Eeuwig verbond met God

Ik las pas een stukje dat ging over het doopformulier: “En als wij somstijds in zwakheid in zonden vallen,zo moeten we aan Gods genade niet vertwijfelen, noch in de zonde blijven liggen, overmits de doop een teken en ontwijfelbaar getuigenis is, dat wij een eeuwig verbond met God hebben.” Wie zijn nu die wij? Ik zie dat als alle christelijke mensen die gedoopt zijn, want God belooft toch Zijn verbond aan de gedoopte? Want dat staat er ook:  “Overmits de Doop een teken van ontwijfelbaar getuigenis is.” Maar in dat stuk wat ik las stond dat het alleen voor Gods kinderen is, want zij zeggen: “Wie hebben een eeuwig verbond met God? Alleen Gods volk!” Hoe moet ik de woorden vanuit het formulier nu opvatten? Is het doopformulier dan alleen voor Gods kinderen ter versterking? En niet voor de gedoopte in de gemeente en die (nog) niet bekeerd is?

Wie worden er aangesproken in ons klassieke doopformulier? Een vraag, die een beetje gezocht lijkt te zijn, maar die in de loop der jaren voor veel misverstanden heeft gezorgd. Over wie en wiens kinderen gaat het nu toch precies in ons doopformulier? Gaat het om de ware kinderen van God of mogen we cirkel groter trekken?

Boven het formulier staat: “Om den heiligen doop te bedienen aan de kleine kinderen der gelovigen.” Dit opschrift verleidt velen ertoe om meteen de conclusie te trekken van, “o, dus hier worden alleen de ware gelovigen, de kinderen Gods bedoeld!” Die conclusie brengt vervolgens de vraag teweeg of onbekeerde mensen hun kinderen wel mogen laten dopen. Ik zal de verdere gevolgen van deze gedachtegang maar laten voor wat die is, want ze voert naar de meest bizarre conclusies, zoals: plaatsvervangend geloof, etc.!

Ons doopformulier bedoelt met de “gelovigen” heel gewoon de gemeenteleden. Simpel gezegd: de bekeerde en de onbekeerde mensen. Het gaat bij de doop ook om de toezegging van Gods beloften op grond van Zijn genadeverbond. Dat alleen de ware kinderen van God de volle troost van dit genadeverbond ook zullen genieten, dat lijkt me nogal  logisch. Maar wie gaat zeggen dat de beloften alleen maar bestemd zijn voor de bekeerde mensen, die zegt iets wat de Schrift niet zegt!

Met een hartelijke groet,
Ds. M. Baan, Veenendaal