Vraag
In het boek “Zonen & dochters profeteren” (over de plaats van mannen en vrouwen in de kerk) wordt geschreven dat in het ‘klassieke’ huwelijksformulier een fout staat. In het huwelijksformulier staat dat Genesis 3:16 (“...en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben”) een ordinantie/gebod van God is. In het boek staat dat dit niet klopt, omdat de woorden uit Genesis 3 geen gebod zijn, maar een vloek die God uitsprak na de zondeval. In die zin is het heersen van de man niet wat God bij de schepping voor ogen had en dus ook niet op te vatten als een na te streven ordinantie/gebod van de Heere. Ik hoop dit jaar te trouwen en in onze kerk wordt ook dit formulier gelezen. Hoe moet ik tegen het bovenstaande aankijken?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Onder invloed van de geest van onze tijd komt de Bijbelse verhouding tussen man en vrouw steeds meer onder druk te staan. Ook kerk en theologie zijn daar niet immuun voor. Dat lijkt ook tot uiting te komen in het boek dat je aanhaalt. Dat de man heerschappij over de vrouw zal hebben wordt (eenzijdig) uitgelegd als vloek door God uitgesproken na de zondeval. Daarmee zou het geen gebod of ordinantie van de Heere zijn.
Nu komt Genesis 3:16, waarin het gaat over de heerschappij van de man, (uiteraard) na Genesis 3:15. Dat is belangrijk, omdat in vers 15 het Evangelie van Gods genade klinkt en wel in de vorm van de moederbelofte: “En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.” Tot dit Evangelie behoort ook de herstelde verhouding tussen man en vrouw, namelijk dat de man boven de vrouw is gesteld. Het is Gods genade dat de verhouding die door de zondeval tussen man en vrouw verstoord is, wordt hersteld en hun beider plaats opnieuw bepaald wordt. Dat de Heere dit met zoveel woorden zegt en de vrouw nadrukkelijk haar plaats wijst, is nodig omdat juist na de zondeval man en vrouw zo moeilijk hun door God toebedachte plaats innemen.
Wat Genesis 3:16 dus ten diepste doet, is de verhouding tussen man en vrouw terugbrengen naar de scheppingsordening en dat binnen de gebroken praktijk van een leven buiten het paradijs. In het paradijs ervoeren Adam en Eva het als een vreugde om in de juiste verhouding tot elkaar te leven voor Gods Aangezicht. Buiten het paradijs wordt dit maar al te vaak als straf gezien. En zo wordt wat God in het paradijs ten goede gaf en na de zondeval nadrukkelijk als ordinantie schonk, gezien als vloek. Wij keren ten kwade wat God goed bedoelde.
Nu valt er in het licht van de Schrift veel te zeggen over de verhouding tussen man en vrouw. Samengevat zijn beide gelijkwaardig voor God en één in Christus. Tegelijk is er sprake van een ongelijke positie waarbij beide hun eigen onderscheiden taak hebben. In Christus krijgt de scheppingsorde tussen man en vrouw een heerlijke vervulling, waarbij het Evangelie een bevestiging en een vervulling is van wat de Heere in de schepping al schonk. Lees bijvoorbeeld eens Efeze 5:22-33. Hierin wordt geschilderd hoe de man het hoofd is van zijn vrouw zoals Christus het Hoofd is van Zijn gemeente. Er wordt gesproken van de zichzelf opofferende liefde van de man voor zijn vrouw, zoals Christus Zich voor Zijn gemeente overhad. Zo krijgt het regerende ambt van de man zijn invulling door liefdevolle dienst aan zijn vrouw. En de vrouw mag haar man onderdanig zijn, zoals de gemeente Christus in liefde dient. Waar beiden hun roeping en taak verstaan in het licht van de Schrift wordt Gods goede schepping op heerlijke wijze in Christus vervuld en mag hun huwelijk een afspiegeling vormen van het huwelijk tussen de hemelse Bruidegom en Zijn bruidsgemeente. Daar is wat de zondige mens als vloek ervaart, een zegen geworden. En waar liefde woont, daar gebiedt de Heere Zijn zegen. Alvast een rijk gezegende huwelijksdag en huwelijksdienst toegebeden!
Ds. B. M. Meuleman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B.M. Meuleman
- Geboortedatum:20-05-1972
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Hoogeveen
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Man en vrouw zijn één vlees.
God, de man en de vrouw zijn verbonden met elkaar d.m.v een 3-voudig snoer.
De man zal zijn vrouw liefhebben als zichzelf.
Jahweh is een God van orde en van vrede Hij heeft alle schepselen een gezagsbeginsel gegeven: Jahweh-Jezus-man-vrouw-kinderen in die volgorde.
Iedereen behalve God heeft dus een hoofd boven zich.
Lees maar:...
1Kor. 11:3 Maar ik wil dat jullie weten dat de Christus het hoofd is van elke man. En de man is het hoofd van de vrouw en God het hoofd van de Christus.
Man en vrouw vullen elkaar aan, de één is niet belangrijker dan de ander. Bij de schepping van Eva zei God dat hij zij een 'hulp of tegenhanger' voor Adam zou zijn of iemand 'die bij hem past, die hem aanvult'.
Dat klinkt niet als dat de vrouw inferieur is maar zijns gelijke!
Man en vrouw moeten elkaar intens liefhebben en zo God en Christus navolgen, LIEFDE is de sterkste band van eenheid.
