Leviraatshuwelijk

Ds. W. Arkeraats / Geen reacties

01-03-2011, 13:56

Vraag

Stel je voor dat er in de tijd van de Richteren twee broers in Israël wonen. Ze zijn allebei getrouwd. De oudste broer sterft na een paar jaar. De vrouw blijft alleen over. Volgens de wetten van Mozes moet de jonge broer de vrouw van zijn broer lossen, maar hij heeft al een vrouw. Mag de jonge broer dan de vrouw van zijn broer als tweede vrouw nemen om haar te lossen?

ADVERTORIAL

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een gezin van Egyptische christenen te kopen, die wij uitdelen ter plaatse. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden. 

Doet u mee?

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

Antwoord

Beste vraagsteller,

Je vraag betreft het zogeheten "leviraatshuwelijk". Het kwam van tijd tot tijd voor dat een vrouw na het sterven van haar man als kinderloze weduwe achterbleef. De broer van haar man had dan de plicht met haar te trouwen. Als uit dit huwelijk een kind geboren werd, werd dit beschouwd als het wettige kind van de overleden broer. Op die manier werd de naam van deze overleden broer ‘bewaard’.

Dit betrof alleen het oudste kind. Als er eventueel meer kinderen geboren werden, werden deze beschouwd als wettige kinderen van de vrouw en haar tweede man. Het "leviraatshuwelijk" wordt beschreven in Deuteronomium 25:5–10. Het komt ook aan de orde in een twistgesprek tussen de Sadduceeën en de Heere Jezus, die dit oude voorschrift in een belachelijk licht stelden.

De praktijk van dit huwelijk wordt genoemd in Genesis 38, de geschiedenis rond Thamar en haar schoonvader Juda. Een aangrijpende beschrijving van een verworden relatie, die we later terugvinden in het geslachtsregister van de Heere Jezus. De geschiedenis van Ruth lijkt er op. Boaz, die later met haar trouwt, is uiteraard niet de broer van haar overleden (moabitische) man, maar het zoontje (Obed) dat geboren wordt, wordt toch weer beschouwd als het kleinzoontje van Naomi, de moeder van Ruth’s overleden man.

En als de broer van de overleden man al getrouwd was? Moest hij dan die weduwe als tweede vrouw "er bij" nemen? Ik heb dit nagezocht, maar dit wordt nergens uitdrukkelijk genoemd. In Genesis 38 gaat het steeds om ongehuwde broers van de overledene. Verder is het de duidelijke scheppingsopdracht, dat één man met één vrouw is getrouwd. Dat wordt door de Heere Jezus duidelijk onderstreept. Daarom mogen we er naar mijn inzicht van uitgaan, dat de verplichting tot het "leviraatshuwelijk" niet gold voor een reeds getrouwde broer van de overledene.

Vanuit onze cultuur kijken we wat verwonderd naar deze inzetting van de Heere. We moeten daarom goed letten op de omstandigheden waarin dit voorschrift gegeven werd. Het was in de tijd van het Oude Testament heel belangrijk dat een bezit binnen de familie bleef. Want op die manier werd de verwachting van de Messias levend gehouden. Je vindt het belang daarvan terug in de geschiedenis rond Achab en Naboth. Wanneer er geen kinderen waren, kon er natuurlijk geen erfgenaam zijn. Door het leviraatshuwelijk kon er nu weer een wettige erfgenaam geboren worden, terwijl ook de weduwe bescherming en verzorging kreeg. Dat was in een tijd, waarin weduwen het ontzettend moeilijk konden hebben, heel belangrijk.

Zo zorgde de Heere voor mensen in een heel kwetsbare positie en als zodanig mogen we het leviraatshuwelijk zien als een onderdeel van Zijn goede instellingen. Later kregen de weduwen gelukkig een wat andere positie, waardoor het leviraatshuwelijk niet meer tot de praktijk ging behoren. In de tijd van de Heere Jezus werd het niet meer toegepast. Daarom was de vraag van de Sadduceeën aan de Heere Jezus niet alleen belachelijk, maar ook vijandig.

We leren hieruit, dat we Gods instellingen in het Oude Testament altijd moeten lezen vanuit Zijn trouwe zorg voor hen, die verdrukt worden. Ook toen deze huwelijksvorm niet meer werd toegepast, bleef de plicht om voor de weduwen te zorgen, onverminderd bestaan. Lees in dit opzicht Psalm 146 maar eens! Zo kunnen we ook in onze tijd de inzettingen van de Heere actueel maken: Zijn roeping, om te zorgen voor hen die in nood zijn. En die zijn er ook nu in groten getale. Laten we van harte proberen, om dat naar ons vermogen in praktijk te brengen.

Een hartelijke groet,
Ds. W. Arkeraats

Ds. W. Arkeraats

Ds. W. Arkeraats

  • Geboortedatum:
    09-08-1946
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Hardinxveld Giessendam
  • Status:
    Actief
  • Bijzonderheden:

    Emeritus

Tags in dit artikel:

Boaz
Geen reacties

Terug in de tijd

Vertrouwen is één van de mooiste dingen die er is. Ik heb de man gevonden waarvan ik weet dat ik hem kan vertrouwen, hij is goudeerlijk en oprecht. Ik hou ontzettend veel van hem, juist omdat ik hierv...
Geen reacties
01-03-2016
Ik zou graag een vraag voorleggen aan iemand van de Gereformeerde Gemeente over het belang van lezen met betrekking tot het geloof. Er wordt vaak nadruk gelegd op het lezen van de Bijbel en goede boek...
Geen reacties
01-03-2021
Ik ben erachter gekomen dat ik geen Christen ben. Ik kan namelijk niet volmondig "ja" zeggen als iemand me vraagt of ik geloof dat Jezus de zoon van God is en dat hij me heeft gered van de zonde. Maar...
Geen reacties
01-03-2004
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering