwijls zo moeilijk. Als we bijvoorbeeld aan tafel zitten zegt hij helemaal niets of als hij iets zegt is het meestal erg negatief. Dit bederft de sfeer. Nu weet ik dat hij o...
Geen reacties
29-02-2004
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering