Vraag
Beste ds. Van Vlastuin, Misschien is het niet netjes, maar ik wilde even ingaan op een antwoord over het dragen van hoedjes. Tevens heb ik er ook een vraag bij. De meeste mensen bij ons in de gemeente dragen een hoedje en het is elke zondag weer een waar festijn om al die dames zo de kerk binnen te zien komen. Ik vind het erg oneerbiedig hoe men zich voor de spiegels bij het toilet verdringt om te kijken of het hoedje goed zit en of men er goed uitziet. Zelf draag ik geen hoedje omdat ik ervan overtuigd ben dat God het prettiger vindt om naar mijn haar te kijken (misschien heel raar gedacht) dan naar zo'n modieus geval. Ik ben blij met mijn lichaam/haar zoals ik dat van God gekregen heb en dat straal ik graag uit. Ik wil geen hoedje dragen omdat ik me dan onderdeel voel van de modeshow. Is dit een verkeerde gedachte of benadering? Ik hoop dat u mij daar een antwoord op kan geven.
Antwoord
Beste vriendin,
Dank je voor je eerlijkheid en openhartigheid. Mag ik een paar opmerkingen maken:
1. Het misbruik van een ander moet voor jou geen reden zijn om iets niet te doen. Reactiehoudingen zijn altijd onevenwichtig. Ik kan me voorstellen dat je je ergert aan de manier van doen, maar daarmee ben je niet klaar met de zaak als zodanig.
2. Ik kan me overigens heel goed in jouw moeite met modeshows e.d. verplaatsen. Je kunt je inderdaad afvragen of dit de bedoeling is. In onze gemeente is een vrouw die om deze reden een omslagdoek draagt. Daar heb ik wel respect voor! Je herkent dat ook van de baptisten in de voormalige Sovjet-Unie e.d.
3. De vraag is niet wat jij vindt, wat jij denkt en wat jij voelt, maar wat God denkt en zegt. Jij denkt dat God liever naar je haar kijkt dan naar een hoofddeksel. Maar laat God Zelf eens aan het Woord. Lees 1 Kor. 11. Ik heb in mijn vorige artikeltje laten zien hoe we deze verzen moeten lezen. Ik kan ze niet anders verstaan dan dat de Heere van ons vraagt dat we als vrouw ons hoofd (extra) bedekken.
4. Ik kan me voorstellen dat het tegen menselijke gevoelens indruist. Dat gebeurt meer. Gods wegen zijn anders en hoger dan onze wegen. Dan moeten we leren onze eigen wil te verzaken. Denk eens aan de bizarre praktijken die profeten in het Oude Testament moesten uitvoeren. Ze deden het, omdat de Heere het zei. Zonder zich in de eerste plaats af te vragen wat de Heere ervan vond.
5. Misschien wil de Heere je door het dragen van een hoofddeksel oefenen in de grote genade van zelfverloochening. We staan niet tegenover mensen, maar tegenover Hem. Een teer gemoed vraagt in de kleinste dingen: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?
6. In het onderhouden van Gods geboden is grote loon. Ik ken getuigenissen van vrouwen die na tegenzin in overgave aan de Heere in Zijn weg gingen en daar vrede en zegen op hebben gekregen. Het vervrijmoedigde hen aan de troon van Zijn genade. Ik wens je deze genade van harte toe.
Je ds. W. van Vlastuin
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van Vlastuin
- Geboortedatum:06-03-1963
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Wezep
- Status:Inactief
