Vraag
Mijn vraag gaat over het grote gebod: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Ik vind het zelf makkelijker om mijn naaste lief te hebben dan God liefhebben boven alles. En dat lijkt me niet de bedoeling van God. Ik vind het bijvoorbeeld fijn om voor anderen te zorgen, het liefst voor mensen die het materieel/praktisch gezien minder goed hebben dan wij in welvarend Nederland. Mijn man zegt vaak tegen me dat ik eens wat vaker aan mijzelf moet denken en niet alles voor een ander hoef te doen. Ik vind dit dus juist prettig en vat het dan ook eigenlijk als compliment op. Nu ja, andere kant van het verhaal is: ik denk zo vaak aan een ander, dat ik voor mijn gevoel God gewoon vergeet, terwijl dat juist wel nodig is om bekeerd te worden! Toch? Hoe kan ik hier verandering in brengen, doe ik het goed en komt de liefde voor God dan 'vanzelf' wel?
Antwoord
Beste vragensteller,
Een paar overwegingen:
1. Het antwoord op jouw vraag geef je zelf in de eerste regel "God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf." God gaf Zijn geboden, waarbij de liefde tot God primair is. Tegelijk is het de bron om de naaste werkelijk lief te hebben. Die rangorde is tegelijk volgorde. Waarom? Als de wet alleen maar voorschriften zou geven over hoe om te gaan met je vriend, je overbuurvrouw, of over hoe te leven in de samenleving, dan zou de wet niet meer dan een moraal zijn. Je moet eerbied hebben voor het leven, verdraagzaam zijn, niet stelen etc. Maar als het niet voortkomt uit liefde voor God, mist het de diepste kern!
2. De wet van de HEERE is als een radar. Dat woord is een afkorting waar de engelse woorden "detection" en "ranging" in voorkomen: ontdekken én sturen. Beide zijn nodig. De wet ontdekt onze diepste motieven. Mijn belangeloze liefde voor de naaste kan vol eigenbedoelingen zitten. Wat ontdekkend en verootmoedigend! Met geen ander doel dan om te laten zien dat het zonder de liefde van God onmogelijk is de naaste lief te hebben in de diepe, bijbelse zin van het woord.
3. Wat een wonder: de wet begint niet met de geboden, maar met een opschrift. Sla dat niet over! Wat lezen we daar? Ik ben de HEERE, uw God, Die uit Egypteland uitgeleid heb. De HEERE is bevrijder. Zo wil presenteert Hij Zich aan slaven van de zonde. Om te bevrijden en te laten zien dat de wet van de tien geboden in Christus "wet van de vrijheid" is (volgens Jakobus). Gun door het geloof in Christus krachten om die geboden te doen uit dankbaarheid! Vlucht tot Christus, Die de wet volkomen gehouden heeft. In Hem is kracht voor zwakkelingen.
Met vriendelijke groet,
Ds. A. A. F. van de Weg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.A.F. van de Weg
- Geboortedatum:09-03-1984
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Inactief
