Vraag
Ik heb een vraag over een verschil tussen de HSV en de SV. Kan mijn vraag beantwoord worden door een lid van de HSV-commissie? Ik lees in de SV in 1 Korinthe 2: 14: "Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden." In de HSV: "Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden." In de SV staat dus "begrijpt niet..." en in de HSV: "neemt de dingen niet aan..." Wat is de bedoeling, gezien de grondtekst?
Antwoord
Antwoord 1. Dit is precies de reden waarom we een HSV nodig hebben. Het werkwoord “begrijpen” had een heel andere betekenis in de 17e eeuw dan nu. Het betekende “ontvangen, aannemen”. Er staat “dechetai” in het Grieks. De HSV is dus correct. Iemand die nu de SV leest wordt vanwege de taalkloof op het verkeerde been gezet. Zo zijn er vele tientallen gevallen te noemen.
Hartelijke groet,
Reinier de Blois
Antwoord 2: Bedankt voor de vraag; het antwoord is niet zo moeilijk te geven: Het werkwoord "begrijpen" had een heel andere betekenis in de 17e eeuw dan nu. Het betekent "ontvangen, aannemen". Er staat "dechetai" in het Grieks. De HSV is correct. Iemand die nu de SV leest wordt vanwege de taalkloof op het verkeerde been gezet.
Drs. I. A. Kole
Dit artikel is beantwoord door
drs. I. A. Kole
- Geboortedatum:05-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Berkenwoude
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Vragenrubriek: Iets verwisseld bij het plaatsen van de reacties?
Namelijk om dezelve aan te nemen en zichzelven tot zaligheid toe te eigenen; Rom. 8:5. Zie een voorbeeld Hand. 17:18, en Hand. 25:19.
Calvijn tekent bij deze tekst, Filippenzen 1:23, aan, dat Paulus hier getuigt dat de dood een scheiding is van ziel en lichaam. Calvijn ziet hier een verwerping van de leer van de zogenaamde zielenslaap en schrijft: ‘Paulus betuigt openlijk dat wij met Christus zullen zijn als onze ziel gescheiden zal zijn van ons lichaam’.
Paulus duidt zijn sterven hier aan als ‘ontbonden te worden’.
Dat houdt ook in ontbonden te worden van de ketenen waarmee hij nu nog geboeid is aan zijn bewakers. Ontbonden ook van de kluisters der zonde, ontbonden uit de knopen der goddeloosheid, ontbonden uit alle benauwdheid. Ontbonden van de engel des satans die hem met vuisten sloeg. Dan geen banden meer, geen geselslagen, geen schipbreuken, geen dwaalleraars, niet meer verkocht onder de zonde, niet meer ‘het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik’, niet langer doornen in het vlees, geen helse aanvechtingen meer. Losgemaakt ook van de zorg die hem dagelijks overviel van al de gemeenten, losgemaakt van dierbare vrienden en familiebetrekkingen. De Heere maakt Zijn volk in het sterven los van alles wat hen nog bindt aan dit leven, om alsdan altijd met Christus te zijn.
Van dat alles getuigde de apostel, toen hij zijn sterven aanduidde met de gelijkenis van het ontbonden worden. Daar mocht hij weleens naar verlangen. Dat leefde bij hem. Zo zou hij ook, eenmaal aan het einde van zijn leven gekomen, aan Timotheüs schrijven: ‘De tijd mijner ontbinding is aanstaande’, 2 Timotheüs 4:6.
We controleren graag of commissieleden hierin unaniem zijn ;-)
Door gebrek aan deelkennis van grondtalen bij de Statenvertalers staan er enkele honderden fouten en onzorgvuldigheden in de SV. Die worden nu in de HSV (door verbeterde kennis) rechtgezet.