(...) Ik vind dat er in de kerk te weinig aandacht wordt gegeven aan assertief z...

Ds. P. Molenaar / Geen reacties

26-11-2007, 00:00

Vraag

De laatste zes geboden worden  heel vaak getypeerd als liefde tot de naaste. Maar ik denk zelf dat God deze laatste zes geboden juist typeert als in de eerste plaats liefde tot jezelf en vervolgens ook tot je naaste, maar dit laatste echt niet in de eerste plaats. Ik vind dat er in de kerk te weinig aandacht wordt gegeven aan assertief zijn, voor jezelf zorgen, voor jezelf opkomen. Zie ik dat verkeerd? En als er echt te weinig aandacht aan assertiviteit wordt gegeven hoe zou dit dan komen?


Antwoord

Beste vrienden,

De samenvatting van al Gods geboden is heel duidelijk: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Het eerste gebod bedoelt heel duidelijk, dat ook je eigen leven gericht zal zijn om God te eren. Wanneer je buiten God leeft, dan verkommer je echt. Wanneer je leeft los van Gods wet, dan zul je smart op smart tegenkomen (Psalm 32). Ook is het waar dat, als we de geboden Gods verlaten, de naaste op de duur niet meer veilig is. Maar ook zelf leef je van onrust tot onrust. Echte rust en vrede is er nooit buiten God. In dat opzicht is ook zelfs de eerste tafel pastoraal op jezelf gericht in de verhouding van jou naar God toe. Adam en Eva verkommerden al direct, toen zij gezondigd hadden. De relatie met God was kapot en ook met elkaar.

Nu wat de tweede tafel van de wet betreft: In de eerste plaats is de tweede tafel van de wet Gods, de laatste zes geboden, heel duidelijk tot bescherming van de naasten en van jezelf gegeven. Dat zie je al heel duidelijk in de samenvatting van de wet: “Je naasten liefhebben als jezelf “. In dat laatste is al begrepen, dat je ook zuinig moet zijn op het leven dat je gegeven is. Maar er is meer: direct wordt al aan het vijfde gebod de belofte toegevoegd: “opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat de HEERE uw God u geeft”. Dat betekent dus dat dit gebod ook wel heel duidelijk betrekking heeft op jezelf. Al zullen we niet direct dit gebod in de belofte heel letterlijk nemen, wel is het zo dat, wie zijn vader en moeder haat, altijd een breuk, een trauma overhoudt in zijn leven, die meegaat tot aan de dood. Want hij verbreekt de band met de wortels van zijn voorouders, de wortels waaruit de Heere hem geboren deed worden. Dat geeft ook een wond voor je eigen leven. Het kan mogelijk je leven verkorten, omdat je los komt te staan van de innigste familieband.

Vervolgens geldt de liefde tot jezelf voor alle geboden, maar wel heel bepaald de tweede tafel van de wet. Hoeveel mensen lopen niet met psychische belasting rond, omdat ze een misstap begingen vroeger, omdat hun huwelijk kapot ging, omdat ze sociaal veel dingen verkeerd deden? Ik heb een man gekend die een moord had begaan in het verleden en nooit enige rust had. Je zag het aan de man, dat hij altijd onrust en een onzekerheid meedroeg. Wel, dat geldt uiteraard ook van alle frauduleuze handelingen. Ze geven onrust en doen wat met jezelf.

De wet is naar haar grondbetekenis (thora) een vaderlijke regel, die goed is voor heel je leven naar ziel, geest en lichaam. Een vader en moeder geven regels, die de kinderen echt rust geven en goed doen voor de kinderen. Zo doet de HEERE dat met Zijn wet, die een vaderlijke regel bedoelt te zijn voor de kinderen. Dus het is wel helder, dat de HEERE het goede met Zijn geboden bedoelt voor ieder mens apart. Zoals we vroeger voor een gloeiende kachel als kinderen moesten oppassen, zo geeft de Heere ook Zijn geboden, opdat we niet zouden verongelukken. De geboden zijn vooral verboden en toch noemen we die geboden, om het positieve van de wet te benadrukken.

Het is echter niet waar, dat de geboden in de eerste plaats op onszelf gericht zijn. Juist de ik- gerichtheid,  die in het paradijs ontstaan is,  moeten we afleren. De Heere  heeft ons als schepselen geschapen, voor, naast en met elkaar. Er is een ik-jij-relatie. Je moet eens nagaan hoeveel malen het woord “elkaar” in het Nieuwe Testament voorkomt. Dat betekent heel duidelijk, dat de geboden op God gericht zijn en op elkaar. De Heere heeft ons niet als een ik-mens geschapen, als onze maatschappij zich openbaart in een ik-tijdperk, waar het “ik” oppermachtig is in huwelijk, gezin en maatschappij. Mensen zijn ontzettend egocentrisch ingesteld. Daardoor gaan veel huwelijken en gezinnen stuk. Je moet je afvragen: “Hoe kan ik in de eerste plaats wat betekenen voor de ander?” De Heere laat dat zien in de opeenvolging van de geboden van de tweede tafel der wet: 5e gebod: liefde tot leven van de naaste uit wie geboren bent; 6e gebod: liefde tot al het menselijke leven; 7e gebod liefde tot het geordende leven ( huwelijk); 8e gebod liefde tot het levensbezit, dus ook respect voor het bezit van je naasten; 9e gebod: liefde tot de woorden die je naaste spreekt. Het 10e gebod is eigenlijk een toepassing, een testcase, een proef op de som, hoe we tegenover God en de naaste staan. De wortel van elke zonde is immers de begeerte. Daarin ligt de bron van alle ongerechtigheden. Dus eigenlijk de diepste ontdekking aan onze zonde. Daarom moeten we ook nooit het 8e en het 10 gebod met elkaar verbinden. Het 10e gebod vormt heel duidelijk de toepassing op al de geboden Gods.

De assertiviteit acht ik een ander hoofdstuk. Voorlopig zou ik willen zeggen. Je mag assertief zijn, maar wel in gebondenheid aan de geboden Gods. Assertief heeft te maken met verzekerdheid of zelfverzekerdheid. Het gaat eigenlijk om de zekerheid des geloofs, die geboren wordt uit de heilzame twijfel aan jezelf en die de grond vindt in het Borgwerk van Christus alleen. Je mag niet zo assertief zijn, dat je denkt dat het goed is om je eigen wil te laten triomferen. Op dit ogenblik is er een assertiviteit, die vooral de heiliging en dan als werk dat de mens allemaal doet centraal stelt. De echte heiliging is echter altijd ontsproten aan het kruis van Christus. Dan leren we ook in het licht van de geboden Gods alleen maar verliezers te zijn (vgl.  bijv. Kolossenzen 2,3, Romeinen 6, 7).

Wat je precies hier met assertief bedoelt, denk ik wel enigszins te begrijpen. Ik gis maar wat.  Assertiviteit is vooral een term, die aan de psychologie is ontleend. In het leerzame boekje van Nico van der  Voet: ”Moet ik altijd helpen?”, wordt gezegd, dat we bij hulp aan onze naasten, vaak onszelf bedoelen, terwijl we denken dat het doen is van Gods wil. We kunnen bij hulp aan anderen helemaal ons zelf bedoelen, om zelf namelijk  de mooie man en de goede christen te spelen, die zo goed voor de ander is. Hij spreekt daarom in dat boekje over assertief. Hij bedoelt dan dat wel eens “neen” moeten zeggen, om juist geestelijk ook aan jezelf, je relaties in je gezin en familie toe te komen. Ik denk inderdaad dat hij gelijk heeft. We willen een aantrekkelijke gemeente zijn, terwijl we met ons helpen van anderen ons gezin bijvoorbeeld verwaarlozen, zoals dat in het ambt bijvoorbeeld kan gebeuren. Dan is het goed om daartegen “neen” te zeggen, omdat de ambtsdrager bijvoorbeeld even goed een verantwoordelijkheid draagt in zijn eigen gezin, tegenover vrouw en kinderen . Hij moet de grenzen bewaken. Ik denk, dat een overgeorganiseerde kerk of gemeente met allerlei dingen, die zo nodig moeten, een armoede in het geestelijke leven van eigen gezin en van jezelf kan veroorzaken.  De duivel promoot altijd een jaag- en overgeorganiseerd christendom, dat niet meer de stille overdenking van zichzelf kent, omdat de ziel van het gebod, het echte gebed en de echte meditatie eigenlijk gemist wordt. Een activistisch christendom probeert zich op de been te houden met een zelfgenoegzaam geloof, dat tevreden is over eigen christelijk kunnen en kennen. Daarbij kan vroom gesproken worden over gaventesten, maar men bedoelt ten diepste zichzelf. We willen aangenaam en aantrekkelijk zijn voor de mensen en zijn dus weinig assertief, omdat we slaaf dreigen te worden van menselijke geboden, om mensen te behagen. In dat opzicht moeten we inderdaad echt assertief zijn en niet verworden tot gezellige kerkjes en gezellige gemeenten in een menselijk goed georganiseerde levensheiliging, waarbij we eigenlijk niet God en de naaste op het oog hebben, maar onszelf.

Ds. P. Molenaar
Dit artikel is beantwoord door

Ds. P. Molenaar

  • Geboortedatum:
    22-05-1945
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Lunteren
  • Status:
    Actief
105 artikelen
Ds. P. Molenaar

Bijzonderheden:
Emeritus

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik begrijp echt niet wat er nu gaande is. Nu, anno 2018, ben ik al bijna tien jaar erg gelukkig getrouwd, maar een grote vraag laat me niet los. Vóór de relatie met mijn man had ik een grijze zone met...
5 reacties
26-11-2018
In Exodus 7:10 wordt in de Statenvertaling gezegd dat de staf veranderde in een draak. In andere vertalingen is dat slang. Werd een slang vroeger een draak genoemd of hoe moet ik dit zien; een bepaald...
3 reacties
26-11-2013
Ik had deze week een discussie met een collega uit de Ger. Gem. in Ned. We hadden het over sterven en hoe je kunt weten dat de overledene een kind van God was. Volgens mij kun je dat zien aan iemands ...
10 reacties
26-11-2012
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering